Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2446
(Teekeningen voor de Amsterdammer"
door B. van Vlijmen)
DR. WILLEM ROYAARDS
geteekend bij zijn vertrek uit den Stadsschouwburg,
INDISCHE CAUSERIEËN
OOENA?GOENA
Ooena is een in de Maleische taal uit het
Sanskrietiovergegaan woord, dat nut" beteekent en
tevens tooverkracht". De dubbel-vorm
goenagoena" is een samenvattende uitdrukking ter
aanduiding van middelen en verschijnselen, die
verband houden met het bovenzinnelijke of boven
natuurlijke. Ieder, die in Indiëkomt, hoort de
uitdrukking en ook in het moederland is zij niet
volkomen onbekend meer; dit laatste voorname
lijk door de vele in de koloniën spelende novellen
en tooneelstukken en in het bizonder nog door den
roman van Louis Couperus, welks titel tevens een
kernachtige vertaling van goena-goena" gaf:
Stille kracht".
Het ware echter onjuist te meenen, dat
goenagoena uitsluitend een benaming is voor de ver
schijnselen, die in dezen merkwaardigen roman
worden beschreven, namelijk het steenwerpen en
het sirih-spuwen; voor het steenwerpen bestaat
de afzonderlijke benaming gandaroewa" maar
goena-goena omvat gelijk gezegd alles,
wat men wel eens met een misbruikten
kantiaanschen term hoort noemen transcendente
verschijnselen". Toch zijn juist dit steenwerpen
en het sirih-spuwen de bekendste vormen
van goena-goena"; daarom wil ik juist over deze
hier iets vertellen en enkele persoonlijke ervaringen
meedeelen.
Het komt in Nederlandsch-Indiëen trouwens
ook in Voor- en Achter-Indiëgeregeld voor, dat
in huizen op geheimzinnige wijze met steenen
geworpen wordt geheimzinnig daarom wijl
niemand ontdekken kan wie de steenen werpt en
hoe ze geworpen worden. Dit steenwerpen gaat
veelal samen of wordt ook afgewisseld hiermede,
dat op allerlei plaatsen, waar dit het minst oor
baar is (bij voorkeur in gereedstaande spijzen of
in het badwater) een roodachtig-gekleurd slijmerig
vocht wordt nedergeworpen, zonder dat weer
blijkt wie dit doet of hoe dit geschiedt. Dit rood
achtig slijm blijkt bij nader onderzoek menschelijk
sputum te zijn, vermengd met het sap van de
sirih-pruim. Een sirih-pruirn is een samenstelling
van kalk, gambir (terra japonica, catchou) en
pinang (betel), gewikkeld in een blad van de sirih
(een inlandsche klimplant met fraaie hartvormige
bladeren); deze pruim wordt door mannen, zoo
wel als door vrouwen gekauwd evenals de
westersche tabakspruim en heeft de eigenaardigheid het
speeksel en de lippen vuur-rood te kleuren. Een
huis waarin steenwerpen" of sirih-spuwen"
voorkomt, krijgt al spoedig den naam van spook
huis; de bewoner neemt veelal de vlucht en het
huis komt leeg te staan; soms houdt dan de over
last op, soms ook niet.
Toen ik zelf in Indiëkwam, had ik reeds een
en ander over goena-goena gehoord; ik had den
roman van Couperus gelezen en ook nog een ander
boek van den nu vergeten, maar eens door
Lodewijk van Deyssel nog zeer geprezen Indischen ro
mancier Maurits, hetwelk ook den titel
GoenaGoena" droeg. En ik was zeer verlangend het ver
schijnsel tens van nabij te beschouwen. Eerst
tegen het einde van mijn eerste Indische jaar deed
zich daartoe de gelegenheid voor. Aan den weg,
die van Soerabaja naar Wonokromo voert, be
vond zich een huis, waar zoowel 's avonds als
overdag en vooral des morgens na zonsopgang
steenen werden geworpen. Ik begaf mij er heen op
een Zondagmorgen, in de ochtendkoelte.
Mijn metgezel en ik posteerden ons in een der
zijvertrekken hetwelk een venster had, dat op het
erf uitzag en een deur die tot de zoogenaamde
middengalerij ( = corridor welke voor- en achter
galerij verbindt en midden door het huis loopt)
toegang gaf. Het venster-op-het-erf was gesloten
met een- vervelooze persienne. Na eenigen tijd
wachten werd onze moeite beloond: een pot
scherf vloog door de gang in de richting der
voorgalerij en even later een stuk kiezel in de tegenover
gestelde richting. Er was niemand te zien.
Ik kan volstrekt niet zeggen, dat wij bizonder
onder den indruk kwamen: er was niets
huiveringwekkends of akeligs in.
Eigenaardig was, dat de steenen niet immer met
dezelfde kracht werden geworpen en ook blijk
baar niet van hetzelfde punt. Het zonderlingste
was echter, dat op het punt, waar naar schatting
de werper moest staan.... niets stond. Wij ble
ven ongeveer anderhalf uur in het huis. Toen hiel
den wij het niet meer uit tegen de verveling en
gingen heen. Wij hadden daar er geen stoelen
in het leege huis waren naar inlandsche wijs
gedjongkokt2) in de deuropening van het
ziivertrek en hoewel de projectielen langs ons scheerden,
werden wij geen enkelen keer getroffen.
Later heb ik nog nmaal het verschijnsel kun
nen waarnemen. Het was te Weltevreden in een
kampong, waar de kleine Indo-burgerij woont. De
steenwerperij had plaats in hetgeen men in Indi
een paviljoen" noemt d.i. een bijgebouwtje
staande op hetzelfde erf als het eigenlijke woonhuis.
In dit paviljoentje plachten twee nauwlijks
huwbare Indo-meisjes te slapen. Voortdurend
echter regende het steenen in het ledikant, zóó
zelfs dat de klamboe (muggengaas) aan flarden hing.
Duidelijk zag ik brokken kalk en kiezel vallen,
verticaal; het was als kwamen deze uit de zolde
ring, die echter geen enkele opening vertoonde.
Het geval amuseerde mij bizonder, daar de vader
der meisjes, die nu van haar slaapplaats beroofd
waren en op de voorgalerij zaten te knikkebollen,
voortdurend den onzichtbaren werper beant
woordde met de kernachtigste Soendaneesche en
Maleische scheldwoorden.
Wat moeten wij van dit steenwerpen denken?
Men geeft zeer verschillende verklaringen. Een
der meest gewone is deze, dat de steenen eenvoudig
door iemand, die zich verdekt heeft opgesteld,
geworpen worden en wel zóó, dat zij juist ;;;'( die
richting schijnen te komen, in welke zij geworpen
worden. ledere beroepsgoochelaar en jongleur kent
en beoefent deze werp-handigheid. Vele inlanders
verstaan bovendien de kunst met de teenen te
werpen. Toch is deze opheldering onaannemelijk
voor alle gevallen, in 't bizonder voor dezulke,
waarin behalve den waarnemer, niemand in het
gesloten vertrek aanwezig is. De volgende theorie
komt mij juister voor: door kwaadwiUigen worden
tusschen de bamboes, waaruit dak of zolderwand
bestaat, des daags steenen van verschillende grootte
aangebracht; overdag is de bamboe door de warm
te uitgezet en knelt aldus den steen vast; 's nachts
krimpt de bamboe in en laat den steen los.
Aldus wordt duidelijk het loodrecht vallen in het
paviljoen der meisjes en vooral het ongeregeld
neervallen, want bij een dunnen steen moet het in
krimpingsproces verder gevorderd zijn dan bij
een dikken, die veel rder door de knellende bam
boes wordt losgelaten.
Eenderde hypothese is aldus: de steenen worden
geworpen door kleine automatische katapulten,
van uiterst primitieve constructie; op een plankje
wordt een breed stuk elastiek bevestigd en gespan
nen gehouden door een pennetje, dat met was in
een gaatje van het plankje wordt vastgezet. Zoo
dra nu door de hitte van den middag deze was
afsmelt, springt het pennetje los, het elastiek
ontspant zich en slingert den daarin gelegden
steen weg. De lezer kan hiermede de proef nemen,
als hij zulk een toestelletje in een koude kamer op
stelt, dicht bij de kachel, die straks zal worden
aangelegd: goena-goena voor de huiskamer, waar
bij echter voorzichtigheid geboden is !
Dat het steenwerpen ook in de koele nachten
voorkomt, is geen bezwaar. Vooral wanneer het
elastiek versleten is, springt het bij genoegzame
spanning eindelijk wel van zelf stuk en slingert
onverwachts zijn projectiel weg. Wie echter op deze
wijze een pakkende steenwerperij organiseert,
VRAA8T BEKNOPT PROSPECTUS
moet echter wel voor heel veel geladen" toestel
letjes zorgen en ze op heel verborgen plaatsen
neerzetten.
Geheel afdoende is daarom ook deze theorie
niet. Vraagt men mij nu of ik de zoogenaamde
occulte" verklaring niet aannemelijk vind, dan
antwoord ik, dat deze eigenlijk geen verklaring is.
Immers men lost een vergelijking met onbekenden
niet op, wanneer men deze laatste substitueert
door andere onbekenden. En wat zijn begrippen
als Elementalen", Od-kracht", Telekinesis"
anders dan.... onbekenden? Echter wil ik gaarne
toegeven, dat niet alle natuurwetten ons bekend
zijn en wij dus geenszins elke onderstelling, die
niet past in het systeem van ons huidig weten,
moeten verwerpen.
Plaatsruimte ontbreekt mij, ook nog iets over
het sirih-spuwen mede te deelen. Veelal beweert
men, dat de spuwer, die sterke longen heeft,
door een pijpesteel of fijn buisje het sirihvocht in
de gewenschte richting blaast; handig weet hij
het buisje door een bamboe-wand te wringen en
maakt nu den bewoners op de reeds beschreven
vieze wijze het leven ondragelijk.
Nog zij hier in herinnering gebracht, dat vijf
jaar geleden te Amsterdam in de Kerkstraat zich
een geval van steenwerpen heeft voorgedaan: de
projectielen bestonden in knikkers. Men trachtte,
naarde beginselen der balistiek, uit den beschreven
boog en het punt van neerkomst te berekenen
waar het punt van uitgang" lag. Doch op dit
punt was.... niets. Talrijke ruiten werden ver
brijzeld. Ook hier bleef, ondanks een uitgebreid
politieonderzoek, het raadsel onopgelost en de
vreemde rustverstoring hield vanzelf en even plot
seling op als zij gekomen was.
MR. H. G. KOSTER
1) Het oudste mij bekende rapport over steen
werpen is dat, hetwelk aan den heer . G. van
den Bosch uitgebracht werd naar aanleiding van
een geval te Soemedang in 1831.
In het standaardwerk van prof. P. J. Veth,
Java", wordt op blz. 383 van het vierde deel
van het steenwerpen gewag gemaakt, met ver
wijzing naar een artikel van Dr. Vorderman in
het Natuurkundig Tijdschrift voor Ned.-Indië"
Jg 1877.
Gerjtacker, de bekende Duitsche insectoloog,
die ook onze koloniën bereisd heeft, publiceerde
in 1871 een artikel over Gandaroewa" oder
gespenstiges Steinwerfen".
De uitdrukking gandaroewa" wordt ook door
prof. Veth gebezigd; de afleiding van dit woord
is mij onbekend.
2) gehurkt gezeten
TUNSPORT Mi. J O L LH N D",
Weesperzijde 94, AMSTERDAM
-HOLLAND" f
???- "??..? . -i ?_
. - -:V.
,
?,,..Urt-i>--';..Telefoon 51271. Tel.-Adres Transport''
VERHUIZINGEN, ook per gesloten auto
verhuiswagens met aanhangwagen. Binnen
een rayon van 8O Km. bespaart men
Hotelkosten.
BEHANGERIJ en STOFFEERDERIJ
Machinale Stofreiniging.
Bewaarplaatsen voor inboedels