Historisch Archief 1877-1940
No. 2446
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
11
ÓVER PLANNEN EN
TOESTANDEN
Te Blaricum en omstreken heeft men stappen
gedaan tot oprichting van een Genootschap tot
ontwikkeling en beoefening van textiel- en
nijverheidskunst voor vrouwen". De zetel van dit ge
nootschap zal gevestigd zijn te Blaricum en in de
Smidse" zal gedurende de zomermaanden een
tentoonstelling worden gehouden van het werk
der leden.
Ziehier de aanvang van een circulaire ons dezer
dagen toegezonden.
Het bestuur, of beter gezegd het voorloopige
comité, stelt zich voor, een groot geheel in logisch
samenstel zich te doen ontwikkelen uit kleine
groepen, opdat elk der leden zoo groot mogelijke
vrijheid zal hebben en een werkend aandeel kan
nemen in eigen groep. Elke groep, bestaande uit
zevenleden, kiest uit naarmidden haarieigenleidster.
Zeven groepen vormen een district, welker leid
sters weereen afzonderlijke groep vormen, waaruit
« tot leidster wordt gekozen. Groepen worden
zooveel mogelijk vaksgewijze ingedeeld, bijv.
weefsters, kantwerksters, borduursters,
vlechtsters, cartonnage- of lederbewerksters, enz.
In hoofdzaak is dit de onderbouw van 't Genoot
schap, de zaak dus waarop 't aankomt. Verder
wordt nog medegedeeld, hoe men zich het werken
van dit instituut voorstelt.
Hoewel in de groepeering een zekere vaagheid
van gedachte niet te miskennen valt, is de basis'
toch goed overwogen en doordacht. Waarlijk er
schemert tusschen de regels iets van een gouden
dageraad, die een zonnigen zomerdag voorspelt.
Wij kunnen de presidente mej. Marg. Verwey en
de secretaresse mevr. L. W. van Oer Meulen
Mulle dankbaar zijn dat zij den moed hebben het
initiatief te nemen tot zulk een verstrekkend plan.
Want aan beide vrouwen moet, evenals aan ons,
bekend zijn hoe welig het dilettantisme in ons
handwerk, heden ten dage voortwoekert. Zij weten
hoeveel teleurstelling elke poging om de kunst in
ons vrouwenhandwerk hooger op te voeren met
zich brengt. De ondervinding heeft ook haar ge
leerd, hoe weinig men zelfstandig werk verricht
en voornamelijk genot vindt in het nawerken van
patronen. Zij begrijpen reeds vooraf hoe-geschift,
gekeurd en afgewezen zal moeten worden, wil
het Genootschap een naam van beteekenis krijgen
en zijn tentoonstellingen belangrijk zijn. Zij zullen
beseffen hoe moeilijk het zal zijn leidsters der
groepen te vinden, die werkelijk over voldoende
bekwaamheid bezitten om haar eigen verkregen
liefst gediplomeerde vakkennis in opbouwenden
zin te kunnen overbrengen op de zeven groepleden.
Want ten slotte is dit een punt van gewicht.
Heeft men geen ernstige, vakkundige leidster,
dan ontaarden de samenkomsten licht in gezellige
werk- en praatuurtjes, waarin min of meer inge
wikkelde werkstukken worden nagewerkt. Dit
kweekt zeer zeker liefde tot den arbeid en als
zoodanig ontzeg ik dit groepwerk niet zijn betee
kenis, doch we hebben iets meer noodig, n.l. de
richting van onze handwerkkunst in goede banen
te brengen of te houden.
Waaruit zal elke groep haar leidster recruteeren?
Deze toch moet in bekwaamheid de zeven leden
overtreffen. Zij zal dus gevonden moeten worden
uit onderwijzeressen met acte fraaie handwerken.
met acte Ns of met het diploma van een onzer
nijverheidsinrichtingen dat de bevoegdheid tot
.leiden" volkomen dekt.
En nu komt weer de leemte aan den dag ik
spreek alleen over onze vrouwelijke handwerken
dat men op de meeste onzer kunstnijverheid
scholen die toch richting aan de kunst geven en
waarop jongens en meisjes hun opleiding ontvan
gen, aan de toegepaste kunst van het naaldwerk
geen plaats gunt. Hoogstens behandelt men het
ontwerp-teekenen in enkele technieken, doch de
praktijk van de kunst wordt op de school niet onder
de oogen gezien. Zie de Duitsche
naaldwerkperiodieken en ge kunt genieten van de
flinkoorspronkelijke werkstukken van scholen en
nijverheidsinstellingen die erin plaat zijn gebracht.
Ze bestrijken vrij wel alle technieken, van het fijne
tulewerk tot het grof decoratieve wolborduursel.
Ze hebben iets buitennissigs, iets Duitsch"
zeggen we, doch is het niet te loven dat daar in
het land dat cukureel zoo hoog staat, ook de
sierkunsl van de naald wordt geacht te zijn
een levend vak dat schoonheid en vreugde kan
brengen. Heeft ook niet de kunstnijverheidsschool
te Zürich haar klassen waar in der vrouwen kunst
de praktijk naast de theorie staat en de ontwikke
ling daarvan dus in goede richting wordt geleid?
Zeker, wij hebben onze kunstambachtsschool
voor meisjes te Amsterdam, een onderwijsinrich
tingwaar men hooge eisenen stelt aan oorspronke
lijk werk en de praktijk in hoofdzaak wordt be
tracht. Doch wat is n nijverheidsschool met een
in dit opicht zuiver leerplan, in geheel Nederland?
Hoe zal 't Rijksopleidingsinstituut voor
Nijverheidsleerkrachten, Dir. Huib Luns, staan tegenover
de ontwikkeling onzer vrouwenkunsten, hoe tegen
over het weven, kantmaken en Egyptisch vlech
ten? Het zal de opleiding van de acte Ns in handen
hebben. In zooverre zal het zich aan de
xameneischen dienen te houden. Dit staat de vrije ont
wikkeling van het vak eenigszins in den weg. Het
zal dan van het onderwijs afhangen er den
frisschen toon in te brengen en wars van alle
verouderen, te getuigen van het nieuwe opleven
dat reeds in den vreemde te bemerken valt
Vóór ons ligt nog de circulaire van het te stich
ten Genootschap. Wij vragen ons af: Is de tijd er
wel rijp voor? De kansen van slagen in kunstzinni
ge richting zijn, vreezen wij, niet gunstig. Doch
alle begin is moeilijk. In den groei toont elke plant
hoe ze geleid wil worden om tot volle ontwikkeling
te komen. Zoo zal het ook hier gaan.
ELI s. M. ROGGE
UIT DEN VREEMDE
Lieve Erna,
P a r ij s
Gisteren was het een van die prachtige voor
jaarsdagen waarop Parijs zoo buitengewoon mooi
n aantrekkelijk is en het werkelijk een overwin
ning kost om naar een tentoonstelling te gaan in
plaats van naar het Bois. De tentoonstelling van
de Union des Femmes peintres et sculptetirs liep
echter al op haar einde en ik wilde deze gelegen
heid om het werk der Fransche schilderessen te
zien niet laten voorbijgaan. Dus richtte ik mijn
schreden naar het Grand Palais waar het 42ste
jaarlijksche Salon van bovengenoemde vereeniging
geopend was.
Na twee trappen te zijn opgeklommen bevond
ik mij in een lange reeks groote koude zalen, wel
stonden hier en daar enkele gaskachels te branden,
maar de warmtecirkel die zij verspreidden had
zeker niet veel meer dan een meter middeüijn.
Mocht de temperatuur echter wintersch aandoen
de aanblik der muren deed geheel aan den zomer
denken, zeker wel een derde der 1000 schilderijen
waren bloemstukken, groote bonketten rozen,
seringen, anjers, muurbloemen appelbloesem,
allerlei bonte kleuren door elkaar, vroolijk en frisch,
voor mijn Hollandsche smaak soms wel wat^al te
kleurig en druk, voornamelijk doordat de achter
gronden niet rustig gehouden waren. Behalve tot
het weergeven van bloemen schijnen de vrouwe
lijke schilders zich ook zeer aangetrokken te ge
voelen tot het portret, vele mooie vrouwen- en
kinderportretten en ook een aantal
tnannenportretten, welke laatsten vooral nietde minsten waren.
Mlle Flor David heeft o.a. een pastelteekening
van Me. Oscar Bloch dat mij bijzonder mooi leek.
Ook Mlle Lavrut en Madame Bourrillon gaven van
die portretten waarvan men zegt, zonder de per
soon te kennen, dat moét goed lijken. Het viel mij
op dat er betrekkelijk weinig groote composities
waren, 'La Véritéréconciliant les adversaires'
van Madame Smith-Champion was een der wei
nige en trok mij niet erg aan. Enkele naaktfiguren
van Madame Maliquet en de landschappen van
Mme Chadwick gaven afwisseling tusschen al de
bloemstukken en portretten. Dieren schijnen niet
veel aantrekkelijks voor de schilderessen gehad
te hebben, ik zag er ten minste maar heel enkelen,
de katjes van Mlle Suzanne Fricquegnon deden
niet aan Henriette Ronner denken en ik prefereer
de stillevens van Lizzy Ansingh boven die van Mme
Crundall en van Mme Bataille. Maar ik wil geen
verdere vergelijkingen maken, ik heb in de laatste
jaren te weinig van onze Hollandsche schilders
gezien. Er waren geen futuristische of
cubistische schilderijen, toch was er onder de jongeren
een neiging om de meer conventioneele schilder
wijze te laten varen, meer durf te toonen door
forsche trekken en levendige kleuren. Er waren
nog eenige vitrines met aardige en niet aardige
miniaturen, een veertigtal beeldhouwwerken die
ik vluchtig ben voorbij geloopen want ik had het
te koud en Het daarom de werkstukken der art
décoratif ook maar voor een volgend jaar.
Het was pas even vier uur toen ik in de zoelere
buitenlucht kwam. De trotsche Are de Triomphe
in een droomerig waas gehuld deedjmooi tegen de
DEN HAAG
Amsterdam Rotterdam
maken ontwerpen en begrootingen zonder
berekening van kosten onder bekende
leiding van de binnen-architecten
H. WOUDA ) Moderne
PAUL BROMBERG } Meubelkunst
J. M. MIDDELRAAD
Klassieke Stijlen
Grootste Meubelfabriek van Nederland
VERZOEKE ALLE STUKKEN VOOR DE RUBRIEK
VOOR VROUWEN" IN TE ZENDEN AAN HET
SECRETARIAAT VAN DE AMSTERDAMMER"
KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM.
HOOFIEN'S ROOMBOTER
WORDT SPECIAAL BEREID
zacht gekleurde hemel lokte dozijnen om de
Avenue op te wandelen. Bij de Place de l'Etoile
gekomen stak ik met vreeze en beven het op dit
uur zoo buitengewoon drukke plein over om onder
de Are het graf van den Onbekenden Soldaat te
bezoeken. ' La flamme ternelle' had ik nog steeds
niet gezien en nu moet ik tot mijn spijt bekennen
dat die betrekkelijk kleine vlam weinig indruk op
mij maakte.
Nog moet ik je even vertellen van twee andere
schilderessen, een Belgische en een Roemeensche
die in de Galeries Georges Petit een aparte tentoon
stelling hadden. De Belgische, Mlle Angelina
Drumaux uit Brussel, heeft zich ook gewijd aan de
'kinderen der natuur', een geheele zaal enkel ge
vuld met bloemstukken, maar welke bloemstuk
ken ! ! Een pracht en schittering van kleuren, pit
tig en met vaste hand geschilderd, hier was het
een werkelijke zomerweelde ! Bij het binnenkomen
trof onmiddellijk een groot doek, een prachtige
veldbouket in een groote vaas, geplaatst op een
rood gelakt Japansch tafeltje voor een half ge
opende glazen deur uitziende op een tuin. Deze
'duftige' veldbloemen deden verlangen naar bui
ten. Ook haar rozen, seringen, tulpen gaven groot
genot, hier had ik wel heel gaarne iets uitgezocht
voor mijn apartement. In haar tweede zaal, met
impressies uit Italië, was de achterwand ingeno
men door een groot doek, een groep
chrysantenplanten in gewoon roodaarden potten dicht op
elkaar gezet, de verschillende zeer mooie kleuren
komen prachtig uit tegen een achtergrond van
een effen gedekte kleur; bij sommige van haar
kleinere stukken was de achtergrond mij soms ook
wel wat onrustig, maar dat is waarschijnlijk de
richting tegenwoordig.
De andere exposante in de nevelzalen, Mlle
Mania Mavro, heeft een geheel ander genre, figuren,
landschapen, enkele portretten, alles zeer tempe
ramentvol, haast manlijk geschilderd, met breede
forsche trekken. Voor mij persoonlijk en als leek
hadden haar doeken minder aantrekking dan het
werk van Angelina Drumaux. Ik ben zeker niet
artistiek genoeg ontwikkeld om haar doeken te
apprecieeren, want haar werk wordt door de
critiek zeer geroemd. Als deze twee schilderessen
soms ook in Holland komen exposeeren vergeet
dan niet er eens heen te gaan en vertel mij wat je
er van vindt.
Gegroet,
M A R i A N N E
De voeding van een zuigeling
met KARNEMELK van
OUD BUSSEM
kost 3O cent per dag.
:-: Kerkstraat 187. - - Tel. 49344. : -: