Historisch Archief 1877-1940
No. 2445
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
HET DIRECTIEPROBLEEM
BIJ DE P. T. T.
Het Damrak van heden met de Koopmansbeurs (architect Dr. Berlage) en
de Effectenbeurs (architect Ed. Cuypers)
Een voorbeeld. Uit een berichtje in de Telegraaf
bleek onlangs, dat een vaktijdschrift bij de in
voering van checkwriters bij den postwisseldienst
had gewaarschuwd tegen een vervalsching, welke
deze machines zouden in de hand werken en die
de administratie op tonnen gouds zou kunnen
komen te staan. Daarop is niet het minste acht
geslagen, hoewel het onaannemelijk is, dat het
artikel niet onder de oogen der betrokken hoofd
bestuursambtenaren is gekomen.
Nu heeft eenige maanden geleden de verval
sching, juist zooals zij voorspeld was, plaats
gehad en het is een zuiver toeval geweest, dat de
vervalschers in dit geval kinderlijk onhandige
personen waren, die door hun eigen optreden de
aandacht op zich vestigden, zoodat de schade niet
meer dan ± ? 10.000 beliep. Telegraphisch werden
toen de check-writers buiten werking gesteld;
de vasthoudendheid der hoofdbestuursheeren aan
een tastbaar en aangetoond onjuiste meening
of het verzuim om van de waarschuwing kennis
te nemen was echter daarmee en met de uitgaaf
voor de machines zelf vrij duur betaald.
Blijkbaar als erkenning van het in deze zaak
aan den dag gekomen beleid werd de chef der
betrokken afdeeling benoemd tot waarnemend
directeur van den cheque- en girodienst, een be
trekking, die voorzeker iets anders eischt dan vol
harden bij eigen meening tegen een deskundige
waarschuwing in! Zijn medewerker werd intusschen
aangewezen als secretaris van de commissie van
onderzoek van de organisatie en de werkwijze van
het hoofdbestuur!
Dit geschiedt onder een beheer, waarin de
deelnemers in het eventueele directorium ver
moedelijk wel iets te zeggen hebben. En zulk een
lichaam zou een voorname personeelspolitiek heb
ben te voeren, terwijl het zou moeten rekenen
met de persoonlijke belangen van allerlei mindere
ambtelijke goden.
Bovendien is het al te bekend, dat alles, wat
van het hoofdbestuur komt, niet af is. ledere
afdeeling schijnt op eigen gelegenheid te werken
en het samenvattende brein ontbreekt. Nagenoeg
nimmer is een voorschrift duidelijk en volledig;
tegenspraak, aanvulling, verduidelijking zijn aan
de orde van den dag, in tegenstelling met den toe
stand tijdens het administrateurschap van den
heer de Bloeme.
Deze, onder het beheer der heeren Pop en
Alting von Oeusau de eigenlijke Directeur-generaal,
was de verpersoonlijkte eenheid; zijn werkkracht
en helder oordeel omvatte de geheele gestie van
het hoofdbestuur en de machine functionneerde
voortreffelijk. Sedert zij echter niet meer geheel
door den eersten machinist wordt beheerscht, is
haar werking niet meer onberispelijk en verminde
ring in plaats van verbetering is te verwachten,
naar mate het aantal machinisten, elk met slechts
een onderdeel belast, toeneemt.
Naar onze meening kan het bedrijf alleen onder
een nhoofdige leiding gezond worden; deze heeft
zich een schema te maken en daarnaar te werken,
terwijl zij het bestaande moet vergeten.
Moet deze taak worden toevertrouwd aan iemand
uit de postwereld of aan een buitenstaander?
Bij deze vraag hebben we eerst te zien naar de
resultaten, die de laatste directeuren-generaal
hebben weten te bereiken.
De heer Alting von Geusau, wiens bestuur in
den rijken tijd viel, kan het beste met een wel
willend stilzwijgen voorbij gegaan worden.
Zijn opvolger, de heer Westerveld, is een man
van grooten bedrijve, besoigne, memorie en
directie", hoewel de directie ( = beleid) niet zijn
In den laatsten tijd staat het staatsbedrijf
der Posterijen, Telegrafie en Telefonie in het
centrum der publieke belangstelling als nooit te
voren. Het giroschandaal, ten onrechte in al te
nauw verband met de gestie van het staatsbedrijf
gebracht, en de meer en meer bekend wordende
personeelsmisère hebben hiertoe geleid.
Men kan werkelijk de personeelsverwarring
als een van de moeilijkste vraagstukken beschou
wen, voor welker oplossing de nieuwe bedrijfs
leiding van de staatsbedrijven zich zal zien ge
plaatst.
De aanwijzing van een opvolger van den heer
König schijnt niet gemakkelijk te zijn. Namen
worden genoemd; zelfs vond men daar thans
den naam van een bekende postautoriteit onder.
Daarnevens hoorde men een directorium noemen
als een modern triumviraat, waardoor men het
zieke postlichaam zou laten genezen.
Oppervlakkig gezien is voor een directorium
wat te zeggen. Drie personen, die elkaar aan
vullen, wier totale kennis en ervaring in den regel
grooter zal zijn dan van welken eminenten eenling
ook. Een bedrijf, dat zich zoo mooi laat split
sen in Posterijen, Telegrafie en Telefonie, of in
Posterijen, de beide zustervakken en een tech
nische afdeeling, en meer andere combinaties.
Men behoeft zijn keuze dus niet tot bepaalde
specialiteiten te beperken; vindt men bij een
zekere verdeeling niet een drietal geschikte per
sonen, dan gooit men het over een anderen boeg.
Jammer slechts, dat door deze lichtende zijde,
de verduisterde geheel niet werd bekeken.
Bij een driemanschap is een vaste wil niet te
verwachten, op zijn hoogst een compromis
tusschen individueele willen. Tegenover de vaste
lijn, die een sterk karakter zich als weg trekt, komt
een figuur, waarin door de veelheid der inwerkende
wilsinvloeden de vaste richting geheel en al zoek
is en die de zonderlingste kronkelingen vertoont.
Zoo'n figuur kan onmogelijk den weg wijzen;
zij drukt geen vaste meening uit en is bovendien
voortdurend blootgesteld aan allerlei invloeden,
die de resultante der drie meeningen trachten te
wijzigen. Het wordt geschipper. En juist dit
geschipper heeft den verwerpelijken invloed bij de
dienstvakken veroorzaakt. Niet zonder reden
spreekt men van de postale lappendeken.
Zulk geschipper zal men reeds dan moeten
verwachten, zoo gauw het directorium moet
worden samengesteld. De personen, die daarvoor
in aanmerking komen, moeten beginnen, te
trachten het onderling eens te worden. Dit ver
oordeelt reeds het stelsel; bij een zoo ingewikkeld
bedrijf als de P.T.T. is een-zuivere afbakening
van bevoegdheden niet mogelijk, bepaaldelijk
niet op personeelsgebied. Dit laatste cardinale
punt zou dan ook in de eerste plaats ten offer
aan het geschipper vallen. Dit is daarom zoo
gevaarlijk, wijl het aan het Hoofdbestuur in den
regel om personen in plaats^van om zaken gaat.
meest kenmerkende eigenschap is. En toch is
onder zijn leiding tot stand gekomen de rang
bevordering van het kantoorpersoneel, een uiter
mate kostbare regeling, waarbij zonder dat vol
doende rekening met de behoefte wordt gehouden,
het mindere kantoorpersoneel uitzicht op steeds
beter bezoldigde betrekkingen is gegeven; toch
stelde hij den rang van adsistent Ie klasse in,
een instituut dat, zonder het geringste nut, aan
de administratie, naar is berekend, IJ ton per
jaar kost. En dat kon gebeuren onder een man
als Westerveld, die in al zijn uitingen steeds
gedreven werd door het begrip bezuiniging, dat
hem zelfs wel eens te veel de oogen voor het
algemeen belang in ruimeren zin deed sluiten, een
man, die door een buitengewone werk- en wils
kracht, geholpen door een stalen geheugen, zich
in korten tijd in verschillende problemen wist in
te werken. Hoe dit te verklaren? Door het feit,
dat hij in het postale labyrinth niet thuis was,
waar hij de tallooze culs de sac niet wist te
ontloopen, die men daarin vindt; hij miste de aan
voeling van de sfeer, die men in elk bedrijf met
een eigen karakter vindt. Wie niet van jongs
af militair is opgevoed, zal in het legereen vreemde
blijven; wie niet den post-en telegraafdienst heeft
meegemaakt, zal de dingen nooit juist zien,
omdat hij ze slechts van n kant ziet. Een vak
man, half zoo uitgeslapen als de heer Westerveld,
zouden die blunders niet overkomen zijn.
De laatste directeur-generaal, de heer König,
is zonder twijfel een man met kwaliteiten. Every
inch a gentleman (jammer dat juist zoo iemand
door de loslippigheid van een minister moest
getroffen worden) had hij van nature het overwicht,
dat zijn positie doet veronderstellen; ernstig
strevend naar opheffing van misstanden, werkte
hij zich snel in de zaken in en had een helderen
kijk daarop. Eén eigenschap vertroebelde dezen
echter vaak en bedierf veel: hij miste de zelf
standigheid, voor een leider een vereischte, en zag
te veel door de oogen van zijn adviseurs. Dit doet
betwijfelen, of op den duur de leiding in zijn han
den wel in alle opzichten veilig was. Voor een
juist oordeel is zijn bewind echter te kort geweest.
Sommigen meenen de oplossing gevonden te
hebben door te bepleiten de aanstelling van een
handelsman. Dit is namelijk een onfeilbaar
genus in hun oogen. Dat de Nederlandsche ambte
naarsnaam een geduchten knauw heeft gekregen
juist door de handelingen van allerlei
gelegenheidsambtenaren uit den handel gedurende de
crisisjaren, dat er kleinigheden zijn gebeurd
als de debacle van Marx en Co., vanderKuy en
van Ree, Insulinde-oliefabrieken enz., enz.,
waarvan het beleggende publiek het slachtoffer
is geworden, dat zelfs handelsgenieën als Stinnes
ook hun zwakke punten en mislukkingen hadden,
ontgaat hun ten eenenmale. Men kan ook niet
weten, dat een leider van een staatsbedrijf in
vele gevallen voor veel moeilijker kwesties komt
te staan dan een particuliere bedrijfsleider,
dat het spreekwoord wie waagt, die wint" voor
een ambtenaar niet mag bestaan, dat het geheele
staatsbestel met het toezicht van de Reken
kamer en Staten-generaal tot dikwijls
ergerlijken administratieven rompslomp leiden, waar
tegen zoowel een tot ambtenaar gebombar
deerde handelsman als een naar vereenvoudiging
strevend ambtenaar van huis uit", tevergeefs
zijn krachten zal inspannen.
Heeft men echter een goed vakman, die de
onzichtbare oorzaken niet alleen gevoelt, maar
ook kent, dan zal hij den invloed daarvan beter
kunnen tegengaan dan de buitenstaander, die
een veerenden muur tracht omver te stooten.
Houdt men verder in het oog, dat onder het
beleid van den heer Hofstede, den eenigen vakman,
die Directeur-generaal is geweest, de zaken naar
wensch hebben gemarcheerd, dan zijn er onzes
inziens alle redenen aanwezig, om in de eerste
plaats onder het personeel van het staatsbedrijf
naar een leider om te zien.
ZOEKLICHT
Het oude Damrak. Op den achtergrond
de nieuwe brug