De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 17 mei pagina 1

17 mei 1924 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Onder Hoofdredactie van G. W. KERN K A MP Redacteuren: H. BRUGMANS, HERMAN HEYERMANS, TOP NAEFF en G. NOLST TRENIT Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF b Prijs per jaargang f vooruitbetaling. Per 10. ISo. f 0 25 Redactie en Keizersgracht Administratie : | 333, Amsterdam ] Ad vertent en f 0.75 Dispositiekosten per regel 20 cent POINCARE'S NEDERLAAG In mijn studententijd Utrecht was toen nog de rij-academie" werd er, na examens, gereden". Als niemand aan een gunstigen uitslag twijfelde, werden de vierspannen al bij voorbaat besteld en stonden ze, feestelijk opgetuigd, gereed bij de poort van de aca demie, terwijl de examinandus nog aan den tand werd gevoeld. Gewoonlijk stelden we de prognose goed. Maar het gebeurde toch ook wel, dat de professoren het beter meenden te weten dan wij. Zoodra zij dan het vonnis geveld hadden, verdween een van ons haastiglijk uit het academiegebouw om de rijpartij te laten in rukken en onzen te licht bevonden vriend het katterig schouwspel van de naar den stal terugkeerende vierspannen te besparen. Ook voor Poincaréwas het feest ter viering van den uitslag der verkiezingen reeds besteld. Macdonald had geen oogenblik vermoed, dat zijn collega een korf zou krijgen. De uitnoodiging aan den Franschen premier om ee.n paar dagen te komen door brengen op het landgoed, dat het Engelsche volk ten beschikking van zijn eersten minister stelt, was nog vóór de verkiezingen ge daan, en ook aangenomen. Op Chequers zou Macdonald dan over de groote vraagstukken van dezen tijd een confidentieele gedachtenwisseling houden met den leider derFransche Staatkunde, in wien het Fransche volk zooeven opnieuw zijn vertrouwen had betuigd. Dat ook Macdonald zich in de prognose vergist heeft, moge tot troost strekken aan den redacteur van de N. K. CL, die in de ru briek De toestand" dagelijks een overzicht schrijft van de ge beurtenissen op het gebied der buitenlandsche politiek. Hij meende zoo zeker te zijn van zijne zaak, dat hij zich ertoe liet verleiden om nog op het laatste nippertje de onvoorzichtigheid van een voorspelling te begaan en aan te kondigen dat het nationale blok een stevige meerderheid zou krijgen. En hij zette tevens uitvoerig uiteen, waarom de omstandigheden Poincarédienden en de strijd voor de oppositie vrij hopeloos moest worden genoemd. De reputatie van dezen redacteur kan een stootje velen en hij had gerust den volgenden avond het geval van den humoiistischen kant die hem toch niet ontgaan zal zijn kunnen bekijken, zonder dat zijn lezers in het vertrouwen, dat hij zich heeft weten te verwerven, geschokt zouden zijn. Want hij was waarlijk niet de eenige, die verwachtte dat Poincaréook in de nieuwe Kamer een meerderheid voor zijne poli tiek zou vinden, al zou het numerieke overwicht ervan dan ook zijn verminderd. Alleen maar die verwachtingen waren gebaseerd op hetgeen er gebleken was van de meening van het Fransche volk; en daar wel niemand in het buitenland alle uitingen daarvan in de Fran sche pers kan volgen, maakte men die meening voornamelijk op uit de houding van Kamer en Senaat. In beide takken der volksvertegenwoordiging had Poincarétot dusverre den noodigen steun gevonden voor zijne politiek tegen over Duitschland. Bovendien waren de scherpste kanten daarvan afgevijld; na de opheffing van het lijdelijk verzet ging Frankrijk in het Roergebied minder cavalièrement te werk; het aanvaardde grif de voorstellen van de deskundigen; het scheen bereid den weg der toenadering in te slaan; zoo werd aan de oppositie, die Poincaré's buitenlandsche politiek ook in Frankrijk zelf had ont moet, de wind uit de zeilen genomen Grooter moeilijkheden had hij ondervonden bij zijne binnenlandsche politiek: de hervorming van het kiesstelsel, de invoering van zware belastingen, van ingrijpende bezuinigingen en het verleenen van een buitengewone macht aan de Regeering om deze financieele hervoi mingen door te zetten. Slechts ternauwernood kon hij soms een meerderheid daarvoor verwerven. Zelfs nood zaakte, kort geleden, een parlementaire nederlaag hem zijn ont slag in te dienen. Maar hij bleek toen nog onmisbaar te zijn; en zijne positie scheen versterkt, toen hij in het gereconstrueerde ministerie verschillende leiders der oppostie opnam. Ten slotte: hij had een einde gemaakt aan de daling van den franc en den Duitschen aanval op de Fransche valuta gepareerd. En hij was een figuur uit n stuk; n van de sterke mannen", waarnaar in onzen tijd zooveel vraag is; ook zijn tegenstanders dwong hij achting af door zijn karakter, zijn geweldige werk kracht, volledige toewijding aan 's lands belang. Zou Frankrijk aan zoo iemand zijn congégeven, nu de verkiezingen in Duitsch land hadden aangetoond, hoezeer de partij, die het Duitsche volk wil opvoeden voor den revanche-oorlog, daar veld wint? Zulke overwegingen waren het, die recht gaven tot de ver wachting, dat de verkiezingen Poincaré's gezag zouden bevestigen. Maar bij elke verkiezing blijft er n groote onbekende: de wij ziging, die de openbare meening in de laatste jaren heeft onder gaan. Niemand weet met zekerheid, hoeveel werfkracht er van de politieke partijen uitgaat buiten de kringen van hare leden; niemand kan berekenen, hoeveel kiezers hun stem laten bepalen door motieven van eigenbelang. Is de verschuiving naar links het gevolg geweest van een be keering van tal van kiezers tot radicale en socialistische theorieën? Is de oppositie versterkt door al de mopperaars over de duurte en de bezuinigingen en de hooge belastingen? Moet men Poincaré's nederlaag toeschrijven aan ontevredenheid over zijne politiek ten opzichte van Duitschland, die immers nog bitter weinig geld in het laatje heeft gebracht? Kan zij ook op rekening worden ge steld van den in vele kringen toenemenden afkeer van een poli tiek van geweld? Vermoedelijk hebben al deze redenen ertoe bijgedragen; maar wie zal uitmaken voor welk gedeelte? Slechts dit staat vast: het nationale blok beschikt voortaan (afgezien van de onbelangrijke wijziging dezer getallen, die uit enkele herstemmingen kan voortvloeien) over 264 stemmen, de radicalen en socialisten tellen er tezamen 276; bovendien komen er 29 communisten in de nieuwe Kamer. Zooals men ziet, is het stemmenverschil tusschen het rechtsche en linksche blok gering. Bovendien zijn er eenige afgevaardigden, die op de grenslijn van links en rechts wandelen. Ook vormt links veel minder een nheid dan rechts, omdat radicalen en socia listen in de binnenlandsche politiek tal van wrijvingspunten hebben. Men mag daarom eenigen twijfel koesteren, of de op volger van Poincaréeven lang aan het hoofd van het ministerie zal blijven als hij, n.I. 2 jaar en 4 maanden. Voor de binnenlandsche politiek gaat men een tijdperk van onzekerheid tegemoet. In de buitenlandsche zal vermoedelijk geen scherpe koersverandering komen. Toch wel eenige verande ring. Ook voortaan zal Frankrijk niet aflaten van zijn twee voorname eischen: veiligheid en herstel. Maar de nieuwe regeering zal, naar men mag hopen, inzien dat deze eischen onvereenigbaar blijven, als Frankrijk zijne veiligheid voornamelijk wil zoeken in het fnuiken van Duitschland's economische kracht. En zij zafi het eerder eens worden met Macdonald, dan bij Poincaréhet geval zou zijn geweest, wanneer hij a.s. Zondag naar Chequers, ware gereisd. In Januari 1922, op de conferentie te Cannes, schenen Frank rijk en Engeland tot overeenstemming te zullen geraken in de groote vraagstukken van dezen tijd. Maar Kamer en Senaat be sloop de vrees, dat Frankrijk onder het patronaat van Engeland zou geraken. Briand werd plotseling teruggeroepen naar Parijs. Hij moest aftreden als president van het ministerie. Poincar volgde hem op. Te Cannes was het: de gestoorde bruiloft. Toen Briand van Marianne en John Bulll een paar hoopte te maken, werd de bruid, reeds op weg naar de troonzaal, nog aan den bruigom ontfutseld, omdat haar voogden bezwaar maakten tegen het huwelijk. Zal nu Briand of wie anders eerste minister van Frankrijk moge worden het huwelijk kunnen laten\voltrekken? KERNRAMP

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl