De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 3 mei pagina 8

3 mei 1924 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER,|WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2446 OLDENKOTT» TABAK ?MSIEDS i MEI IS HET PARAPLUIE-MAGAZ1JN V4N DE FIRMA BIEGELAAR VEENESTRAAT 31 VERPLAATST NAAR PAPE STRAAT 18 DEN HAAG TELEPHOON H. 2502 DE AMSTERDAMMER Weekblad voor Nederland kost slechts f 10.?per Jaar INSTITUUT OVERTOOM Amsterdam Overtoom 57 en 93a Rotterdam Kruisstraat 40 Tipen- Steno - Talen ? Boetalen BOUWT IN HET OOSTERPARK TE BILTHOVEH IILICHTIHGEI IEHSTREKT DE DIRECTIE TEL. INT. :?No. 6538 10/15 P.K.. 4 pi. 15/20 P.K. 6 pi, 20/30 P.K.. 6 pi. f 3500.?£ 5200.?f 6200 . J. LEONARD LANG, AMSTERDAM J SPECIAAL ZAAK IN KRIMPVRIJE GEZONDHEIDS ONDERGOEDEREN KOUSEN en SOKKEN BIJKOMSTIGHEDEN cxxni Ach, dat was een goeie, bezielde tijd geweest ! De meeste menschen zagen er op neer; grappen, dwaasheden, wat was daar nu eigenlijk voor bizonders aan? Maareen goeie grap is wel degelijk iets waardevols, en hij had er voor geleefd, zooals een ander voor zijn werk of zijn kunst. Ja, dat was nu zijn kunst geweest; maar hoe kwam hij dan zóó diep gezonken, dat hij in een gezelschap van leuterlievende idioten dat schoone spel van zijn phantasie ten toon had gespreid? Was het om zich aangenaam te maken in hun oogen? Maar elk woord kreeg immers een andere, dan zijn eigenlijke beteekenis in deze omgeving, die niets wist van echt jolijt; die duf en beschimmeld en zuinig was.. of had hij zich voor zich zelf willen rehabiliteeren, omdat hij voelde, dat hij ten onder ging; dat hij langzamerhand sprekend begon te lijken op deze secure broekjes, met hun vast bitteruurtje, hun vaste anecdotes, hun vasten kellner en hun vast ontbindingsproces ! O God, als de aftandsche charmeur was hij geweest, die nog eens moet opsnijden van zijn vroegere conquêtes ! Maar wie daarover begint te spreken, heeft het recht om ze te beleven voor altijd verbeurd; en zoo zou ook zijn schalksche muze hem voor altijd aan de een zame eentonigheid overlaten, omdat hij zich tegenover anderen over haar gunsten had verhoovaardigd. O, en vroeger, die heerlijke spanning en onrust, als er weer een inspiratie" in hem rijpte, en de klare, alles-vervullende vreugde, als hij wist, wat hij zou doen ! Lachen deed hij zelf nooit, als hij eenmaal met iets bezig was, maar met een bijna plechtig genot volbracht hij zijn werk, en als het voorbij was, legde hij zich neer, moe en voldaan, zooals een ander na een dag nuttigen arbeid. En nu, daar lag hij op zijn rug, en zijn ver standige medemenschen zouden zeker zeggen, dat hij nu mér recht had moe en voldaan" te zijn dan vroeger, omdat hij dien dag zes uren lang plechtstatige woorden had neergeschreven en groote vellen papier met ernstige toewijding afgevloeid. Maar hij kon het niet dragen; hij kon er zich niet indenken, dat hij dit leven zou moeten voortzetten tot aan zijn dood, zooals de notaris, die twee kamers verder in zijn eenzame, muffe bed lag te ronken, zooals de veearts aan den over kant van het gangetje en de substituut om den hoek.... Het werd hem een obsessie zich al de kamers van het hotel voor te stellen in elk waarvan een ouder wordende man lag, leelijk, onverzorgd en onbelangrijk, de vaste klanten, die hij eiken dag ontmoette en er tusschen-door de reizigers, die maar voor n nacht kwamen, met hun breede, stompe vingers en hun berookte tanden. Wat leek het leven triestig en hopeloos, als je het van den kant van den alleenen, verotiderenden man bekeek, die niet met den snellen stroom van het grootestads-leven wordt meegezogen, maar die ergens opzij was neergeworpen, op een plekje, tot waar de vloed nooit stijgen zou, op een plekje, waar hij tot zijn einde moest vegeteeren. En was er hopeloozer geluid in de stilte van den nacht denkbaar, dan het zagende gesnurk, dat van beide zijden door de dunne wanden drong, de ronkende slaap van afgesloofde dieren, die, zonder droomen en zonder iets, dat liefelijk is, duurt tot de roffel van den kellner op de deur hen in den grauwen ochtend luid geeuwend doet ontwaken en hen opnieuw den wreeden alledagsleur indrijft. Als ik nog iets waard was, dacht hij ineens met een nieuw erbarmen, als ik nog iets waard was, zou ik voor hen toch wel eens iets kunnen beden ken, dat ze uit die moordende eentonigheid op schrikte. O, als ik hier gekomen was met den fut van vroeger, wat zou dan het heele saaie, kleine nest zijn wakkergeschud ! .... De brouwende, quasi-deftige stem van den kellnerechode doorde gang: Zeven uur, meneerr ! Jawel, meneerrr, de barbier kan zóó hier zijn.... Warrm water, meneerrr!" Ochtend, dacht hij triestig; regen zeker Maar hoorde hij daar niet een vogel, die kwetterend zong, en was er ook niet nog iets anders in zijn hart, iets lichts, een blijheid als een roes, een vaag zwevende gedachte, die nog niet heelemaal vorm wilde nemen, terwijl hij al bezig was zijn jasje tot bovenaan toe te knoopen, zijn haar op een rare manier naar voren te bor stelen, zijn kannetje warm water, scheerzeep en kwast te verzamelen, tot hij ineens, bijna als in een droom, voor de deur van zijn buurman, den reiziger in lichtreclames stond.... Hij klopte! Barbier, meneerr !" Binnen"! De man stond in een afschuwelijk rose overhemd en pommadeerde zijn haar. 't Wordt lief weertje, meneerr", praatte hij, inzeepend, de barometer stond vanochtend " Hij was heel rustig en gedragen in stem en gebaar, hij voelde zich als zweven door de kamer Toen verontschuldigde hij zich: Daar heb ik mijn mes in mijn overjas laten zitten, oogenblikje maar, meneerrr".... En een minuut later klopte hij bij den reiziger in schrijf machines: Barbier, meneerr !" Zejfde gesprek, zelfde onder breking Toen de wijnhandelaar, de man van de fietsensloten, en van de inmaakfabriek; de lapjesmeneer weigerde, omdat hij het altijd zelf deed, en dat was maar goed ook, want bijna tegelijkertijd begonnen van alle kanten de electrische Dellen te rinkelen, zoodat hij zich nog net op zijn eigen kamer in veiligheid kon brengen, waar hij snel zijn haar achterover borstelde, zijn jas uittrok en zich grondig inzeepte.... Een minuut later klonk ook het alarmsignaal van zijn kamer; geloop, geroep, gedraaf; majesteitelijk opende hij zijn deur. Waar blijft nu die beroerde barbier?" Het is onverklaarbaar, meneer", zei de ober ontzet, u ook al; nu zitten er zes heeren ingezeept, en de barbier hij is nergens te vinden, hij is er nog heelemaal niet geweest, hij is juist wat laat; zes heeren; we zijn bang, dat een oplichter.... laat de heeren uit alle kamers " De schoenpoetser, de kamermeisjes, de werkvrouw en de kofferjongen, allen stonden in de gang, PATRAM met een flikkering in den blik en een spanning cm den mond,omdat er nu eindelijk eens wat te doen" was; de notaris, in zijn statige kamerjapon, de substituut met zijn tandborstel in de hand, de kinderen van den eigenaar, alles dromde, bij elkaar en staarde gebluft, geboeid, geschokt, naar de zes ingezeepte gezichten, waarin de oogen onwe zenlijk donker leken. Een ongunstig type had hij wel", zei de lichtreclame, maar hij kan in dat oogenblik niets hebben gestolen". Mijn horloge en mijn ringen, alles ligt, zooals 't lag", verklaarde de wijnhandelaar. Maar wie weet, wat hij gedaan had, als hij zijn mes eens niet vergeten had", opper de de werkvrouw, smullend aan de griezïligheid. Maar we moeten hem te pakken krijgen", riep de schoenpoetser, laten we alle kamers gaan afzoeken". En de veearts sloeg alarm, omdat hij zijn instrumentenkist nergens zag. Iedereen laaide van moed of verbazing of angst. Toen hoorde men oneens een sleependen tred op de trap; alles zweeg, alsof men nu de oplossing van het raadsel wachtte: het was de barbier, mét zijn mes. Sprakeloos staarde hij de ingezeepte gezichten aan, staarde, tot plotseling de algemeene spanning brak in een ontembaar, onweerhoudbaar gelach. Hij draaide zich om en ging stil naar zijn kamer; ernstig nam hij zijn mes en begon over zijn wangen te schrapen. Maar zijn hand beefde een beetje en zijn oogen waren vochtig.... Het was goed geweest; iedereen had gelachen.... Hij was nog niet op, zijn muze had hem niet verstooten, en de vogel in den ouden tuin zong van de lente.... ANNIE SALOMO NS CORRESPONDENTIE CARL GREVE. Uw inzending is niet geschikt. Wij wachten opgave adres. ^BIJENKORF' GEZELSCHAPPEN 20-200 PERSONEN _ S^estaurant a la catte _ = gekende keuken! ~

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl