Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Onder Hoofdredactie van G. W. KERN K A MP
Redacteuren: H. BRUGMANS, HERMAN HEYERMANS, TOP NAEFF en G. NOLST TRENIT
Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM
UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF
b
Prijs per jaargang f
vooruitbetaling. Per
10.
ISo. f
0
25
Redactie en
Keizersgracht
Administratie : |
333, Amsterdam ]
Ad vertent en f 0.75
Dispositiekosten
per regel
20 cent
POINCARE'S NEDERLAAG
In mijn studententijd Utrecht was toen nog de rij-academie"
werd er, na examens, gereden". Als niemand aan een gunstigen
uitslag twijfelde, werden de vierspannen al bij voorbaat besteld
en stonden ze, feestelijk opgetuigd, gereed bij de poort van de aca
demie, terwijl de examinandus nog aan den tand werd gevoeld.
Gewoonlijk stelden we de prognose goed. Maar het gebeurde toch
ook wel, dat de professoren het beter meenden te weten dan wij.
Zoodra zij dan het vonnis geveld hadden, verdween een van ons
haastiglijk uit het academiegebouw om de rijpartij te laten in
rukken en onzen te licht bevonden vriend het katterig schouwspel
van de naar den stal terugkeerende vierspannen te besparen.
Ook voor Poincaréwas het feest ter viering van den uitslag
der verkiezingen reeds besteld. Macdonald had geen oogenblik
vermoed, dat zijn collega een korf zou krijgen. De uitnoodiging
aan den Franschen premier om ee.n paar dagen te komen door
brengen op het landgoed, dat het Engelsche volk ten beschikking
van zijn eersten minister stelt, was nog vóór de verkiezingen ge
daan, en ook aangenomen. Op Chequers zou Macdonald dan over
de groote vraagstukken van dezen tijd een confidentieele
gedachtenwisseling houden met den leider derFransche Staatkunde, in wien
het Fransche volk zooeven opnieuw zijn vertrouwen had betuigd.
Dat ook Macdonald zich in de prognose vergist heeft, moge tot
troost strekken aan den redacteur van de N. K. CL, die in de ru
briek De toestand" dagelijks een overzicht schrijft van de ge
beurtenissen op het gebied der buitenlandsche politiek. Hij meende
zoo zeker te zijn van zijne zaak, dat hij zich ertoe liet verleiden
om nog op het laatste nippertje de onvoorzichtigheid van een
voorspelling te begaan en aan te kondigen dat het nationale blok
een stevige meerderheid zou krijgen. En hij zette tevens uitvoerig
uiteen, waarom de omstandigheden Poincarédienden en de strijd
voor de oppositie vrij hopeloos moest worden genoemd.
De reputatie van dezen redacteur kan een stootje velen en hij
had gerust den volgenden avond het geval van den humoiistischen
kant die hem toch niet ontgaan zal zijn kunnen bekijken,
zonder dat zijn lezers in het vertrouwen, dat hij zich heeft weten
te verwerven, geschokt zouden zijn.
Want hij was waarlijk niet de eenige, die verwachtte dat
Poincaréook in de nieuwe Kamer een meerderheid voor zijne poli
tiek zou vinden, al zou het numerieke overwicht ervan dan ook
zijn verminderd.
Alleen maar die verwachtingen waren gebaseerd op hetgeen
er gebleken was van de meening van het Fransche volk; en daar
wel niemand in het buitenland alle uitingen daarvan in de Fran
sche pers kan volgen, maakte men die meening voornamelijk op
uit de houding van Kamer en Senaat.
In beide takken der volksvertegenwoordiging had Poincarétot
dusverre den noodigen steun gevonden voor zijne politiek tegen
over Duitschland. Bovendien waren de scherpste kanten daarvan
afgevijld; na de opheffing van het lijdelijk verzet ging Frankrijk
in het Roergebied minder cavalièrement te werk; het aanvaardde
grif de voorstellen van de deskundigen; het scheen bereid den weg
der toenadering in te slaan; zoo werd aan de oppositie, die
Poincaré's buitenlandsche politiek ook in Frankrijk zelf had ont
moet, de wind uit de zeilen genomen
Grooter moeilijkheden had hij ondervonden bij zijne
binnenlandsche politiek: de hervorming van het kiesstelsel, de invoering
van zware belastingen, van ingrijpende bezuinigingen en het
verleenen van een buitengewone macht aan de Regeering om deze
financieele hervoi mingen door te zetten. Slechts ternauwernood
kon hij soms een meerderheid daarvoor verwerven. Zelfs nood
zaakte, kort geleden, een parlementaire nederlaag hem zijn ont
slag in te dienen. Maar hij bleek toen nog onmisbaar te zijn; en
zijne positie scheen versterkt, toen hij in het gereconstrueerde
ministerie verschillende leiders der oppostie opnam.
Ten slotte: hij had een einde gemaakt aan de daling van den
franc en den Duitschen aanval op de Fransche valuta gepareerd.
En hij was een figuur uit n stuk; n van de sterke mannen",
waarnaar in onzen tijd zooveel vraag is; ook zijn tegenstanders
dwong hij achting af door zijn karakter, zijn geweldige werk
kracht, volledige toewijding aan 's lands belang. Zou Frankrijk
aan zoo iemand zijn congégeven, nu de verkiezingen in Duitsch
land hadden aangetoond, hoezeer de partij, die het Duitsche volk
wil opvoeden voor den revanche-oorlog, daar veld wint?
Zulke overwegingen waren het, die recht gaven tot de ver
wachting, dat de verkiezingen Poincaré's gezag zouden bevestigen.
Maar bij elke verkiezing blijft er n groote onbekende: de wij
ziging, die de openbare meening in de laatste jaren heeft onder
gaan. Niemand weet met zekerheid, hoeveel werfkracht er van
de politieke partijen uitgaat buiten de kringen van hare leden;
niemand kan berekenen, hoeveel kiezers hun stem laten bepalen
door motieven van eigenbelang.
Is de verschuiving naar links het gevolg geweest van een be
keering van tal van kiezers tot radicale en socialistische theorieën?
Is de oppositie versterkt door al de mopperaars over de duurte
en de bezuinigingen en de hooge belastingen? Moet men Poincaré's
nederlaag toeschrijven aan ontevredenheid over zijne politiek ten
opzichte van Duitschland, die immers nog bitter weinig geld in
het laatje heeft gebracht? Kan zij ook op rekening worden ge
steld van den in vele kringen toenemenden afkeer van een poli
tiek van geweld?
Vermoedelijk hebben al deze redenen ertoe bijgedragen; maar
wie zal uitmaken voor welk gedeelte?
Slechts dit staat vast: het nationale blok beschikt voortaan
(afgezien van de onbelangrijke wijziging dezer getallen, die uit
enkele herstemmingen kan voortvloeien) over 264 stemmen, de
radicalen en socialisten tellen er tezamen 276; bovendien komen
er 29 communisten in de nieuwe Kamer.
Zooals men ziet, is het stemmenverschil tusschen het rechtsche
en linksche blok gering. Bovendien zijn er eenige afgevaardigden,
die op de grenslijn van links en rechts wandelen. Ook vormt links
veel minder een nheid dan rechts, omdat radicalen en socia
listen in de binnenlandsche politiek tal van wrijvingspunten
hebben. Men mag daarom eenigen twijfel koesteren, of de op
volger van Poincaréeven lang aan het hoofd van het ministerie
zal blijven als hij, n.I. 2 jaar en 4 maanden.
Voor de binnenlandsche politiek gaat men een tijdperk van
onzekerheid tegemoet. In de buitenlandsche zal vermoedelijk
geen scherpe koersverandering komen. Toch wel eenige verande
ring.
Ook voortaan zal Frankrijk niet aflaten van zijn twee voorname
eischen: veiligheid en herstel. Maar de nieuwe regeering zal,
naar men mag hopen, inzien dat deze eischen onvereenigbaar
blijven, als Frankrijk zijne veiligheid voornamelijk wil zoeken
in het fnuiken van Duitschland's economische kracht. En zij zafi
het eerder eens worden met Macdonald, dan bij Poincaréhet
geval zou zijn geweest, wanneer hij a.s. Zondag naar Chequers,
ware gereisd.
In Januari 1922, op de conferentie te Cannes, schenen Frank
rijk en Engeland tot overeenstemming te zullen geraken in de
groote vraagstukken van dezen tijd. Maar Kamer en Senaat be
sloop de vrees, dat Frankrijk onder het patronaat van Engeland
zou geraken. Briand werd plotseling teruggeroepen naar Parijs.
Hij moest aftreden als president van het ministerie. Poincar
volgde hem op.
Te Cannes was het: de gestoorde bruiloft. Toen Briand van
Marianne en John Bulll een paar hoopte te maken, werd de bruid,
reeds op weg naar de troonzaal, nog aan den bruigom ontfutseld,
omdat haar voogden bezwaar maakten tegen het huwelijk.
Zal nu Briand of wie anders eerste minister van Frankrijk
moge worden het huwelijk kunnen laten\voltrekken?
KERNRAMP