Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2450
F/'Tj/DGENQÓfEN1
BYRONIANA
V HUWELIJK EN BALLINGSCHAP
Lord Byron's huwelijk is een mislukking geweest.
Dat wil niet zeggen dat hij van den beginne af
zijn kansen van het huwelijksleven slecht heeft
ingezien, toen hij het plan opvatte om te trouwen;
daarmee zou men hem onrecht doen. Hij heeft
zijn tijden gehad dat hij zocht naar een leiding
in zijn leven, even als er momenten voor hem
kwamen, waarin hij zich opstandig veelde tegen
alle regel en zijn fantasie hem als een wilde roover
liet zwerven over de wateren van zijn verbeelding.
Hij was een jaar, twee jaar de gunsteling geweest
van de kringen die den toon aangaven in de maat
schappij, en het was hem op den duur geworden
een monde oül'on s'ennuie", of gelijk hij het in
zijn Don Juan uitdrukt, de samenleving vond hij
een horde waarvan de eene helft waren bores
en de andere er zich in moest schikken to be bored.
Hij had er genoeg van. Hij maakte een reisplan
naar Italiëmet overgang naar het Oosten en vroeg
Hobhouse zijn reiscompagnon te wezen. Zij waren
aan elkander gewend sinds den tocht van het jaar
1809 en over 't algemeen was hij de man met wien
.hij 't in 't leven kon uithouden.
Tegelijkertijd echter zond hij zijn
huwelijks-?aanvraag in zee aan Miss Annabella-Milbanke,
.dochter uit het edele geslacht der Noels die met
"Willem den Veroveraar naar Engeland waren
-gekomen, dezelfde die hem twee jaar geleden
had geweigerd, een nicht van zijn vertrouwde
?vriendin Lady Melbourne.
Jk meen niet dat die verstandige wereldsche
Vrouw het huwelijk met Byron voor haar nichtje
'nog dezelfde gezindheid toedroeg als twee jaar
geleden, maar de wil van de jonge dame was
gekeerd, zij had met den dichter een briefwisseling
aangeknoopt; ook zij maakte verzen, zij had
ideeën over letterkunde (zij vergeleek Byron met
?Shakespeare) en zij maakte zich bezorgd voor
aijn geestelijk welzijn.
De edele Lord nu had groote achting voor haar
qualiteiten, hij dacht in haar bijzijn rust te zullen
ondervinden, en hij die altoos in beweging en
geagiteerd moest zijn, haakte naar een takje en
een plekje om er zich neer te zetten en te ver
blijven. Hij moest toch iemand hebben van wie
hij hield, dacht hij als ieder die jong is en zich de
illusie maakt lief te kunnen hebben. En na zijn
besten vriend Hobhouse, 13 September 1814,
uitvoerig onderricht te hebben over de reis en de
wat er toe noodig was, schrijft hij hem twee
posten later dat hij gaat trouwen.
Miss Milbanke had hem aangenomen.
Wien zal het verwonderen dat zelfs in de eerste
dagen van de verloving booze voorgevoelens den
dichter bekropen, al hoeven wij niet zoover
te gaan als de Franschman die Byron's ont
waken na zijn eersten huwelijksnacht kort en
graphisch beschrijft als hij hem laat vertellen,
onder den indruk van het lichtschijnsel op de roode
gordijnen van het ledikant: Ik verbeeldde mij
dat ik wakker werd in de hel, maar ik keek naast
mij en zag dat het erger was: ik was getrouwd. ?
Neen, al bezitten wij het getuigenis van den dich
ter zelf, hoe hij spoedig reeds heeft begrepen dat
hij in Miss Milbanke niet de vrouw had gevonden
die hem een vaste leiding op zijn levenspad kon
geven, toch merken wij duidelijk genoeg dat
het jonge huishouden in Londen 'n poos zijn best
heeft gedaan voor een geregeld en vertrouwd
huwelijksleven.
Er is een tijd lang vroolijkheid en gezelligheid
in huis geweest. Vooral door de bemoeiing en
het goede voorbeeld van Byron's halve zuster,
Augusta, die was gehuwd met haar neef Kolonel
Leigh. Even als de dichter toch was Annabella, zijn
vrouw, een eenig kind en veel aan zichzelf over
gelaten geweest, zij miste, intiem,den slagom met
menschenom te gaan, Augusta daarentegen had geen
pretenties. Zij zag in Byron nog altoos den Baby
van jaren geleden, was zij niet vier jaren ouder
dan hij l en zij liet zich graag gansje" noemen,
terwijl Annabella zich vereerd moest gevoelen door
oen bijnaam van Pippeling", om haar uiterlijk
haar door den echtgenoot toegekend.
Misschien heeft de dichterbij gelegenheid in huis
zich herinnerd hoe hij als kind, toen hij vaneen
groot huwelijk had gelezen, aan zijn moeder
had bekend dat hij met Augusta wou
trouwen,en hoe hij zich boos had gemaaktdat zoo iets
niet ging. Waarom niet?vroegde plaag, ook nu nog.
Hij had zich in zijn jonge jaren steeds bij zijn zuster
aangesloten, om zijn wil gedaan te krijgen, al
maakte hij zijn moeder daardoorookwoedend ....
Na eenige maanden kwam er een verandering
over den geest van het huishouden. De omstandig
heden zijn allerbekendst. Byron was geen man
voor een geregeld familieleven. Hij werkte liefst
's nachts, hij kon op den duur niet aan tafel eten
en zien eten, hij gebruikte opium in den vorm van
laudanum, wat een modekwaal is geweest, hij
raakte zijn humeur kwijt en zijn financie waren
altoos in de war, zeven executies hadden achter
eenvolgens in zijn huis plaats, (zijn moeder
had haar boosheid over zulk een executie in
Newstead Abbey met haar leven bekocht) hij
Werd buitensporig en verviel in buien van woede
waarin hij niet goed meer wist, noch wat hij zeide,
noch wat hij deed. De macht ten goede van'
Annabella scheen geheel verbroken, wat er ge
beurde duidde eerder aan dat Byron tegen haar
een wrok koesterde, de arme die nauwelijks van
het kraambed was opgekomen!....
Zijn de voorbeelden zeldzaam van zoo'n tijdelijk
ophouden van het samenleven? Ik zou het niet
durven ontkennen en evenmin het bevestigen.
Het streven van de familie is in zoo'n geval
altoos om die abnormaliteiten te verhullen, en
er zijn voorbeelden bekend waarin de tijdelijke
waanzin de lijders niet heeft verhinderd de pijlers
der samenleving of van de beurs te blijven waar
voor de wereld hen heeft gekend.
Hier eveneens, in 't geval van Lord Byron,
meende de familie laat mij op deze wijze al het
bijkomstige weglatend de hoofdzaak alleen irt- 't
licht brengen door een scheiding van een paar
maanden en een rustig verblijf op het land de
dingen in 't gelijk te kunnen brengen, en Anna
bella ging met haar dochtertje voor een poos
naar haar ouders in 't idee haar echtgenoot
binnnenkort weer te zullen zien.
Mijn liefste Augusta," schreef zij aan haar
schoonzuster die in Londen was gebleven (16
Januari 1816) het is mij zoo'n groote gerustheid
u in Piccadilly te weten. Laat je niet weerhouden
mij precies alles te schrijven, ik lees alleen passages
aan mijn moeder voor. Ik denk wel dat hij in zijn
ziekelijke overspanning zich verlicht zal voelen
door onze afwezigheid, maar maak toch als ge
kunt dat hij me schrijft Over 't geheel ben ik
blij hier te zijn gekomen. Ik geloof dat het zoo
recht was en dat het moet strekken tot het
heil van ons allen."
In de eerste dagen van de volgende maand
ontvangt Lord Byron dan het bericht van zijn
schoonvader over de noodzakelijkheid van een
totale scheiding van zijn vrouw. Het is uit, en
zonder genade of hoop op redres zal het uit
blijven.
Ik moet hier, al is het thans aartsbekend, tot
verklaring van den brief van den vader het
kapitale stuk aanhalen, het relaas van Lady
Byron's juridischen consulent, opdat te meer in
't licht trede wat tot nu toe bijna algemeen is
verzwegen.
Hij herinnert er in zijrj advies Lady Byron aan dat
haar moeder hem is komen consulteeren toen zij, uit
Londen vertrokken, op het land naar haar ouders
was gegaan; de bijzonderheden welke zij toen
opnoemde konden wel leiden tot een scheiding,
maar waren niet van zulk een wichtigen aard dat
zij zoo'n maatregel onvermijdelijk maakten. Er
bestond ook by Lady Noel geen bepaald besluit
om een terugkeer tot Lord Byron te verhinderen,
en hij zelf was voor een verzoening.
Maar toen gij viertien dagen later in stad bij mij
zijt gekomen, was het voor de eerste maal dat ik
hoorde van feiten, die zoowel aan Sir Ralph
(haar vader) als aan Lady Noel geheel onbekend
waren. Mijn opinie veranderde geheel, zoodra ik
de nieuwe inlichting kreeg: ik beschouwde een
verzoening als ietsonmogelijks. Iksprakmijnopinie
uit en verklaarde daarbij dat wanneer men dat
idee niet opgaf ik, noch in mijn betrekking, noch
op eenigerlei wijze, deel zou nemen om haar tot
stand te brengen."
Welke was de nadere verklaring van Lady
Byron, waarmede zij haar besluit staafde om niet
meer met haar echtgenoot in eenig verkeer te
treden? Het was ten eerste haar vaste voornemen
zich niet meer in zijn macht te begeven nu zij niet
langer aan een blijvend ziekteverschijnsel zijn
wreedheid tegenover haar kon toeschrijven, en
vervolgens haar vermoeden, maar zij had er geen
bewijzen van, dat hij te eeniger tijd, waar
schijnlijk vóór zijn huwelijk, in ongeoorloofde
betrekking had gestaan tot zijn zuster. Het was
een zeer gewonden en gewrongen bekentenis.
Er kan nauwelijks sprake van zijn dat een catego
risch oordeel als de juridische consulent volgens
zijn relaas had gegeven, kon rusten op zulk een
zwakken grondslag als het wankele beweren van
Lady Byron.
Ik kan uw zieletoestand," heet het in haar
laatste directe communicatie aan Lord Byron,
in deze dagen (13 Februari 1816) aan niets anders
Butterfly
Bonbons
Overheerlijke
pikante ^
smaak
toeschrijven dan aan een totaal verlaten van alle
principes, zooals gij er op geroemd hebt sinds
ons huwelijk" Op slag wordt verleden en
toekomst juridisch afgebroken.
Een persoonlijker schrijven aan haar liefste
Augusta" is van den volgenden dag: Ik reken
het mijn plicht tegenover God om te handelen,
zooals ik heb gedaan. De lessen van tegenspoed
zullen het meest uitwerken wanneer ze heel bitter
zijn. Trots moet vernederd worden. Zijn verdriet
en zijn wanhoop, waaraan ik niet twijfel, zijn van
wereldschen aard. Degeen die zijn heil Wenschen
moeten niet verlangen dat ik tot hem terugkeer"..
Zij tracht zich op te werken, zooals men uit
dezen brief kan lezen tot een instrument in hooger
hand voor het eindelijk behoud van den zondaar.
En die zondaar ! In dezen eersten tijd houdt hij
de eer van Annabella op.
In dit opzicht," schrijft hij aan Thomas Moore,
den vriend tegenover wien hij zich het meest liet
gaan, moet ik u terecht zetten. De fout lag niet
in mijn keus", of het moet zijn geweest dat
ik in 'tgeheel gekozen heb, want ik geloof niet
en ik zeg dit in den droesem van al deze bitter
heid dat er ooit geweest is een beter, liever en
opgewekter, of een aangenamer en beminnelijker
wezen dan Lady B. Ik had haar niets te verwijten
en kon haar ook nooit iets te verwijten hebben,
zoolang zij met mij was. Waar een blaam neer
komt, daar is het op mij, en wanneer ik niet in de
gelegenheid ben het goed te maken, dan moet ik
het dragen....
Op het oogenblik heb ik met alle soorten van
onaangenaamheden te kampen; maar ik heb het u
wel meer gezegd, toch moet ik het herhalen. Het
is voor mij niets om alle mogelijke gemis van den
tegenspoed te dragen, maar mijn trots deinst
terug voor a! het onwaardige dat men mij wil
aandoen. Ik hoop dan toch dat mijn trots mij ook
daardoor zal heen helpen. Als mijn hart gebroken
had kunnen worden, het zou al jaren geleden
gebeurd zijn, en door omstandigheden, welke mij
meer raakten dan wat er nu gebeurt."
Het zijn de onwaardigheden", zooals hij ze
noemt, het op eenmaal gebannen worden uit de
maatschappij, het op straat zich niet meet veilig
voelen voor aanranding met scheldwoorden, de
groote leegte om hem heen waar hij zich vertoonde
die hem hebben doen verkiezen den weg der
ballingschap op te gaan. Het was de anonymiteit
van den haat en de verachting die hem uit het
land hebben weggedreven.
Was hij zelf bewust van de reden waardoor hij
aanstoot gaf?
Om 't even. Aan zijn vrouw heeft hij uit Itali
geschreven toen op nieuw zijn trots was beleedigd :
Nooit was iemand zelfs onwillekeurig de schuld
van groot leed van anderen, of hij heeft er voor
moeten boeten. Ik heb boete betaald voor mijn
onwillekeurige fouten en ga nog voort ze betalen:
Gij zult het ook doen."
Van trots gesproken !
Maar waar is de geheime grond van zijn leed en
van dat leed voor de anderen.
W. G. C. B Y v A N c K
loninklijkiHiubilliansporl-Maalscliappy
DEGRUYTER&Co.
DEN HAAG
AMSTERDAM ARNHEM
Verhuizingen per Auto-Trein