De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 24 mei pagina 3

24 mei 1924 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 2449 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND DE GEVOLGEN VAN DE RIJWIELBELASTING Teekening voor de Amsterdammer" door Joh. Braakensiek DE INTERNATIONALE PUZZLE Einde Mei 1924. De Duitsche zoowel als de Fransche verkie zingen behooren tot het verleden. Zij, die in een of ander opzicht over den uitslag teleurgesteld zijn, pruttelen na. Zij, die er door verbaasd of verrast geworden zijn, bekomen van hun ont steltenis. De oorzaken en verklaringen zijn van minder beteekenis dan de feiten. De wereld stelt zich reeds weer in cp de nieuwe verdeeling der kaarten, en men heeft slechts het spel te bestudeeren. In Belgiëen in Parijs nemen de regeeringsformatie's en de bespiegelingen daarover, nog eenigen tijd. Eenigen tijd zal het dus ook nog duren eer men met meer preciesheid de koers van de kompassen dier beide landen kan uflezen. Wat de buitenlandsche staatkunde betreft kan men echter aanstonds vaststellen, dat radicale veranderingen in 't beleid niet zullen plaats vinden. Nergens heefteen vredespartij een oorlogs partij, of omgekeerd, vervangen. De verandering van personen is sensationeeler dan die van toe standen en richtlijnen. Voor de berekening van het toekomstig beleid van de verschillende landen staat men niet voor geheel nieuwe onbekende. Met of zonder Marx-Stresemann aan 't hoofd, en zonder of met Ppincaré, zal de Duitsche politiek, na den 4en Mei, zijn die van Marx-Stresemann, plus wat anders, ? en de Fransche na den Hen Mei die van Poincaré, plus wat anders. In Frank rijk doen Hernot, Briand en Painlevézelf hun best om dit te doen uitkomen. In Duitschland dringen de omstandigheden misschien meer nolens valens daartoe. Het hoofdnummer van het programma, de regeling van het schadevergoetiingsvraagstuk, zal dan denkelijk op de reeds voorziene wijze verder worden afgespeeld. Doch dit alles neemt niet weg.dat die millioenenstemmen.die hunne mystieke geboden hebben doen vernemen, in de stemmingen in de internationale wereld een ingrijpenden invloed hebben, 't Is voor hetoogenblik 't belangrijkste, na te gaan hoe zich dienuafteekenen. Twee stemmingen, meernog dan twee staatkunden, hebben in Europa geschom meld: die van de stroeve macht, en die van het gemoedelijke overleg. Dat was, aan 't einde van 1923, de antithese Frankrijk^Engeland geworden. Beide beïnvloedden, en beïnvloeden, trouwens, elkaar. Thans is in de voornaamste plaats de Engelsche richting, en dus ook de positie van Engeland versterkt. Wanneer dit land voorloopig zijn Ramsay Macdonaldregeering weet te handhaven, ??en het Britsche politieke instinct zal daar zeker op aansturen, zal Engeland in sterkere mate den toon aangeven, dan 't gev?i was zoolang Poincarézetelde op de Quai d'Orsay. De dingen trekken naar Londen, en als voor beeld van die dingen" zou men de Belgische Ministers kunnen noemen, die zich meer en meer de nuttige rol van geallieerde makelaars toeken nen, en nu ook het verband tusschen Rome en Londen hebben ter hand genomen. België, gebiolo geerd door Poincare's autoriteit, gaat nu nog meer dan het reeds in de laatste maanden gedaan had, het Britsche facet van de Belgische staat kunde in het licht stellen. Mussolini heeft een afwachtende houding aange nomen. Ook hij stond reeds tusschen de twee politieker in. Persoonlijk meer man van de stroeve macht, gebiedt hem de positie van zijn land het zoeken van rustig overleg. Persoonlijk misschien zelfs geneigd met de Duitsche nationalisten te sympathiseeren, er zijn er die dit den Italiaanschen dictator voorhouden, moet hij om zake lijke redenen wel den geallieerden kant houden; al schijnt hij zich dan tevens steeds te houden aan de mogelijkheid, eene mogelijkheid die trouwens ook bij staatslieden die ons nader staan altijd zwaar blijft wegen dat het Duitsche nationalisme over korten of langer tijd misschien weer eenmaal de overhand en de be slissende macht krijgen zal. Zeer opmerkelijk is daarom de sluiting van het Italiaansche-Czechisch tractaat ,,van samen werking", tusschen Mussolini en Benesch. Hoe nauwkeurig heeft Italiëer voor gezorgd, dat dit tractaat in wezen niet met het verbond tusschen Parijs en Praag gesloten, vereenzelvigd worden kan. De naam: een andere, de strekking: een vagere, heeft Mussolini er zelfs blijkbaar elke toespeling op het tractaat van Versailles uitgehouden. Hém is 't vooral weer om zijn stokpaard: de regeling van de inter-geallieerde schulden te doen, en dus ook om westersche sympathieën. Wie daarop uit is, moet niet vóór alles met Versailles aankomen. Maar treffend is ook de voortvarendheid waar mede Benesch nu de afdoening van dit Italiaansche tractaat is komen zoeken. Na de Fransche ver kiezingen, krijgt deze démarche een treffende beteekenis; zij beteekent dat ook voorden Czechoslovaak de Fransche macht een stapje naarden achtergrond treedt. Er wordt meer in algemeene sympathieën-politiek gezocht. En in zulk eene algemeene sympathieën-politiek zijn n Benesch n Mussolini beiden thans meester, de eerste van huis uit, de tweede door de ervaring geleerd. Is niet ook Hongarije nu vriendelijk in den kring der mogendheden onderden arm genomen,?? zóó zelfs dat men meent voor de geheele kleine Entente-politiek geen speciale plaats meertezien? Alleen de anti-habsburgmonarchie-tendentie blijft een band leveren, en daarin hebben natuurlijk ook Praag en Rome zich gewonden. letswat naar den geïsoleerden kant wordt op deze wijze Polen gedrongen, dat niet den slag van 't voeren van sympathieën-politiek heeft! He heeft in den jongsten tijd wel weer veel gezondt energie aan den dag gelegd, en onder Grabski een verrassende reconstructie-politiek uitgevoerd. Maar het staat er toch bij als een struische schoone," die niet gemakkelijk land kan bezeilen, en nergens misschien meer dan in Polen is de nederlaag van het bloc national" gevoeld. In Duitschland is men zoo verstandig die nederlaag puur van den sentimenteelen kant te genieten. Voor 't gevoel heeft de val van het béte noire" veel satisfactie gebracht. Maar politiek schijnt men er niet op te willen bouwen, en dat zou ook zeker een ondeugdelijke grondslag zijn. In Frankrijk zelf is waarschijnlijk niemand van meening, dat men niet meer met kracht de reparations" zal doorzetten, ja, zelfs 't Ruhrprincipe rechtvaardigen. Doch dit neemt niet weg, dat voor de buitenwereld de positie van Frankrijk een andere is geworden. Alle feiten waarvan wij zoo even spraken, wijzen er op. Men zou nog kunnen wijzen op Arabië, waar de Syrische politiek groote moeilijkheden ondervindt. Op Turkije, dat de. armen naar Engeland uitstrekt. Op Trotzky, die door Rykow en Kaminew, onder wie het sovietregime zich zwakker en zwakker voelde worden, teruggeroepen is en nu weer opnieuw den scepter zwaait. In Londen, met de Britsen-Russische onderhandelingen, mogen de soviets zich meer dan ooit jarceurs betoonen; tegenover Frankrijk heeft Trotzky weer den brutaalsten tcon aangeslagen. En Herriot zou wel kunnen ondervinden, wat Berlijn, bij het fameuse incident over de handels representatie, ook tot zijn spijt ervaart: dat het met Moscou love's labour lost" is. Maar wat Frankrijk betreft: of nu Herriot, de eenvoudige, gecultiveerde intellectueel, de man van eenvoudige levensenergie, dan wel de opportunistische Briand, of de dogmatische Painlevéden hoofdtoon aan zullen geven, niemand hunner vertegenwoordigt het mogen zij mij haten mits zij mij maar vreezen", waarmede de stugge en koppige Lotharinger Poincarézijn regime had ingezet. Dit brengt de verandering in Frankrijk's positie. Het boet zeer waarschijnlijk in aan gevreesde macht. En dat zal aanstonds in zijn internationaal aplomb uitkomen. Spreekt de franc niet ook reeds die taal? Met of zonder socialisten zullen de nieuwe regeerders de moeilijke taak hebben dat aplomb te herwinnen, nu gebouwd. op sympathie en internationaal overleg. Dat is dan het andere", wat de Fransche verkiezingen,, in de Poincarépolitiek hebben gebracht. In de praktijk kan daarvan het voornaamste uitvloeisel zijn, wat tot dusverre te zeer was verwaarloosd:: den eerlijken en bezadigden elementen in Duitsch land de gelegenheid tot grcei te geven. En deDuitsche verkiezingen hebben wel doen zien, dat Duitschland nog een geheele moderne staatkun dige ontwikkeling moet doormaken, maar ook dat het dit kan doen. B R A N D A R i s Herfstnacht Ach, die eenzaam en verlaten nu in dezen avond zijn, kennen enkel het refrein van een lied, dat zij vergaten. Nacht, onder Uw veegen schijn zijn de wankelen gelaten van lantaarnen in de straten dansers op een laat festijn. Zie, hoe is dit bitter weinig zwijgende gemeenzaamheid, zie, hoe ik mijn eenzaamheid met hun weifelingen pijnig. Nacht, wij zijn niet voor elkander, Gij zijt een en ik de ander. HENRIK SCHOLTE RINGERS RINGERS MELK-CHOCOLADE

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl