De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 17 mei pagina 12

17 mei 1924 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

12 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2448 SCHILDERKUNST-KRONIEK JOEP NICOLAS' WERK TE ASSELT IN LIMBURG. Het is niet lang geleden, dat Joep Nicolas de prijs van Vrouwe Vigelius kreeg in den Haag voor een schilderij rriet den dooden Christus' erop. Terecht gaf een goed ziende jury hem dien prijs, want het werk, niet zonder gebreken (het was toch in der haast geschilderd tijdens Nicolas' diensttijd) had een volheid, die kracht uitdrukte, en meer, ge gevoeldet in dit werk, dat als wand schildering kon gelden, dat onwillekeurig of' gewild, het schilderij de dragende kracht van den muur, van een muur, deed gevoelen. Ik wist uit reproducties, dat Joep Nicolas wandschilderingen had gemaakt te Asselt; ik wist dat vóór die prijsuitkeering, en iets er in had mij onmiddellijk aangetrokken; ik speurde goed werk, en., ik ben bij voorbaat nieuwsgierig naar muurschil deringen. Ik moest dus naar Asselt gaan, anders had ik geen recht van spreken; op photo's is een oordeer onmogelijk. Ik trok dan naar Roermond, vandaar naar het hoog boven de rivier staande kerkje, dat als een uitkijktoren over het dal lijkt gebouwd. Het kerkje heeft iets, dat we in het Noorden zelden vinden; het staat altijd open voor iedereen, en het is een natuurlijk ding daar; het hoort te zijn, waar het is. De rector was gewaarschuwd dat ik zou komen, en na niet lang, ik had reeds wat gezien, verscheen deze rector, een jonge geestelijke, bruin van 't buitenleven, en trotsch op of gelukkig met wat hij voor Joep Nicolas had kunnen doen. Eerst, voordat ik naar de wandschilderingen was gedaald, had ik de kinderkapel bekeken met het werk van Mejuffrouw WiUébeek Ie Mair. Het viel niet mee; het leek gemaakt door een Aegyptenaar, die bij Boutet de Monvel in de leer zou zijn geweest, en zijn ? eigen grootheid had verspeeld voor iets, wat een oogenblik maar verrast. Het werk van Joep Nicolas is geschilderd op de ingangen, een Noorder en Zuiderportaal nu, die leiden naar een ouden grafkelder, die nu als krypt wordt gebruikt. Deze twee ingangen gaan niet rechtstreeks naar die krypta, maar de weg maakt een hoek. De schildering is verdeeld in drie hoofddeelen: het Noord-portaal: de stoffelijke rnensch en de dood, het Zuid-portaal: de Christelijke mensch en de dood; het geschilderde in de kapel: het leven na den dood, Christus: de vreugde der zaligen. Volgen we de nauwkeurige beschrijving die ik bezit, dan wordt het, gedetailleerder: Noord-Portaal. Recht over den ingang de eerste en directe introductie in de stemming van Dood's angst; de Worgengel; de dood van het lichaam zonder hoop op een verder zieleleven. Ge ziet bij hem den ontstelden, machteloozen mensch; ge begrijpt een weerstand zonder resul taat; ge ziet een blik in het eigen, afgeloopen leven zonder doel! Achter dit om gaat het wankele rhythme van hopelooze koppen, die den dood ingaan en eindelijk verdwijnen in het niet, gansch verdwaasd van waanzin en onverzoenelijke wanhoop.Links daarvan: de denker zonder geloof.. een onbevredigd neerzitten in onmachtige be spiegeling. Rond hem ziet het menschdom met haast vereerenden en angstig wachtenden blik op naar 't vernuft in 't diep-verzonken hoofd; maar er is: teleurstelling. De achtergrond is getooid met de grootsche.. doch wankele koepels van het rationalisme; dorre boomen van 't steriele verstandsleven zonder 't enthousiasme, dat spruit uit het geloof. Dit is links, rechts is de genieter.. de zinnelijkheid, de bedwelming, het goud; een witte kop is de herinnering aan den dood, die hun het leven bederft.. In het nauwe doorgangetje: meer en meer verzinkende koppen.. Zuiderportaal. Ie Tafereel: de doodsengel, die den moeden; uitgeleefden maargansch berustenden mensch opneemt tot het beetre leven in een zachte omarming 2de tafereel. De ziener St. Jan op Pathmos.. enthousiasme, geloof, hoop. 3de tafereel. De stervens-rijpe mehsch: Franciscus van Assisi In 't doorgangetje zijn koppen, die den dood indrinken met 'n zoeten lach en den mond wijd open, en de oogen dicht.... Binnenste kapel. Door een raam valt het licht in de kapel van 't eeuwig leven. Dit raam stelt den dooden Christus voor, door wien wij 't eeuwig leven hopen Naast het raam Adam en Eva, die den dood in de waereld brachten, omdat ze 'n eeuwig leven zochten In de hoeken de mensch zich bevindend in 't onstoffelijke ??als een witte vlam dan: de menschezielen in een zwijmel van onbewuste en nog niet rijpe zaligheid, geleid tot het zien van Christus, ont vangen door patriarchen etc" B Zóó alles wat hier in woorden voorafgaat, door den schilder niet gevoerd was tot werkelijke schilderkunst, zoo had ik het geschrevene, het inleidende over 't werk, misschien genoten, maar RIGOLETTO BIJ DE ITALIAANSCHE OPERA Teekeningen voor de Amsterdammer" door B. van Vlijmen GALILEO PARIGI als Rigoletto G.FRATiNi.maestrod'orchestra FRANCoZACCARimalsSparafucille MARIA VAI.ZERDE als Madelaine ILO DINI als Duca di Mantua MERCEDES CAPSIR als Gilda zeker niet in een kritiek over schilderkunst ge citeerd; het was dan enkel littéraire opzet toch gebleven.... Wat Nicolas wou geven is echter schilderkunst geworden, schilderkunst voor een muur, en met een kleur, die meer eigen is dan photo's kunnen geven, photo's, die zelfs ver warring brengen, doordat zij het klare landschap tusschen den Christus en de bij hem staande figuren veranderen van wezen en daardoor de ruimten tusschen de figuren anders accentueeren. Joep Nicolaas, een jong man, heeft een groot probleem bestaan, en de oplossing is zóó voldoende gelukt, dat het dadelijk te wenschen blijkt, dat hem alle kans in alle vrijheid wordt gegeven, ook voor het maken van gebrande, gekleurde glazen in de kerken, want daarvoor is hij zelfs dubbel geschikt.... Ge zoudt het werk van Joep Nicolaas, zóó ge een verband woudt vinden, eer Romaansch kunnen noemen dan Gothisch. Hij staat in deze zucht naar het Romaansche niet alleen; de zwaarte van dezen tijd vindt de zwaarte van het Romaansch als verwant. Maar er is meer reden voor het Romaansche bij een maker van muur schilderingen; het Romaansche, kort en gedrongen tegenover het Gothische, drukt de kracht van den dragenden, steunenden muur meer uit dan het slankere gothische, en wij hebben in dezen tijd bovenal noodig, dat we weer weten, voelen liever, dat de muurschildering ook den muur, dien zij siert, in zijn kracht moet vertolken, uitdrukken. Dat is in Joep Nicolas werk, en dat is voor mij het treffende daarin. Vandaar uit ontwikkelen zich zijn tragische jiguur, en zijn blijde figuur van den Christus; want bij Nicolas is de Christus ook te ervaren als een groote, milde, peinzende vreugde en dat is een bewijs van inzicht en van vernieuwing. De middeleeuwers hadden nog een eigenschap, die hun natuurlijk was als genees middel. Dat was het komische. Dit is eveneens in Joep Nicolas, en dat geeft aan het werk 't een voudige der gezondheid.... Er is dus genoeg te verwachten van Nicolas. Voor de niet ongewone derailleeringen bij zulke scheppende geesten zijn wij hier niet bevreesd; er is in Nicolas iets vastbeslotens, wilt ge 't zelfs hards noemen, dat noodig is voor groot werk. Een ding moet aan deze Inleiding nog worden toegevoegd: den rector van Asselt, die op eigen initiatief, en kosten, deze muurschilderingen liet beginnen, zijn wij dank schuldig; te meer zijn wij dat nog, omdat zijn plannen verder gaan, en hij het gansche bekorende kerkje wil laten ver sieren, ook de kerkramen (hoop ik) inbegrepen, door Nicolas. Laten wij hopen, dat het hiertoe komt! PLASSCHAERT

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl