Historisch Archief 1877-1940
No. 2450
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Japan is niet onredelijk. Japan moet echter
om zijn eigen levensbelangen denken, maar
weet ook geen weg met de zich telkens weer,
tegensprekende opvattingen van Westersche ener
gie en Christelijkheid. Japan zal zeker niet onge
neigd zijn om Holland, dat zijn eenige vriend
was gedurende de periode, toen het voor de rest
van de wereld gesloten was (1641?1856), weder
tegemoet te komen. Japans wortel-loten groeien
in het China, waar wij machtige belangen
hebben. Japans wortel-loten reiken naar het
Zuiden, om economisch voedsel, en het is onze
plicht dat voedsel te brengen, willen die wortel
loten niet onbehoorlijk lang uitgroeien, omdat
ze voedsel moeten hebben. Aan dat voedsel
brengen is bovendien door ons te verdienen.
De Duitsche import in Japan bedroeg in het
?eerste halfjaar van 1923 ongeveer 65 millioen
Yen, waarmee de Duitsche import, vergeleken
bij 1913, zich verdubbeld heeft. En toch is
de Duitsche import nog slechts 6 procent van
den geheelen import van Japan. Of er dus ook
beteekenis kan zitten in een weloverwogen
Hpllandsch plan ! Het moet echter onderdeel
zijn van het algemeene Hollandsche plan
Pacific", dat goed opgezet en goed uit de
verf moet komen. Met medewerking van allen.
Maar het wordt kort dag.
H. C. BUURMAN
Snel en zekef werkend tegen
LORD ROBERT GEGIL
Volkenbond en Vrede weren zich den laatsten
tijd wel. Eerst de zeer geslaagde herdenking
van het zilveren jubileum der Eerste
Vredesconferentie, tactvol aangewend ter propaganda van
de Volkenbondsgedachte, en thans Lord Robert
Cecil in ons land te gast om over en voor den
Volkenbond te spreken.
Men zegge niet, dat dergelijke propaganda over
bodig is. Integendeel, het leger van sceptici, van
hen die van den Bond niets goeds willen of kunnen
zeggen is ten onzent nog veel te groot. De sympa
thie voor en kennis omtrent hetgeen er van Genève
tot heil van vrede door recht immers de ideëele
grondgedachte van hen, die den Volkenbond in
het leven riepen kan uitgaan en ten deele reeds
uitgaat, dient zoo algemeen mogelijk te wezen.
Vandaar al, dat er reden bestaat om onzen
Britschen gast, die zich een trouw en nobel makk> - ge
toond heeftvaneenWilson en een Smuts,
kavpioenen voor the League of Nations,een hartelijk v.elkom
toe te roepen, nu hij zich ophoudt hemen de
grenzen van ons land, dat zoo gaarne beschouwd
wordt als het Mekka van hen die gelooven in een
internationale rechtsorde.
Maar ook afgescheiden van Lord Robert's
Volkenbondsverdiensten, is er reden hem met
bijzondere sympathie te begroeten.
Wij leven, helaas, in een tijd, waarin bruut
geweld en grofheid sterk op den voorgrond treden.
Materialistisch denken overheerscht, het idealisme
ziet zich in een hoek geduwd en de kring van idea
listen is gering, vooral van dezulken, die het wagen
op publiek terrein te treden met de idealen, waar
voor zij voelen.
Welnu, Robert Cecil is een dier heden ten dage
Bheumitlek
Hoofd- ea
Zenuwpijn
Verkoudheid
Griep
lofluenia
Togal-tabl. btf alle Apoth. en Drog, verkrijgt.
nog al te zeldzame figuren, welke een rol spelen
in de politiek n zich daarbij door de verhevenheid
hunner denkbeelden onderscheiden.
Dat is ook meteen de' oorzaak van Ce heel
bijzondere positie, die hij in de Engelsche
binnenlandsche politiek inneemt. Zeker, hij geniet groote
achting, men heeft respect voor het voorname van
zijn geest, zijn karakter, doch leider eener partij
is hij niet geworden.
Aan talenten, aan sprekersgaven, kortom aan
verschillende eigenschappen om in het Parlement
een persoon van beteekenis te worden, heeft het
hem nooit ontbroken. Jaren geleden al voorspelde
een Asquith hem een schitterende toekomst.
Nu, Robert Cecil heeft het tot lid van het Engel
sche Kabinet gebracht, trad eenige malen als
Minister op, maakte deel uit van de Britsche
delegatie ter Vredesconferentie, behoorde tot de
afgevaardigden ter Volkenbondsvergadering, eerst
als representant van Zuid-Afrika, later ook als
vertegenwoordiger van Engeland. En toch, het
Premierschap werd hij tot dusverre niet deelachtig
en het staat zeer te bezien, of hij daar nog ooit
aan toe zal komen.
Tegen de hardheden van den politieken strijd
is hij niet opgewassen. Er is daarvoor iets te
subtiels in hem, waardoor hij, als het er op aan
komt, zijn mannetje dikwerf niet weet te staan.
Dientengevolge is hij licht tot het doen van
concessies te brengen. Niet, zooals wel eens
verkeerderlijk is opgemerkt, uit zucht naar opportu
nisme, maar omdat hij, naar een zijner
portrettisten hem eens teekende, zelf terstond het voor
en tegen van alles aanschouwt en aldus vatbaar
is voor de argumenten door zijn tegenpartij aan
gevoerd.
Idealist, niet fanaticus is hij; tenslotte meer
philosoof dan strijdbaar politicus, getuige ook de
onafhankelijke plaats door hem in het Engelsche
partijleven ingenomen. Zijn idealisme en zijn ver
langen om de idealen te verwezenlijken deden hem
een warm aanhanger van de Volkenbondsgedachte
zijn en brachten hem er toe, waar hij ten voile
doordrongen was van de wenschelijkheid om tot
ontwapening, althans aanmerkelijke verminde
ring van bewapening te komen, zijn voorstel ten
aanzien van een garantieverdrag ter tafel te
brengen. Wanneer daaraan door anderen op
bedenkelijke wijze geknabbeld is en er een geens
zins volmaakt ontwerp Cecil-Réquin uit voort
gevloeid is, kan mendat gerustop rekeningschrijve
van te groote toegeeflijkheid van den
oorspronkelijken voorsteller. En tevens van zijn overdaad aan
vertrouwen, zoowel in de goedheid als in het
verstand zijner medemenschen. Waren deze, en
in de eerste plaats de politieke leiders in Europa,
even goed en verstandig als Lord Robert Cecil
is, ja dan zouden garantieverdragen in den geest
van het voorstel Cecil-Réquin in elk geval geen
gevaar opleveren en ons allicht nader tot het
ideëele einddoel brengen. Maar jammer genoeg
is de booze en verdwaasde wereld nu eenmaal
anders dan Lord Robert haar ziet en hij zichzelf
toont.
Met dat al, van een figuur als deze edele zoon
van het Britsche ras, in wien de sympathiekste
eigenschappen van dat ras vereenigd zijn en die
hem tot den staatkundigen gentleman bij uitstek
maken, is reeds gedurende den oorlog, daarna
ter conferentie in Parijs en vervolgens in zijn
eigen land benevens, als de Volkenbondsvergade
ring bijeen was, te Genève, zeer veel goeds uitge
gaan. Juist in de nog altijd door na-oorlogsche
gevoelens en verlangens bedorven atmosfeer is er
behoefte aan zuiverheid, aan frischheid. Karakter
en geest van Lord Robert Cecil zijn er borg voor,
dat hij het zijne zal blijven bijdragen tot herstel
van de zoo zieke wereld.
Dr. E. VAN R A A L T E
K. BEVERSLUIS
(Scheidend hoofd der openbare lagere school op
Puntenburg te Utrecht).
K- Beversluis
uit eigen ervaring als jongen van 6?11 jaar? Of is
het misschien juist het beste compliment, dat
zijn onderwijs ook voor hen, die de school Punten
burg" vijftien tot twintig jaren achter zich hebben,
nog een herinnering en een prettige herinnering
vormt?
Er bestond, in mijn (?Puntenburg")-jaren, een
heele heldenlitteratuur van ondeugende school
jongens, die wreede, of belachelijke, of onrecht
vaardige meesters" het leven lastig maakten.
Wij leerlingen van meneer Beversluis" en van
zijn staf van onderwijzers, hebben deze helden
vereerd. Ik herinner mij niet, dat het ons is
opgevallen, dat er voor onze helden aan Punten
burg geen plaats was. Wellicht meenden wij
desalniettemin dergelijke helden te zijn, als wij
na vieren in de gymnastickzaal aan de ringen
zwaaiden.... wat niet mocht. Maar de ware
atmosfeer voor ons heidendom ontbrak, omdat
het object der heldhaftigheid: de wreedheid, be
lachelijkheid, onrechtvaardigheid tevergeefs werd
gezocht. Wij waren dus kortweg stout".
Het is niet zonder weemoed, dat de Heer
Beversluis die stoutheid" heeft herdacht. Toen
hij eenige dagen geleden op een ouderavond"
afscheid nam van zijn school Puntenburg". En
het is met groote dankbaarheid, dat zijn
oudleerlingen, voor een deel zelf al weer vaders, nu
zij met dat begrip stoutheid" van den anderen
kant beginnen kennis te maken, herdenken wat de
school Puntenburg" onder zijn leiding geweest is.
Rechtvaardigheid, door welwillendgeid getem
perd it droppeth like the gentle rain froin
hèaven is dat niet wat een kind voor alles
noodig heeft? Het rechtsgevoel van een kind is
uitermate fijn, en het voelt slapheid tegenover
zijn eigen kleine misdaden" zoo goed een onrecht
als een onschuldig gedragen straf. Het wil eerbied
hebben.
Als ik nu, na zooveel jaren, terugdenk aan
Puntenburg, aan den gezonden eerlijken geest die
er heerschte, en aan den eerbied en genegenheid,
die wij hadden voor dien ernstigen, mageren
man, met zijn scherpe geteekende trekken, dan
begrijp ik, dat wat ik heb hooren zeggen" van
zijn paedagogischc verdiensten de waarheid moet
zijn.
Mogen in de jaren van rust, die nu voor hem
komen, een rust, die hem misschien moeilijk
zal vallen , een bevredigende gedachte zijn,
dat in de talrijke levens van hen, wier eerste
wankele schreden op het pad der ontwikkeling
hij heeft geleid, de school Puntenburg een goed
begin is geweest.
MR. J. W. B E Y E N
Eindhoven, 25 Mei 1024.
Doet men eigenlijk wel recht aan de verdiensten
van dezen man als paedagoog, wanneer men over
hem laat schrijven door iemand, die die verdien
sten slechts kent, deels van hooren zeggen, deels
Tentoonstelling van een zeer fraaie
particcollectie antieke Jap. en Chin. schilderinge"
(Kakemono's, Makimono's). 3 Mei tot
l Juni 1924. Dagel. ook des Zond. geopend.
KÜNSTZAAL VAN LIER
naast het Postkantoor te LAREN (N.-H.)