De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 24 mei pagina 19

24 mei 1924 – pagina 19

Dit is een ingescande tekst.

No. 2449 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 1 Op den Economischen Uitkijk Ziekteverzekering. Op de ziekteverzekering en op wat zich heeft afgespeeld, nog afspeelt om de wettelijke regeling daarvan, wilde ik, na mijn vervolg op de geschiede nis der herziening van de Sociale Verzekering, in een afzonderlijke beschouwing terugkomen. Want deze belangrijke en belangwekkende zaak leent zich tot eene afzonderlijke behandeling, verdient die ook ten volle. Met die wettelijke regeling is 't een en al getob. Daarover werd reeds gesproken en daarvoor geijverd, toen Minister Lely zijn ontwerpOngevallenwet indiende, de latere wet van 1901, nu van 1921. Men zeide, niet zonder recht, dat het overgroote deel der ongevallen (thans neemt men aan ± 95% !) binnen zoo korten tijd afloopen en dat daarbij de medische zorg een zoo overwegende plaats inneemt, dat zij het best afgedaan worden door ze feitelijk onder te brengen bij ziekteverzekering en de behandeling daarvan op te dragen aan ziekenkassen. Het heeft, met dat al, tot 1912 geduurd, eer een ziektewet door het Parlement werd aangenomen, doch tot op heden is die wet nog niet in werking getreden ! Het spreekt vanzelf, dat dit zoo langdurig uitstel gereeden grond geeft tot aandrang, om nu toch eens eindelijk deze zaak aan te vatten en tot eene practische oplossing te brengen. Wat staat daaraan in den weg? De Vader" der Ziektewet van 1912 was (wijlen) Talma. Als adept van Dr. Kuyper gevoelde hij in beginsel veel, voor wat de laatste noemde de zelfwerkzaamheid der organen van het maat schappelijk leven. Dat beduidt op dit gebied, dat men het zwaartepunt der verzekering legt bij de ziekenkassen en ziekenfondsen, waarvan er in ons land honderden en honderden zijn, grootere, kleinere, uitmuntend of goed en ook wel minder goed ingerichte. Maar wat die laatste be treft, de wetgever kon immers eisenen stellen voor erkenning" en aldus opbouwend, opvoedend te werk gaan. Maar Talma's (en Kuyper's) waardeering voor uitingen van particulier initiatief werd doorkruist door beider streven naar eene organische" structuur in de regeling der maat schappelijke verhoudingen; zoo moest ook de arbeid" organisch gegroepeerd zijn, georganiseerd worden. Vrucht van dat streven was de Radenwet", die tegelijk met Talma's arbeidersverzeke ringswetten behandeld en aangenomen werd. Die wetbrachtons de Raden van Arbeid "als organen, waarin werkgevers en arbeiders onder leiding van een outsider"-voorzitter een werkzaam aan deel in de uitvoering van d<: sociale verzekering moesten nemen. Deze wet, men weet het, is in werking getreden; de Raden van Arbeid zijn er; zij nemen deel aan de uitvoering van de invaliditeits- en ouderdoms-wët en, sedert de decentrali satie der Ongevallenwet 1921, ook aan wat deze hun als taak oplegt. Talma nu wilde deze raden ook mei de zorg voor ziekteverzekering belast zien (hij dacht aan een nog veel ruimer arbeids veld voor die colleges) en tegen dien opzet botste het denkbeeld, dat vooral toch aan de reeds bestaande organisaties (ziekenkassen en -fondsen) hier een breede plaats moest worden ingeruimd. Daarom kostte het bij de behandeling van Talma's ziektewet in de Tweede Kamer aan sommigen zooveel moeite, in die wet aan de kassen eene behoorlijke kans te geven, ze niet door de wettelijke regeling op het tweede plan, achter de Raden van Arbeid aan, te laten w gdringen, een streven, in welks vervulling de voorstanders slechts in zeer beperkte mate slaag den. En dit verklaart, waarom niet allen, die voor Talma's Ziektewet hun stem uitbrachten, zijn regeling warm bewonderden Na Talma's aftreden, in '13, kwam het oorlogs"Kabinet-Cort van der Linden, hetwelk de door het Parlement aanvaarde ziektewet onuitgevoerd liet. In 1918 keerde de politieke kans en werd rechts meerderheid. Zou dan nu de Ziektewet van 1912 in werking treden? Mr. Aalberse had zijn hoofd en zijn handen vol met andere dingen: de arbeidswet, de acht-urige arbeidsdag; eerst daarna zou hij tijd en aandacht over hebben voor de ziekteverzekering, die hij intusschen niet geheel volgens de lex-Talma wilde geregeld zien. Wat wel eenige wrijving gaf met enkele groepen ter rechterzijde, in welker program geschreven stond, dat thans deze reeds zoo lang rustende wet toch waarlijk een levende wet zou moeten worden. Aalberse" had int middels den J f Hoogen Raad van Arbeid in het leven geroe pen als college van advies, ook voor zaken be treffende de soci ale verzekering. En hij vroeg dit lichaam om raad nopens wijziging van de oude ziek tewet. Doch nu deed zich een nieuwe factor gelden: het plan PosthumaKupers", dat eene heel hèt land omvattende.rege ling van ziekte verzekering aan de hand deed langs te voren nog niet getrok ken lijnen: orga nisaties van werk gevers en werk nemers, die, ge decentraliseerd, de taak zouden uitvoeren met centralisatie voor zoover gemeen schappelijke be langen beter in een middenpunt zouden samen vloeien. De na men, aan het plan verbonden, zeiden reeds, dat het sympathie had gewekt in kringen van ge organiseerde werkgevers en van de in het N. V. V. ge rganiseerde arbei ders. Dit denkbeeld viel dus niet zoo maar op zijde te schuiven. En ook de Hooge Raad van Arbeid scheen in dit schema wel veel aantrekke lijks te vinden, getuigde daarvan toen Mr. Aalberse dit college advies vroeg over de wijziging van de straks in te voeren lex-Talma. Dit plan maakte school en, blijkens zijn uitlatingen in de Tweede Kamer, 9 April I.I., is ook de Minister er voor gewonnen. Hij is overtuigd, zei hij toen, dat op 't oogenblik 100 % van de georganiseerde werk gevers dien kant uit willen en van de werknemers 80%; zou hij hun dan eene andere organisatie opdringen? En ziedaar nu de inwerkingtreding van Talma's Ziektewet verschoven alweer neen, afbesteld feitelijk. De Minister hoopte, naar hij verklaarde, na het zomerreces aan de Kamer de nieuwe" ziekteverzekeringswet te kunnen doen toekomen, een wet, die dan passen zou in het kader der later in te dienen overige verzekeringswetten. Doch het is uit bovenstaande wel duidelijk dat die nieuwe" wet niet zal zijn een min of meer gewijzigde uitgave van Talma's regeling, doch geschoeid op de leest van bedrijfsvereenigingen, in de lijn Posthuma-Kupers. Zoo is dan het verloop van deze zaak geweest en zoo staat zij dan thans. Wat mij betreft, n ding betreur ik in dit verloop, d. i.: in de straks te wachten regeling blijft geene plaats van eenige beteekenis over voor de taltijke bestaande zieken kassen en -fondsen. En dat zie ik als een groote fout van die regeling. Indien ergens, dan moet men hier aansluiten bij het bestaande, niet da't wegvagen. De heer Bakker heeft in dezelfde vergadering der Tweede Kamer op 9 April 1.1. naar ik meen volkomen terecht betoogd, dat deze organisaties op het stuk van ziekte verzekering zeer goede diensten zouden kunnen bewijzen. Tevergeefs. De wetgever heeft zich nooit iets van de kassen en fondsen aangetrokken; hij zal ze straks overbodig maken. Wat heel jammer is. SMISSAERT DIERSTUDIE: JONGE REIGER Teekening voor de Amsterdammer" door H. Verstljnen Het herlevende nationalisme in Duitschland Burgerrecht DOOR A. S. M. HUTCHINSON Uit het Engelsch vertaald door CHR. MORESCO BRANTS Geïllustreerd omslag. Derde druk. De H. en W. Serie deel V. Ingenaaid f2.90; gebonden 13.75 De Engelsche schrijver Hutchinson, wiens werk Als de Winter komt" misschien het meest gelezen boek onzer dagen is, heeft een nieuwen roman Burgerrecht" geschreven, waarschijnlijk bestemd de populariteit van 't eerstgenoemde te evenaren, zoo niet te overtreffen. Dezelfde kwaliteiten, die Als de Winter komt" zoo boeiend en f risch maken, stempelen ook Burgerrecht" tot een boek, dat door duizenden gretig en in volle aandachtspanning zal worden gelezen. Burgerrecht" is een der interessantste boeken van onzen tijd. De Courant. Dit is waarlijk een van die zeldzame boeken, die men met volkomen overgave leest, en waarvan men aan het einde zegt, zooals een kind, met een zucht na het ademloos aanhooren vaneen vertelling, mooi Weekblad De Amsterdammer. Uitgave van: VAN HOLKEMA & WARENDORF AMSTERDAM.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl