De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 17 mei pagina 9

17 mei 1924 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

No. 2448 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND BREUGEL-HERDENKING Het oordeel over den ouden Breugel, den Boeren Breugel, den vader van den helschen en den fluweelen Breugel, wiens grootheid men in Belgi meteen FranscheeneenNederlandsche redevoering gaat herdenken, heeft sterk gewankeld. Bij zijn leven werd hij gewaardeerd, al raakte die waar deering niet de kern van zijn beteekenis. Naar mate de achttiende eeuw naderde en voortschreed, verbleekte de glans van zijn persoonlijkheid. Hij begon voor ordinair en smakeloos door te gaan. Men vond hem rauw in de voorstelling, liederlijkin de uitvoering. Toen er particuliere en openbare verzamelingen ontstonden, lette niemand op Pieter Breugel. Tot voor korten tijd was hij alleen en van oudsher in Weenen vertegenwoordigd. Het Louvre verwierf een zijner schilderijen toe vallig door schenking; de National Gallery kocht in 1912 een schilderij dat niet algemeen voor re presentatief doorgaat; in Belgiëen München komt hij niet veel langer voor. Weenen is nog altijd de plaats om hem te bestudeeren. Henri Hijmans, van Bastelaer, Hulin de Loo en Max Friedlander zijn zijn apostelen geworden sedert het begin dezer eeuw. Pieter Breugel (eigenlijk Bruegel) de oude 'werd vermoedelijk in 1525 geboren. Zijn naam ont leent hij aan het dorpje Breugel, dat van Manderin de buurt van Breda meende te vinden-, maar dat men of bij Eindhoven of in de Belgische Campine moet zoeken. Zijn leermeester is onbekend. Hieronimus Bosch, voor Wiens invloed hij zér ontvanke lijk was en van wien hij teekeningen in opdracht van den uitgever Cock voor de gravure transponeer de, overleed tien jaar voor Breugel's geboorte. Men zocht den schakel tusschen beiden in den Nederlandschen schilder'Jan van Amstel, die van ManPIETER BREUGEL der roemt, maar van wien geen werk met zekerheid is aan te wijzen. Pieter Breugel begon met teekenen; de schilder in hem verdrong slechts langzamerhand den teekerïaar. Zijn teekenen is ve'rtellen. Hij vertelde met een liefde voor de waarheid, die zich nooit verloochende. Hij kon drastisch zijn en komisch, maar alleen als de situatie het meebracht. Hij il lustreerde graag met groote volledigheid de be teekenis van een spreekwoord, in tal van pp zich zelf staande voorstellingen die hij over zijn blad verdeelde met groote duidelijkheid en overzichte lijkheid. Hij nam den horizont hoog, zooclat hij over een groote ruimte beschikte. Zulke teekenin gen overziet men niet met een oogopslag, rtien moet ze lezen. Het verband, de eenheid ligt in de ge meenschappelijke idee en in de aan alle scènes ge meenzame plaats van handeling. Als schilder werkte hij aanvankelijk op dezelfde manier. In zijn vroegste schilderijen zijn de om trekken sterk gemarkeerd, de kleuren schijnen in gevuld. Laterwijkt het bedachte voor het van zelf sprekende; samenvatting treedt in de plaats van uitstalling van afzonderlijkheden. Maar in zijn kleur blijft hij even overzichtelijk, even duidelijk als in zijn teekening. Hij strijkt de verf breed uit, zet sprekende kleuren rood, blauw, geel brutaal tegen elkaar, maar wordt niet bont, en blijft harmonisch. Een sterke zucht naar waarheid, naar natuur lijkheid ligt aan Breugel's wezen ten grondslag. Hij begon te werken in een tijd waarin ItaliaanPIETER BREUOEL sche invloed in de Nederlandsche kunst doordrong. Een abstracte.plastische, zuiver geproportioneerde, monumentale schoonheid, ging het winnen van schilderachtig geziene werkelijkheid. Op Breugel had die mode geen invloed. Hij werd er evenmin door veritaliaanscht als door een reis naar Ita lië, in het begin van zijn loopbaan. Hij stond vrij van aesthetische of etiscne voorooraeelen tegenover de natuur. Hij was een onbevangen, onroniantisch, onsentimenteel waarnemer.- In zijn boerenvoorstellingen moraliseert hij niet. Hij wilde de werkelijk heid weergeven, hoogstens met een didactische bijbedoeling. Een integreerend deel dier werkelijkheid was voor hem de beweging. In de beweging, in hetsuggereeren van de beweging zag hij een hoofd voorwaarde voor het suggereeren der waarheid. Zijn schildering is daarom ver van die der VanEijcken verwijderd. Hij vermeed de miniatuur achtige volledigheid, de op het plastische gerichte modelleering.Hij verplaatste zijn figuren naar den achtergrond om de illusie der beweging in een vlotte en breede schildering gemakkelijker te kunnen be reiken. ^ Daarom was hij geen realist in dien zin dat hij de werkelijkheid van stukje tot beetje betrapte en weergaf. Hij nam het leven in zijn bewegelijkheid scherp in zich op en realiseerde het zooals het in zijn sterke phantaisie levend was gebleven. Aan deze wedergeboorte danken zijn schilderijen stijleenheid en levensvolheid. Vier punten, zegt Friedlander, binden Breugel's kunst aan de schilderkunst der negentiende eeuw: natuurlijkheid, bewegingsillusie, breedheid van voordracht, samenvatting. H E N N U S Jagers in den winter DE KON.FAPR.F.W.BRAAT-DELFT VERZIN KT, VERLOOPT, VERKOPERT ONAFHANKELIJK VAN VORM EN AFMETING TEGEN BILLIJKE PRIJZEN. LOONSCHOOPEERAFDEELING. NIEUWE MUZIEK-UITGAVEN. A. DIEPENBROCK, Funf Gesange nach Goethe, voor 4-stemmig gemengd a capella-koor. Uit gegeven bij A. A. Noske te 's-Gravenhage door het Alphons Diepenbrock-fonds. DIRK ScHaFER, Vier liederen, Opus 16. Die Einsame", Zomernacht", Lenz", Wenn ich Abschied nehme". Uitgegeven bij A. A. Noske, te Den Haag. DIRK ScHa'FER, lnlerlud.es, Opus 17. Voor klavier. Uitgegeven bij A. A. Noske te Den Haag. WILLEM PIJPER, Twee liederen (op oud-Hollandsche teksten). Uitgegeven bij Broekmans en van Poppel te Amsterdam. ROOKT^ PATRAM PIETER BREUGEL Schepen in de straat van Messina

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl