De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 3 mei pagina 7

3 mei 1924 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 2446 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND STEUNZOLEN fNCT OP91AANOCN HERSTCLT U.A O.2.VO fRAVENSWAAY "GORINCHEM[ VANJCHAICKT ! MEUBELTRANSPORT Mïj BERGPLAATSEN v. INBOEDELS BINNEN-EN BUITENLANOJCHE j TRANSPORTEN l OVERBRENGEN y. MEUBILAIR OOKPER AUTO TAPISJIEBE BOOTM5TPAAT, UTRECHT TEL 163 DDIf' FRIESCHE DDlYHEERENBAA SiilsehÉlltllS BUI Zilfonë. m Cmt Ir. In den Boekh. en na postw. bij RIËNTS BALT, Den Haag, Daguerrestraat 28. DEGELIJKE OPLEIDING, montt. on mohrlft. ?a» bovonmtaand adro* ZANDVOORT Eerste Rang Familiehotel Vraagt Prospectus Motor- on Zeiljachten TE KOOP, In dl verse groottenen prijzen. Lijst van In commissie staande vaaituigen gratli en franco toegezonden. BIÏIGHAn ft LUOT APD. JACHT AGENTUUR Slepersvtst 1 Rotterdam ONZE WULP Als je in vroeger jaren dwars door de Peel wandelde in dezen tijd van het jaar, dan had je altijd een eerewacht van wulpen. Je hadt nog geen vijf minuten het bouwland om het dorp verlaten en c e'tocht aanvaard langs het drassige pad met de geurige gagel, of daar vloog uit de hei c e groote grijze vogel met de lange kromme snavel op en zweefde op veiligen afstand om je heen met luid en klagelijk geroep, dat af en toe bedenkelijk leek op: schoel-je, schoelje". Na een paar mi nuten had hij er genoeg van, gaf nog een laatsten afscheidsgil en gleed dan op strakke wieken terug naar zijn punt van uitgang, waar hij spoorloos vercween. Maar reeds kwam een tweede aanvlie gen, die bracht je weer een paar kilometer verder en zoo kwam je dan van Boxmeer naar Gemert of van Weert naar Helden van de eene wulp over gegeven aan de andere, net als een landlooper, die over de grens wordt gezet. Hetzelfde ondervond ik ook telkens als ik de mooie wandeling deed van Barneveld over Qarderen naar Apeldoorn, of als ik door de duinen ging van Bloemendaal naar Zee. In den goeden tijd passeerde ik dan door vijf wulpengebieden. Hoe is dat alles veranderd ! Dezer dagen reden we van de Plasmolen over Heyen, St. Antoni, Ge mert en Helmond naar Heeze en je gaat dan dwars door de Peel, waar die het breedst is. Op den heelen langen weg zagen wij maar n wulp en toch was het een mooie lenteavond en dan zijn de wulpen ook druk, zelfs als ze niet verontrust worden. Den volgenden dag in de streek der Acht Zaligheden n enkele wulp en eerst onder Hilvarenbeek werd het wat drukker, maar daar waren dan ook nog drassige paden en geurige gagel en groote stukken hei met blinkende plasjes, Wulp broedend (Uu Burdet's stereoscoopplaten) Jonge wulpjes pas uit 't ei (Uit Burdet's stereoscoopplaten) gespaard uit de Ontginning. In de duinen is het al niet veel beter; het vijftal van weleer is hier geslonken tot twee. Langzamerhand gaat de wulp behooren tot de minder algemeene vogels van Ne derland en dat kan wel niet anders, want hij is een echte bewoner van de woeste gronden en die ver dwijnen zienderoogen. We mogen er al wel eens aan gaan denken, om het aantal broedende wul pen te tellen; ik vrees, dat de uitkomst niet meevalt. Dat tellen is gemakkelijk genoeg, want geeneen wulp laat na, om te protesteeren, wanneer je zijn broedgebied betreedt. Hij komt niet zoo dichtbij als grutto of scholekster, maar is op verren afstand toch dadelijk te kennen aan zijn tamelijk dik li chaam en aan den langen omlaag gebogen snavel. Hij maakt een donkeren indruk, maar als de zon zijn onderzijde beschijnt komt daar en onder de vleugels veel licht voor den dag. Ook bovenop zijn staart is hij wit, maar overigens heeft hij dezelfde kleuren als de leeuwerik, lichtgrijs en donkergrijs en gelig en bruin, ongeloofelijk mooi gevlekt en gestreept. Zijn melodische roep is iets heel aparts, zoo vol en helder en indrukwekkend roept geen andere vogel. Meest is het een lang uitgehaald tweelettergrepig geluid, telkens herhaald met korte tusschenpoozen, maar soms volgen meer stooten elkander op en ontwikkelt het geheel zich zelfs tot een soort van triller. Dat is dan meer vreugdebetoon dan alarmkreet of lokroep. Hij is inderdaad heel vroolijk, hij kan nooit lang stommetje spelen. Onze duinwulpen gaan geregeld hun voedsel zoeken inde weilandenen ze komen dan aanvliegen hoog over de bosschen van den binnenduinrand. Zoowel bij het gaan a!s bij het terug komen barsten zij aan telkens los in een lustig gejodel en dat is een van de aardigste geluiden van de lente, dat je hier voorheen den ganschen dag hoorde. In de omgeving van de nestplaats vertoonen ze vaak hun vliegkunsten. 't Is natuurlijk heel moeilijk, om ongezien die plekte bereiken, maar het lukt toch wel, als je maar wil. En de moeite wordt wel beloond, als je den vogel langs de duintoppen ziet vliegen, al jodelend, nu eens met snellen wiekslag stijgend, dan weer op roerlooze vleugels in groote golflijnen neerdalend. Een gewoon wandelaar vindt een wulpennest alleen bij bloot toeval, een vogelkenner heeft er de moeite en den tijd voor over, om hetwerkelijk te zoeken en dat lukt den een dan weer beter dan den ander. De duinarbeiders en koddebeiers hebben de beste kansen en die waarschuwen mij dan wel eens, als ze er een weten te liggen. Dan mij den we die plek, maar tegen dat ae jongen uit komen gaan we wel eens kijken. De broedende v< gel zit dan zoo vast, dat ze 't nest niet verlaat, ook al sta je er vlak bij. Als de jonkies uit 't ei komen, zijn ze eerst wat nat en smoezelig, maar heel spoedig drogen ze op en dan zijn het allerliefste donsvogeltjes met een vrij korten rechten snavel. Ze moeten nog heel wat veranderen, eer ze aan hun ouders gelijk zijn, maar dat gaat toch heel snel. Na een paar weken loopen ze op lange beenen rond en zoeken huns gelijken en verdere verwanten en met elkander zoeken ze dan de hooilanden op, want daar valt van alles te bikken, nu het lange gras verdwe nen is. En langzamerhand zakt het heele gezel schap af naar de zee en naar de zilte plassen en geven die heerlijke nazomerdrukte aan de stranden en banken van de Waddenzee en de Zuiderzee en van de Zuid Hollandsche en Zeeuwsche stroomen. Daar kunnen we dan nog eens wulpen zien in groot aantal. Soms staan ze een half uur doodstil aan den rand van de zandbank. Dan weer waden ze over het slib en boren met den langen snavel naar wormen en schaaldiertjes. Geraken ze onverwacht in dieper water, dan zwemmen ze heel getroost een eindje, want dat kunnen ze ook al. En van tijd tot tijd vliegen ze op, nu eens een twintigtal in een rechte lijn achter elkander, dan weer in de be kende V-formatie Een enkele, die achterbleef, rept zich nog als een razende, om de troep in te halen en kondigt zijn komst aan met den mooien lokroep. En overal in het rond is het roerig van andere vogels: breede gelederen van bonte pieten en rosse grutto's, wolken van meeuwen ensterntjes, strengen van zeeëenden, troepen van pleviertjesen telkens opblinkende zwermen van duizenden en duizenden strandloopertjes. Dat ziet er heel anders uit, dan in de stille duinvallei. In al die drukte vertieren ook wulpen, die kleiner zijn dan de onze en een duidelijke lichte streep hebben midden over den schedel. Dat zijnde regenwulpen die broeden niet bij ons, maar hoogerop, tot aan de Noordpool toe. Het broedgebied van onzenwulp reikt lang niet zoo ver en ligt eigenlijk geheel in de bewoonde wereld, een reden te meer om ons over zijn lot bezorgd te maken, 't Is voor hem maar gelukkig,dater in ons land nogeenige stukken hei en duin liggen, die niet in aanmerking mogen komen voor bebossching en ontginning. JAC P. T n i j s s E lllllllllllimilllHlllirilllllllllllllMlIllllllllllllllllllllllllll Illlllllllllllllllllllllll I?MOERHEIM": l DEDEMSVAART l l NU WORDEN I (WATERLELIES! j GEPLANT I I CATALOGI GRATIS OP AANVRAAG | IIIIIIIIIUUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII IIIIIIHIIIIIIIIIIIHIIIH

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl