Historisch Archief 1877-1940
No. 2445
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
J. H. A. SCHAPER
VIJF' EN TWINTIG JAAR KAMERLID.
25 April 1899?1924
De afgevaardigde voor Veendam, Mr. E. A.
Smidt, was tot officier van justitie benoemd.
In verband daarmede moest in zijn district een
.tusschentijdsche verkiezing plaats hebben. De
S. D. A. P., toen nog amper vijf jaren oud,
meende, dat die verkiezing niet met een enkele
candidaatstelling behoefde af te loopen. Zij stelde
een tegencandidaat: J. H. A. Schaper.
Het was, zoo meende bijna iedereen, niets meer
dan een tel-candidatuur. Op 15 Juni 1897, bij de
algemeene verkiezingen, was de heer Smidt met
2326 stemmen verkozen. De anti-revolutionaire
candidaat had 1467 stemmen behaald. De
sociaaldemocratische, W. P. O. Helsdingen, bracht het
tot slechts 465. Een radicale protectionist snoepte
nog 218 stemmen weg.
Ditmaal, in Maart 1899, zou het alleen tusschen
Mr. Smidt en Schaper gaan. Wie kon gelooven,
dat de herkiezing van den liberaal eenig gevaar
zou loopen? Maar toen de verkiezingsstrijd een
paar weken aan den gang was, zag Schaper,
die toen reeds een man met een ongewoon scherpen
blik was, dat hij het een heel eind brengen zou.
Hij schreef aan Troelstra en Van Kol, of zij hem
niet een handje wilden komen helpen. Den
volgenden dag waren ze in het district. Te zamen
met hen en met een drietal andere sprekers, gaf
de candidaat Veendam een degelijke beurt. Toen
op .17 Maart de stembus geopend was, bleek zij
slechts 1426 stemmen voor Mr. Smidt, en voor
Schaper 1590 te bevatten. Schaper was gekozen
tot lid van de Tweede Kamer!
Wie, die reeds in 1899 de politieke gebeurtenissen
in Nederland met belangstelling volgde, herinnert
zich niet den grooten indruk, dien deze uitslag
in het geheele land maakte? Blijdschap, uitbundige
blijdschap, bij de sociaal-democraten. Teleur
stelling, schrik, tot ontsteltenis toe, in de liberale
kringen. Bij de Christelijke partijen en bij de
katholieken wel eenige Schadenfreude over den
klap, den liberalen toegebracht; maar toch veel
meer ongerustheid om den plotselingen groei
van socialistischen invloed. Onder de radicalen,
die toen nog een groep van beteekenis waren,
ingenomenheid.
Het was ook toen reeds gewoonte na den
aflo'op eener verkiezing, die een verrassend resultaat
heeft opgeleverd, verklaring en troost te zoeken
met het splitsen en groepeeren van de cijfers.
Het Handelsblad" kon weliswaar den achter
uitgang van den liberalen candidaat, met precies
900 stemmen, niet tot een stemmenwinst
omcijferen, maar het wist toch den sprong van den
sociaal-democraat voor zijn lezers te verklaren.
De groote activiteit, in het district Veendam
door de propagandisten der S. D. A. P. ontwikkeld,
kon volgens dat blad de stemmen van 1897
hebben doen verdubbelen. De 218 kiezers, die
in 1897 op den radicalen protectionist Mansholt
hadden gestemd, moesten nu ook naar Schaper
overgegaan zijn. Maar 2 x 465 + 218 is nog
slechts 1148. Welke was de herkomst van de ruim
450 stemmen, die Schaper nog daarenboven ver
wierf? Zij moesten volgens het liberale hoofd
orgaan van anti-revolutionaire kiezers afkomstig
zijn. Deze overtuiging van het Handelsblad"
steunde op een verklaring, die Schaper in het
anti-revolutionaire Veendammer Volksblad" ge
geven had, en waarmede hij de stemmen van
christelijke kiezers moest hebben gewonnen.
Schaper's verklaring had betrekking op de
onderwijs-politiek. Zij is belangrijk voor de
kennis van het standpunt der S. D. A. P. ten
opzichte van de bijzondere school. Zij is een bewijs
stuk, waaruit blijkt, dat door de politici der
S. D. A. P. reeds vóór het Groninger Congres
van 1902 het beginsel der pacificatie in den
politieken strijd werd beleden en verdedigd. De
verklaring werd gegeven naar aanleiding van
een vraag naar Schaper's oordeel over het toen
aanhangige leerplicht-ontwerp.
In beginsel", zoo schreef de sociaal-demo
cratische candidaatt kan ik mij met het inge
diende ontwerp vereenigen. Als de
anti-revolutionairen erop zullen aandringen, de bijzondere
school gelijk recht te doen wedervaren, dan zal ik
getrouw aan onze leuze: gelijk recht voor allen !
aan hunne zijde staan, omdat ik het onbillijk vind,
iemand te dwingen de kosten te betalen van iets,
waarvan zijn geweten hem verbiedt te profiteeren.
Meer of gelijk subsidie voor de school met den
Bijbel, alsook voor de school van welke richting
ook, mits onder deugdelijken waarborg voor goed
onderwijs, zal ik dus nastreven.
Echter, dat zal voor mij op zichzelf alleen
geen reden zijn om tegen de wet te stemmen,
wanneer die om andere redenen goed is en het
volksonderwijs ten goede komt. Wanneer daaren
tegen de regeering niet geneigd mocht zijn, den
eisch van voeding en kleeding van behoeftige
kinderen in beginsel in de wet toe te staan,
dan zal ik, vooral wanneer het
wetsontwerp op andere wijze in
beteekenis mocht verliezen, in
een en ander reden kunnen vin
den om tegen de wet te stemmen".
De vereeniging van scherpte en
behoedzaamheid, waardoor deze
verklaring zich kenmerkt, was
zeker een treffend bewijs van het
inzicht en het beleid van den
jongen sociaal-democraat, die,
kort na het afleggen daarvan, de
vergaderzaal der Tweede Kamer
mocht binnentreden. Trouwens,
Schaper had reeds den naam van
een bekwaam man te zijn.Ofschoon
de jongste van de honderd kamer
leden, had hij op het terrein van
het openbare leven meer arbeid
achter den rug, dan menige ver
grijsde parlementariër. Reeds in
zijn jongelingsjaren had het socia
lisme hem gegrepen. Het groote,
nieuwe beginsel werd voor hem
de motor van een rusielooze acti
viteit, de bron tevens van een
krachtig idealisme, dat over heel
zijn leven een schoon licht zou
werpen. De moeilijkheden en de
gevaren, die, in de eerste jaren
van de socialistische beweging in
Nederland, haar leiders en die
naren bezochten,deden hem terug
deinzen noch bezwijken. Ook in
de zware worsteling tegen het anar
chisme, waarin hij, met anderen,
tegenover Domela Nieuwenhuis
en de zijnen kwam te staan, deed
hij zich gelden. In de
Groningsche arbeidersbeweging was hij
een figuur van beteekenis gewor
den. Sedert een paar jaren was
hij in de Provinciale Staten van
het gewest en in den Raad van
de stad Groningen een vertegen
woordiger der S. D. A. P., die
zich door ernst, ijver en scherp
zinnigheid de achting van velen
had verworven.
Het bleek al spoedig, dat zij, die
zich verheugden of troostten met
de gedachte, dat met Schaper
een bekwaam man in de Kamer
gekomen was, zich niet hadden
vergist. Aan de reputatie, waar
mede hij op den 25en April 1899
de Kamer binnenkwam, heeft hij
nu vijf en twintig jaren lang beantwoord. Hij
heeft haar gestadig verhoogd.
Wat het in het einde der vorige eeuw voor
het socialisme beteekende, dat een uit de arbei
dersklasse voortgekomen jonge man zijn intrede
deed in de vergadering der Volksvertegenwoor
diging en daar, schier stormenderhand, een
eereplaats veroverde, beseft men ten volle, als men
zich herinnert, dat in Nederland op parlementair
gebied een arbeider nog niet een rol van beteekenis
had vervuld. De figuur van den heer B. H.
Heldt, hoe respectabel ook, had hen, die verlangden
naar het frissche geluid van een tot eigen politiek
besef pas ontwaakte klasse, slechts teleurgesteld.
De verkiezingen van 1897 hadden, dank zij het
kort te voren eenigszins uitgebreide kiesrecht,
wel drie socialisten in de Kamer gebracht maar
de eene, Van der Zwaag, was geen representa
tieve figuur der arbeidersklasse en de beide
mannen der S. D. A. P. waren een meester in
de rechten en een ingenieur. Ook buiten de
Staten-Generaal traden als vertegenwoordigers
van het socialisme in velerlei schakeering, vooral
mannen en. vrouwen uit andere klassen dan die
der arbeiders op den voorgrond. Herman Gorter
en Henriëtte Roland Holst namen, naast van
der Goes, onder de propagandisten voor het
socialisme zeer voorname plaatsen in. Cornelie
Huygens en Wibaut hadden elk een belang
rijke invloeds-sfeer. Rondom P. L. Tak en
zijn Kroniek groepeerden zich een groot aantal
kunstenaars en intellectueelen, die den frisschen
wind van het socialisme met graagte insnoven.
Frederik van Eeden bracht in burgerlijke kringen
gemoedsbeweging met zijn aanklachten tegen de
kapitalistische maatschappij. Het scheen wel
alsof. in. Nederland althans, de arbeidersklasse
slechts met de hulp van mannen en vrouwen uit
de burgerlijke klassen den weg naar het socialisme
zou kunnen gaan.
Toen kwam Schaper in het Parlement. Hij
pakte het werk aan en hij kon het aan. Zijn
handelingen op het Binnenhof gaven het bewijs
van het vermogen der arbeidersklasse, om haar
eigen groote zaak met eigen krachten op voor
treffelijke wij/e te dienen en te bevorderen.
Wat hij miste aan academische voorbereiding
werd ruimschoots vergoed door de kracht en de
scherpte van zijn intellect. Als zijn redevoeringen
Teekening voor de Amsterdammer" door B. van Vlijmen
minder zwaar geladen waren met geleerdheid,
zij kenmerkten zich door een frischheid en een
schranderheid, die in de Nederlandsche Kamer
verre van algemeen waren. Zijn optreden was
dadelijk een belofte; een belofte, die in de
afgeloopen vijf en twintig jaren door hem, en met
hem later door mannen als Helsdingen, Vliegen,
Spiekman, van den Tempel en zoovele anderen,
op schitterende wijze is vervuld.
Schaper heeft, nu een kwart eeuw lang, in het
Parlement een zeer bijzondere plaats ingenomen.
Grenzelooze ijver en blijmoedige ernst deden hem
veler achting winnen. Vandaar dat men van hem
veel heeft verdragen, wat menig ander Kamerlid
niet spoedig vergeven zou worden.
Zijn aanleg deed hem de aangewezen man zijn
voor de behandeling van concrete vraagstukken.
Hij trof het, dat in de eerste jaren van zijn Kamer
lidmaatschap ??onder het Ministerie Goeman
Borgesius-Pierson vele sociale wetten aan
de orde kwamen. Ook zijn ervaringen uit het ar
beidersleven kwamen hem bij de beraadslagingen
daarover uitnemend te stade. Hij ontwikkelde
zich in weinige jaren tot een der meest gezagheb
bende specialiteiten op het gebied der arbeidswet
geving. In den strijd voor de verovering van den
wettelijken achturen-dag was hij de beste kampioen
der Nederlandsche arbeiders. Toen Minister
Aalberse, na den hevig bewogen revolutie-tijd
van 1918, zijn achturen-wet in het Staatsblad"
bracht, nadat Schaper's wetsontwerp voor dat
der Regeering had moeten wijken, kostte het
onderzoek naar het vaderschap denNederlandschen
arbeiders geen tijd.Zij zonden Schaper hunne
gelukwenschen. Inderdaad het juiste adres.
De man, die nu vijf en twintig jaren van
rusteloozen arbeid en zwaren strijd achter den rug
heeft, is geen afgeleefde parlementariër. Hij is
sterk en frisch, opgewekt en ijverig, alsof hij
eerst kort geleden het parlementaire strijdperk
binnen getreden was. Een onschatbaar mede
strijder voor hen, met wien hij dezelfde zaak
dient; voor anderen een geduchte tegenpartij. ,
Zij, die nu streven naar afbraak van sociale
wetten, die Schaper in zoo belangrijke mate heeft
helpen tot stand brengen, zullen met zijn tegen
stand te rekenen hebben. Hij is vlug en krachtig:
hij is fel, als het zijn moet; hij houdt vast!
Ir. J. W. A L B A R D A