De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 17 mei pagina 3

17 mei 1924 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 2448 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND F. W. N. HUGENHOLTZ f DE VERKIEZINGEN IN FRANKRIJK Teekenlng voor de .?Amsterdammer" door Joh. Braakensiek ? In 1898 bereikten ons, vooraanstaanden in de S. D. A. P. en vooral mij, toenmaals hoofdredakteur van het partijblad de Spciaaldemocraat", be richten over en een krantje Onze Kring", van een zekeren dominee Hugenholtz uit Schiedam, De berichten duidden er op, dat die dominee in de plaats zijner inwoning onder de arbeiders bekend stond als een hun zeer sympathieken rooden do minee", en het krantje getuigde dat wij te doen hadden met iemand die bezig was te zoeken naar een middel om zijn sociaal gevoelen en wenschen in daden om te zetten. Die dominee deelde blijkbaar de socialistische kritiek op het kapitalisme, maar had bezwaren tegen de S. D. A. P. waaronder het grootste was: de klassenstrijd. Dat was het echter niet dat ons . vooral trof. Wat bij lezing van zijn artikelen en beschouwingen dadelijk opviel, was het onmisken-' bare talent waarmee hij hetgeen hij dacht, onder woorden bracht, en dat bevestigde den roep die tot ons doordrong, dat die dominee zoo'n welspre kend man was. Daarom begon de Sociaaldemokraat" een gedachtewisseling met het krantje Onze Kring" die aan mijn mederedakteur de Roode, die óók voor dominee had gestudeerd, werd toevertrouwd. Het werd een pittige pennestrijd,die,als gewoonlijk, niet dadelijk de beide partijen tot nzelfde con clusie bracht. Maareen jaar later was de Schiedamsche dominee lid van de S. D. A. P. en zijn eerste optreden in de propaganda was een buitengewoon succes. Want de Schiedammers hadden ons goed ingelicht: F. W. N. Hugenholtz, want hij was het, was een welsprekend man. Hij trok volle zalen en had spoedig in de partij een gevestigde reputatie. Reeds in 1901, twee jaar nadat hij tot de partij was toegetreden, werd hij bij een na-verkiezing in het kiesdistrict Weststellingwerf tot lid van de Tweede Kamer gekozen. En hij bleef lid van de Kamer, bijna 23 jaar lang. Het distrikt Weststel lingwerf herkoos hem iederen keer, zoolang de kiesdistrikten bestonden, en in 1918, toen voor 't eerst de evenredige vertegenwoordiging werkte, plaatste de partij in den kieskring Utrecht hem als no. l op zijn lijst, zoodat hij ook toen een vas ten zetel kreeg. In de Kamer wijdde hij zich vooral aan twee on derwerpen: Justitie en Marine. Jaren lang was hij een stuwkracht in Justitieele aangelegenheden, vooral onderwerpen als het gevangeniswezen, kinderbemoeiingen, reclasseering, hadden zijn volledige aandacht en te dezer zaken is veel van hem uitgegaan. Als anti-militarist was hij op het gebied der Marine natuurlijk geen voorstander van dit of dat stelsel, hij was geen marinebouwer, doch slechts een -slooper, maar hij kende zijn onderwer pen buitengewoon goed en nog in Oktober 1923 behoorde zijn redevoering tegen de vlootwet tot Teekening van Alb. Halm De resultaten van de verschuiving naar links F. W, N. HUGENHOLTZ het best doordachte en 't meest deskundige, dat toen over die zaak is gezegd. Van den theoloog was niet veel in hem overgebleven, ofschoon ik niet denk dat hij'ooit een ongeloovige geworden is. Hij was sociaal emokratisch kamerlid en een van ce meest militante; de tegenstanders in de Kamer hadden meestal een hekel aan hem, omdat hij velen hunner menig maal met zoo'n oprechten lach, die wel eens als een hoonlach klonk, van zijn andere opinie deed blijken. Maar als hij sprak, was en bleef hij de fijne, beschaafde spreker, die zijn speeches met zorg opbouwde en wiens argumentatie steeds van groote helderheid was. Eenige maanden geleden werd hij ziek, slechts enkele dagen geleden bereikten ons verontrustende berichten, en op 13 Mei kwam de tijding, dat hij in het Utrechtsche ziekenhuis was gestorven. Hij zou binnenkort 56 jaren geworden zijn. Hoewel niet behoorende tot hen die men wel de partij leiders pleegt te noemen daarnaar had hij nooit getracht "had hij toch in in de Kamer, en in zijn partij, een hoogst eervolle positie, terwijl zijn werk als reclasseeringsambtenaar, wat hij sinds eenige jaren vervulde, voortreffelijk moet zijn geweest. De voorzitter der Tweede Kamer toonde een goede opvatting van zijn plicht, toen hij bij zijn herdenkingswoord een klank liet hooren die anders aandeed als die van een conventioneel nu eenmaal geboden korvee. W. H. i V L i E G E N VANNELLESVARINAS GOUDZEGEL 5O ets. per Pakje. /?T}Kjngers' Corina Bonbons een delicatesse Bijzonder fijne srnaaK

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl