De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 10 mei pagina 8

10 mei 1924 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND NÖ. 2447 BIJKOMSTIGHEDEN CXXIV Het is een zeer oude grief, dat menschen, die op een zeker gebied iets presteeren, de macht van hun naam misbruiken door hem bij andersoortige questies gewicht in de schaal te laten leggen, terwijl ze in dat opzicht miss'chien geenszins competent zijn. Want zij, die iets bereiken, die een in-het-oog-vallende plaats innemen in de wereld, zijn veelal de eenzijdigen, die, in wijze beperking, al hun energie slechts op n punt hebben gericht en de verdere wereld maar lieten draaien, zooals ze wilde. Hugo Stinnes zou in kunstzaken een minder gefundeerd oordeel hebben kunnen uitspreken dan de eerste beste middel matige meneer, die, naast zijn rustige bureauwerk, ook nog tijd genoeg heeft om een boek te lezen en schilderijen te gaan zien; en het feit, dat iemand een groot bouwmeester is, of een welsprekend raadslid maakt het nog heelemaal niet wenschelijk, dat hij met adressen" zijn meening omtrent schouwburg-questies den volke kond doet, want wie zijn héle leven aan de bevordering van stedeschoon of aan de politiek heeft gegeven, leeft allicht minder mee met de geheimzinnig-boeiende, altijd-weer-veranderende wereld achter het voet licht, dan het ? kantoormeisje met hooge hakjes en gepoederd neusje, dat, in de engelenbak, elke ' première keurend mee geniet. Het zou dan ook wel erg goed zijn, als we op de een of andere manier tot mos" konden maken, dat men nooit over iets een uitspraak mocht doen, als men er niet zelf aan gewerkt had en dus wer kelijk wist, wat er aan vastzat; en dat, als men zijn loslippigheid toch niet had kunnen bedwingen en er iets uit had geplapperd over dingen, waar men volkomen buiten stond, men door de commu nis opinio gedwongen kon worden, dat zaakje, waarover men zoo'n groot woord had, dan maar eens zelf op te knappen. Want wat worden we zacht in ons oordeel en verontschuldigend en be grijpend, als we hier en daar eens een kleine questie met al haar voor's en tegen's, haar onverwachtsche verwikkelingen en haar telkens weer nieuwe aspecten hebben moeten oplossen en naar analogie daarvan eenigszins kunnen bevroeden, wat er aan werkelijk groote gevallen vast zit, en hoeveel wijs inzicht en voorzichtig overleg er misschien tenkoste zijn gelegd aan een probleem, dat ten slotte toch nog verkeerd is uitgevallen Wie dan ook zoo erg nadrukkelijk over incompetente leiders" kunnen schelden, moesten eigenlijk maar eens in hun binnenkamers bedenken, dat in zeke ren zin niemand heelemaal voor zijn taak is bere kend; dat er eigenlijk alleen sprake kan zijn van mér of minder incompetent, omdat de maatscnappelijke machine al lang vél te gecompliceerd is geworden om nog door iemand heelemaal naar wensch bediend te kunnen worden; en het zou dan ook wel goed zijn, als we ons als levensregel aanwenden, ons den heelen dag door met dank baarheid te verbazen, als de dingen goed en vlot van stapel loopen, en van zelfsprekend te achten, als het hier en daar hokt en hapert.... Dat zal op den duur een veel dragelijker en geschikter houding blijken te zijn, dan wat bevredigend gaat, onopgemerkt te laten en bij elke fout op te springen alsof de hemel instortte. Als ons heele wereldsche bedrijf in al zijn onvol maaktheid toch tamelijk wel in gang blijft, dan moet daar met eindeloos veel vernuft en toewijding en energie aan zijn gewerkt, en daarvoor is een beetje waardeering van onzen kant zeker niet misplaatst. Daar is nu bijv. de post: altijd leest men inge zonden stukken over brieven, die te lang onderweg zijn gebleven; nooit komt iemand zich eens in de courant verbazen, dat een couvert, met een zeer onvolledig adres, toch nog zijn bestemming vond. Nu heb ik van mijn jeugd af een soort van bewonderende liefde voor het genus brievenbesteller" gehad, omdat, in het afgelegen huis, waar ik mijn eerste versjes schreef en mijn eerste groote emoties beleefde, alle geluk mij door zijn handen pleegde te worden geschonken. In die felle jaren van gespannen verlegenheid, als de nadering van een mensen ons hart ineen schrompelen doet van schaamtevollen angst, was het slechts het klapje van de brievenbus, dat zielengemeenschap en gevoelsuiting beloofde. O, nog eens op stormige lente-avonden alleen te zitten met de gedichten van Lenau, in de schemering, met een hart, dat zelf niets dan storm en knoppend leven is, en te luisteren, te luisteren, tot er even iets ritselde, beneden in de bus, en dan het kleppen en de zich verwijderende stappen; en het bloed, dat beierde in de ooren, als je in n ren de trap afsnelde, en blindelings greep, en vasthield; en het geluk beleefde in dien nen greep Maar al heb ik dan steeds spontaan en intuitief de post" vereerd als een schinker alles goets", de laatste jaren is er meer redelijkheid" in mijn waardeering gekomen, sinds ik eens eenige herfstZij geeft de voorkeur J aan de bekende Palmitme Zeep HET ANKER", ofschoon /.e vrijwel alle toiletzeepen heeft gebruikt. WAAROM? Het harde" water in de stad eischt een fijne doch ook vette toiletzeep die een heilzame wer king op de huid uitoefent. Na liet wasschen mag de huid niet droog zijn, doch moet ze prettig aanvoelen" door haar natuurlijk vetlaagje, dat niet door de zeep wordt verwijderd doch bevorderd. Palrmtine zeep voldoet aan de hoogste eischen welke men aan toiletzeep stellen kan en is boven dien nog zuinig in het gebruik. VAN HOFLEVERANCIER leuert ouer hoi gchecte farad franco wordansebaf f ing of Jnmif NADERE INLICHTINGEN BIJ CC WJI^ApC l.HOUTSTR.9 CHOORSTR.32 .r.DERl/l/Ci^ DEN HAAG UTRECHT ONDER REDACTIE VAN Prijs per jaarg 120. lianco per post i 21.60 Proefnummer gratis op aanvrage. Men abonneert zich bij lederen boekhandelaar. Uitgave van Van Ho'kema & Water dort Amsterdam m avonden achter elkaar pogingen heb gedaan mijn eigen brieven aan de juiste adressen kwijt te raken. Het was in den tijd van mijn meeste werk- en ondernemingslust; ik hield dat najaar niet alleen een groote serie lezingen, maar ik had zelfs nog energie over om zelf een cursus te organiseeren, zelf circulaires te laten drukken en bovendien diénog zelf bij de menschen te gaan rondbrengen. Mijn familie vond deze laatste bezigheid aanmerkelijk beneden mijn waardigheid, maar ik zette door, omdat er toch in wezen niets verwerpelijks in gevonden kon worden, en omdat na een dag gespannen geestelijk werk, niets zoo uitrust en afleidt, als buiten te loopen en op straatnamen en huisnummers te moeten stndeeren. Toen ik echter met mijn collega's in het rondbrengbedrijf kennis maakte, moest ik wel bekennen, dat deze branche" weinig in aanzien schijnt te staan en dat haar bedienaren veelal een louche uiterlijk en een onaangenamen reuk bezitten. Maar nu denkt u zeker, dat het een eenvoudig werk is, om, als je naam en adres weet, de enve loppen op de juiste plaats te brengen ! Ik wil er, om niet al te uitvoerig te worden, niet eens over spreken, dat Den Haag straten bezit, die vrijwel van Delft naar Leiden loopen; dat men met de nummering zoo willekeurig is te werk gegaan, dat men aan den eenen kant al aan de driehonderd toe is, als de andere kant 41 schrijft; ik wil niet klagen over de hooge stoepen, waar opeens zes nummers tegelijk uitmonden, zoodat men. zich bij het opklimmen altijd vergist en een nieuwe bestijging moet wagen.... Ik wil in dit verband alleen spreken over de brievenbussen. Vroeger had iedere deur behoorlijk in haar linkervleugel een brievenbus, een brievenbus niet een klepje. .... Later maakte men ze in den linkermuur, horizontaal of vertikaal.... nog later maakte men ze overal, waar de architect een leeg plekje vond; ze zitten op de hoogte van lilliputters en op de hoogte van reuzen, rechts, links, in het midden, dwars, van binnen, van buiten.... Ze zijn aan elk huis een raadsel, een boeiend geheim, een onvindbaarheid, een obsessie ten slotre. En als ik daar dan onder den besterden avond hemel in den herfstigen tuin van de een of andere moderne villa stond, dan voelde ik maar n wensch: normalisatie van de brievenbus. En tege lijk groeide mijn eerbied voor die groote schare van ijverige loopers, die geduldig zich in tk' cou rant aanmerkingen naar het hoofd laten slingeren, en die nooit in een ingezonden stuk hebben geantwoord: Nu moest jullie eerst maar ee:-:s weten wat een last wij met de brievenbussen hebben." A N N l E S A L O .M (.' N S

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl