De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 24 mei pagina 15

24 mei 1924 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

No. 2449 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 15 BOUWKUNDE-TENTOONSTELLING ..PRACflSCHE STUDIE" IN DEN HAAGSCHEN KUNST KRING. Deze tentoonstelling, welke voor enkele weken in Delft gehouden werd, is nu naar den Haag verhuisd. Zij wordt geopend in de minst geschikte gelegenheid die zich voor expositie denken laat, namelijk in de gewelfkelders onder de Graaflijke zalen van het Binnenhof ! We waren er jongstleden Zaterdag omstreeks n uur bij het prachtigste weer van de wereld. Er werd toen kunstlicht gebrand, terwijl de paar, schaarsche ramen door gordijnen bedekt waren; daar deze toch niet in staat zijn, het geheel vol doende te verlichten, en tegelijk met het kunst licht natuurlijk een valsch effect zouden geven. Ais geheel genomen, is mij het werk werkelijk meegevallen. Het is goed, middenklasse. Dit middenklasse dan bedoeld in den juisten zin. Dit wil dus zeggen, dat er niets slechts, doch ook niets waarlijk superieurs tentoongesteld is. Goed, degelijk werk over 't algemeen, waaraan echter de groote hartklop der diepe emotie ont breekt die men allereerst hier onder de jongeren zou zoeken. Doch misschien smeult ze nog onder hen. Toch mogen we dergelijk werk daarom niet afkeuren; daar het hier de bouwkunde en niet de vrije beeldende kunsten betreft. Deze laatste zijn zonder waarachtige inspiratie waardeloos; dit geldt echter niet voor dienende" kunst. Wat deze tijd van de bouwkunde eischt, is, dat zij wederom, als in alle goede tijdperken, een echte, solide, neutrale, algemeene middenslof van bouwwerken leveren zal. Het ontbreken hier van is juist, wat alle bouwerij gedurende de laatste eeuw, en ook nu grootendeels nog, zoo hopeloos ellendig maakte en den ondergang van zooveel schoonheid voor stad en land tot gevolg had. We beginnen het nu langzamerhand toch te be seffen, dat hier in den kern de schoen wringt. Jaren en jaren moeten de eenvoudigste en nuch terste zaken ons vlak voor den geest staan, om van hun waarheid volkomen doordrongen te worden. Weten" is nog zoo geheel iets anders, dan van iets doordrongen" zijn. Nogmaals, wat ons ontbreekt, is vóór alles de goede middelmatige ongezochte, dus natuurlijke bouwerij allerwege; de bouwerij zonder pretentie en zonder Kunst met de groote K. En om deze wederom te doen ontstaan, hebben we het kunst en ambachtsonderwijs noodig. Zoolang dit nog niet in alle opzichten superieur is, blijft het knoeien. Aan eenige inrichtingen blijkt men dit tegenwoor dig zeer goed in te zien, waartoe ook de Technische Hoogeschool behoort. Kunst, hooge kunst kan niet geleerd worden; die wordt geboren; maar een fatsoenlijk gebouw maken, kan men leeren aan ieder normaal hersenstel. Weg dus met genieënkweekerij, welke zoo ontzettende Reisschets van J. Leupen Affiche ontwerp L. Kalf f teleurstelllingen baart; de bende arme slacht offers van verloopen of mislukte genieën ! De arme dwazen die zich Goden wanen, en maar in den grond niets anders dan hopelooze lawaaierige prutsers zijn. Uit dit oogpunt beschouwd, is deze tentoon stelling der Delftsche studeerende Bouwkundig ingenieurs-in-wording mij werkelijk meegevallen. Er is niets hopeloos verouderds zooals vroeger aan dergelijke Hoogere- en Middelbare inrich tingen van onderwijs. Dit kan ons respect doen gevoelen voor de thans doceerende professoren. Er straalt ook een zekere gemoedelijkheid uit dit werk, een zekere opgewektheid en pretentie loosheid; doch de liefde, de toewijding zou grooter kunnen zijn. En wat was het ook weer, dat Paulus van de eerste zeide ? De" plaats ontbreekt hier om over het tentoon" gestelde categorisch uit te weiden. Laat ons dus terloops opmerken, dat er een merkwaardige hang" naar het decoratieve bij deze aanstaande bouwkundig-ingenieurs waar te nemen valt. Het decoratieve werk is op deze tentoonstelling zelfs veel te overheerschend. Er is veel te weinig zuiver bouwkunstig werk. De oud-leden komen, wat de hoeveelheid der inzendingen betreft, hier droevig voor den dag. Was het niet om enkele goede dingen, dan zouden we gewenscht hebben, dat deze groep maar weggelaten was. Enfin, hierna beter ! zullen we maar zeggen. Van het werk der leden noteerden we in 't voorbijgaan het aardig gevonden en levend ge kleurde affiche van L. Kalff voor de afgeloopen Lustrumfeesten (de kleurentegenstelling komt op bijgaande reproductie niet voldoende tot haar recht) en de fantastische decoratieve ontwerpen van G. Hordijk voor de zelfde gelegenheid, plus de fijne en geestige Laga-tnedaille" van een zelfde. Van Dijkstra een mooi, tegelijk Grieksch en Japansch aandoend masker. De groote ontwerpen voor gebrandschilderde ramen van Kalff en Hordijk zijn flink van teekening, maar te mat en somber van toon. Voor gebrandschilderd glas niet diep en vurig genoeg; niet fonkend of vloeiend 'n donkere toon is nog niet altijd diepzinnig! (Op m'n reis over Utrecht naar den Haag kon ik niet nalaten, in Gouda uit te stappen om de glazen in de St. Janskerk te gaan zten. Welk wonder bezit Nederland toch in die gla zen ! 't Is onbeschrijfelijk, dat zoo iets kon gemaakt worden. Zij evenaren de beste glazen der wereld. Zelfs die van Chartres (het juweel der juweelen); ofschoon zij niet zóó fonkelend en diepzinnig zijn als deze. De Goudsche ramen zijn opener, vreugde voller, jonger, jeugdiger. Deze te zien, is een zuiver geestelijke verkwikking, een opwekking, een op beuring voor de moede ziel; zelfs voor den dood. moede.) De reisschetsen zijn over 't algemeen vlot geteekend ; maar te deroratief of te schilderstrant achtig; dus geen bouwkunst genoeg. Zij lijken gedaan doormiddelmatig goede schilders; niet door scherpziende bouwkunstenaars-in-spe. Wat nu de zuiver bouwkundige ontwerpen betreft, memoreeren we ten slotte het forsche strandhotel van Hordijk, het gebouw voor Haven en loodsdienst van G. L. van Straaten met mooie oorspronkelijke perspectief in de sneeuw, het goede landhuis van J. P. Smits en de dito van J. D. Hanrath, de studieprojecten van Bourdier, en J. H. van den Broek en van J. Leupen; een interessant ontwerp van een beurszaal van B. Reinders en Alexander Luriers. enz. enz. Indien ik hier eenige belangrijke inzendingen niet noem, hebben de exposanten dat aan zich zelf te wijten. Er was zelfs niet het eenvoudigste vodje papier met de vermelding der inzendingen en namen verkrijgbaar. Veel succes verder, en tot een volgende gelegen heid ! H. J. M. WALENKAMP C?. 'W Detail Landverhuizershötel, ontw. B. Reinders en Alexander Luriers

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl