Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2446
WOLKENKRABBERS
DE WEDSTRIJD DER CHICAGO TRIBUNE"
«r
f
Oog omhoog, het hart naar boven,
Hier beneden is het niet".
Reeds lang spookte het ons in 't hoofd, 'n be
schouwing over de Amerikaansche wolkenkrabbers
te schrijven. Een aanlokkelijk onderwerp waar
reeds veel over geboomd werd.
Zijn deze hooge gevaarten inderdaad iets dat
in vroeger tijdperken ongekend was?
Wie dit mocht meenen, zou zich vergissen. Alle
torens toch, over de Oude wereld sedert eeuwen
verspreid, de hoogste glorie aller landen, zijn in
wezen niets anders. Want
Een wolkenkrabber is slechts een voor praktische
doeleinden geschikt gemaakte en ingerichte toren.
b* Zij het dan ook een toren van veel grooter
afmetingen, dan die van vroeger.
Een bouwkunstwerk van geheel eigen karakter
is de toren; hij vormt een eenheid, een monument
op zich. Wat andere bouwwerken in het horizon
tale zoeken, zoekt hij in de hoogte. Hij is van het
zelfde op zichzelf staand karakter als de zuil,
waaraan hij steeds denken doet. Hij s het
monumentaalste, volkomen in zich besloten type van
kunstwerken.
Deze waarheid treedt het schoonst aan 't licht
in de schaarsche gevallen, waarin deze wondervolle
menschelijke scheppingen geheel alleen staan.
Meestal toch maken zij onderdeelen van andere
bouwwerken, als cathedralen, paleizen, uit, waar
door hun ware grootschheid steeds geschaad wordt.
Prachtige voorbeelden van alleenstaande torens
zijn de Domtoren van Utrecht en de Tour Saint
Jacques te Parijs; ook de Eiffeltoren. Al heeft de
laatste met kunst weinig uitstaande, men zou zich
hem*'Zelfs niet met een daaraan verbonden bouw
werk kunnen denken, zonder hem zijn karakter
totaal te zien verliezen.
Veel sterker nog treedt dit onloochenbaar
conflict bij de Amerikaansche wolkenkrabbers aan
't licht, van welke gebouwen meestal het eene deel
hoog en 't andere opgetrokken wordt. Dit lager
gehouden gedeelte vormt steeds een afschuwelijk
aanhangsel, dat men wel weg zou willen den
ken. Veel ongunstiger is hier de toestand dan bij
dejoude bouwwerken, waar tusschen toren en
overige massa steeds een krachtig uitgesproken
tegenstelling heerscht.
Bij den Skyscraper vormt dat lager gehouden
brokstuk onveranderlijk een uitwas", hoeveel
moeite architecten zich ook geven, dit conflict
bevredigend op^te lossen.
if?
Eliel Saarinen. Tweede Prijs
John Mead Howells en Raymond M. Hood
Eerste Prijs
Beschouwt men de Amerikaansche hooge bouw
werken (hoe verscheiden ook) aandachtig, dan
ontwaart men onmiddellijk, dat de meeste hunner
door deze uitwassen in hun monumentale massa
werking ernstig verstoord worden.
De hoofdzaak dezer cardinale fout schuilt in d,e
ontwikkeling van den opbouw uit het plan, en is
hierin gelegen, dat, terwijl de grondvlakken dezer
gebouwen meestal langwerpig zijn, de ontwerpers
de boven de overige gedeelten uitstekende hoofd
massa toch als van zuiver kwadratischen aard willen
doen spreken en domineeren. Hierdoor móet het
resteerende deel wel den indruk van een
noodgedrongen aanhangsel of toevoegsel maken.
Dit ernstig gebrek, deze hoofdfout in den opzet
nu kleeft ook aan verweg het meerendeel der
ontwerpen voor het gebouw der Chicago Tribune"
En zelfs ook aan de bekroonde composities.
Gelijk bekend is, had de oprichting van hooge ge
vaarten oorspronkelijk uitsluitend een immate
rieel doel. Zij dienden ter verheerlijking der nage
dachtenis van helden en heldenfeiten. In lateren
tijd, en ook nu nog, dienden zij verder om de
geloovigen door den alom vrij zich verspreidenden
klokkengalm in de bedehuizen bijeen te roepen en
hun tevens een wijzer naar boven en aldus een
symbool te zijn.
De skyscrapers danken, gelijk iedereen weet,
hun ontstaan aan heel wat prozaïscher overwe
gingen ! En dit is hun aan te zien. Ook al riekt het
kleed, waar vele hunner zich in steken, bedenklijk
naar den wierook van oude cathedralen.
Zij danken hun ontstaan hoofdzakelijk aan den
grondwoeker, waardoor men in de centra der groote
steden gedwongen wordt, op een zoo klein mogelijk
oppervlak een zoo groot mooglijke hoeveelheid
menschen opeen te hoopen.
De vaak beschreven en overdreven praktische
voordeden van hooge bouwwerken (als de ge
legenheid scheppend voor de best denkbare
centralisatie van werkkrachten) bleken sedert
lang in hoofdzaak excuses voor de excessen der
grondprijzen, dus doekjes voor 't bloeden.
Al hetgeen hierover te berde gebracht wordt,
kan met de enkele nuchtere opmerking: dat
centralisatie in de breedte in alle opzichten prak
tischer dan in de hoogte is, in den hoek worden
gedrongen.
Waar de kans zich dan ook maar eenigszins voor
doet, komt men van de oprichting van torengebou
wen reeds aardig terug. Men verlangt deze
opeenhoopingen van reuzenschaduwen-werpende gevaar
ten niet langer, nu de middelen varijvervoer op
alle wijzen worden geperfectioneerd.
E. J. VAN SCHAICK
MAKELAAR
Korte Jansstraat 25b" - Utrecht
WONINGBUREAU
ASSURANTIES
TELEFOON 125
Toch mogen we hieruit allerminst de conclusie
trekken, dat hiermede de zucht tot het stichten
van hooge bouwwerken op den duur geheel ver
dwijnen zou. Want geenszins zal dit het geval
blijken. Steeds zal de atavistische (aap?)-neiging,
om de hoogte in te willen, blijven bestaan, al was
het alleen maar om daardoor boven elkander te
kunnen uitsteken en in den letterlijken zin elkaar
op den kop te kunnen zien.
Het schijnt ons toe, dat dit laatste doel ook voor
zat bij de eigenaars van The Chicago Tribune, The
greatest newspaper of the world.
Welnu, bij zoo een blad behoort natuurlijker
wijze ook het hoogste bouwwerk. Dat is logisch.
Maar met dat al, en wat men hier ook van zeggen
of denken moge, heeft dit blad met zijn wereld
wedstrijd ter verkrijging van een zoodanig bouwwerk
een prachtige daad verricht, een Koninklijke daad,
zouden we zeggen, indien dit paste bij den
democratischen Amerikaanschen geest. Want deze
wedstrijd heeft bouwkunstenaars van heel de
wereld bijeen geroepen; dit kan zonder humbug
worden geconstateerd. Ziehier de sprekende, alle
kleinzielige praatjes doodslaande cijfers:
Daar waren deelnemers uit alle deelen der
Vereenigde Staten, samen 145 inzenders.
Uit de werelddeelen buiten Europa waren
vertegenwoordigd: Australië, Canada, Cuba,
Mexico, Nieuw Zeeland. Van de Europeesche
Staten: België, Denemarken, Duitschland,
Engeland, Finland, Frankrijk, Holland, Honga
rije, Italië, Luxemburg, Noorwegen, Oostenrijk,
Polen, Schotland, Servië, Spanje en Zwitserland.
Samen 115 deelnemers. (Waarvan Duitschland met
37 en Holland met 11 ontwerpen aan de spits
stonden. )
Totaal dus 260 inzendingen; waarvan 189 tot den
eigenlijken wedstrijd toegelaten werden. (54 bui
tenlanders en 135 uit de Ver. Staten).
De prijzen waren dan ook vorstelijk ! Naar men
weet, bedroegen zij respectievelijk 50.000, 20.000,
en 10.000 dollars; en met dit beding, dat, hoe ook
de wedstrijd verloopen zou, deze prijzen in elk
geval uitgekeerd zouden worden. Wat dan ook
geschied is. Bovendien waren tien Amerikaansche
architecten apart uitgenoodigd, die ieder 2.000
dollar ontvingen.
David H. Morgan