De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 31 mei pagina 7

31 mei 1924 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 2450 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND BOUWT IN HET OOSTERPARK TE BILTHOVEN IIUCITIIÏEI IEBTIEKT BE DIRECTIE TEL. INT. :?No. 6538 DE AMSTERDAMMER Weekblad voor Nederland kost slechts f 10.?per jaar ?/RAVENSWAAY f t'-GORINCHEMHEERENBAAI VANJCHAICKV MEUBELTRANSPORT MI : BERGPLAATSEN v. INBOEDELS BINNEN-EN BUITENLANDSCME TRANSPORTEN OVERBRENGEN v. MEUBILAIR OOK PER AUTO TAPISSIEBE BOOTM5TPAAT UTRECHT TEL 163 ZANDYOORT Hotel d'Orange Eerste Rang Familiehotel Vraagt Prospectus 10 '/IS P.K., 4 pi. 15/20 P.K. 6 pi., 20/80 P.K.. 6 pi f 3500. f 5200. J. LEONARD LANG, AMSTERDAM f 6200. REUKGRAS De peren en de appels, de pruimen en de kersen hebben tegelijk gebloeid en worden op den voet gevolgd door de lijsterbessen, de meidoorns, de duinroosjes. Na een verwonderlijk langen, gelijk matig kouden winter en even koud voorjaar hebben we nu eenige weken gehad, waarin tempe ratuur, regenval en zonneschijn samenwerkten, om een groei te bevorderen, zoo snel, intens, overvloedig en gaaf als we in jaren niet hebben gezien. De vogels, waar ik verleden week over schreef, zitten nu geheel en al in het gras verborgen. De linden, die ditmaal later dan de beuken waren en tien dagen geleden pas hun knoppen openden, staan nu zwaar in 't blad en hebben reeds hun kleurige knopschubben en vliezige steunblaadstilte van den avond en den morgen hoor den wij het geritsel van de harde knopschubben, die opzij geduwd wer den door de zich ont plooiende bladeren. Nu zijn ook d ie knopschub ben en de zijïge steunblaadjes met zacht ge ruisen .gevallen, een gelijkmatige bedekking van den boschbodem, kort van duur, want de wind veegt die ijle ver welkende dingetjes gauw naar de luwe plaatsen, waar ze mee rendeels spoedig ver gaan. Een enkele late beuk is nog bezig te ontluiken, maar de eer sten zijn reeds in het zomerstadium, de jonge twijgen richten zich reeds op en het blad wordt ondoorschijnend en hard. Ook de bloei loopt reeds ten einde; het ziet er naar uit of we dit jaar veel beukenootjes krijgen. Alles gaat met ver wonderlijke snelheid en wij worden de verande ringen gewaar niet Het veenreukgras (Hiërochloa odorata) alleen door week bij week te vergelijken of dag bij dag, maar zelfs van uur tot uur. Ja, wie op die dingen heeft leeren letten en gele genheid heeft om er even bij stil te staan kan in dezen tijd de schijnbaar beweginglooze planten in duide lijke, oogenblikkelijke actie aantreffen. Het best gaat dat in den morgen. Om half zeven stond ik al bij het reukgras, dat deze week in zijn aren is geschoten en nu volop bloeit, 't Is een heel eenvoudig gras je, dat ge altijd gemak kelijk kunt herkennen en dat overal groeit. De aar bestaat uitgroepjes van spitse bloemen, dicht opeen, maar niet zoo dicht, dat ze cilinders vormen zooals vossestaart of timothee. Het best kenmerk is wel, dat de meeldraden bij , , ,. , i ?? UlUClIl. ^.. 111 UC11 V1UCKC11 tweetallen te voorschijn morgen.3. Indenvoormiddag komen; bij de andere grassen verschijnen ze altijd in groepjes van drie. Dat te voorschijn komen van de meeldraden wilde ik nu juist weer eens zien en dat gebeurt bij dit gras vroeg in den morgen. Een enkel stelletje was mij al voor geweest, reeds staken twee meeldraden op ongeloofelijk dunne en on begrijpelijk stevige helmdraden hoog boven een der aren uit. En de andere waren aan het komen. Hier en daar puilden juist twee paarse helm knoppen uit de kelkkafjes. Zienderoogen werden die knobbeltjes langer, paars met geel. Nu de loupe ter hand genomen, dan wordt het nog mooier, want dan zie je duidelijk die helmknoppen omhoog komen, geduwd door de spierwitte helm draad die zich strekt en strekt tot een lengte van bijna anderhalven centimeter. Binnen tien minuten is de heele graspol bezet met tal van mooie strakke meeldraden, alle naar boven gericht, trillend met het morgenkoeltje. De helmknoppen staan stijf in het verlengde van de meeldraden. Een poosje later ga ik weer eens kijken, dan is er weer wat nieuws aan de hand. De twee helften van de helmknop, de helmhokken, krullenbuitenwaarts om, zoodat de helmknop de gedaante krijgt van de letter X, een vorm die typisch is voor alle grassen. Tegelijkertijd gaat de helm knop zich omkeeren, soms buitelt hij pardoes om, en komt dan te hangen in plaats van in het verlengde van de helmdraad te staan. Dan splijten de helmhokken overlangs open en in het onderste 3. De bloei van Reukgras 1. Den middag tevoren: de stempels steken buiten de bloem. 2. In den vroegen omgekrulde stuk hoopt zich het droge gele stuif meel op, gereed, om met elk windvlaagje meege voerd te worden. Zoo is dan in dezen tijd de lucht vervuld met stuifmeel van allerlei grassen, tot groot ongerief van de arme lijders aan hooikoorts. 't Is werkelijk indrukwekkend, om bij windstil weer dat stuifmeel gereed te zien liggen in de geopende helmknoppen. Vandaag echter woei het flink en toen ik om half een weer bij mijn reukgraspol kwam, waren alle helmknoppen hun stuifmeel kwijt. Er had zich geen enkele meeldraad meer gestrekt, dat wacht weer tot morgenochtend. Wel waren in de bloempjes de helmknoppen reeds te zien en ook staken uit die bloempjes reeds de witte harige stempels naar buiten, want die komen een dag eerder dan de meeldraden. Zij kunnen nu bestoven worden met het stuifmeel dat allerwegen rondwarrelt en de meeste hadden dan ook al een paar korreltjes beet. Al deze dingen kan de arme stedeling ook bij zich thuis bekijken. Pluk maar wat gras, zet het losjes in een glas en ge zult behoorlijk op zijn tijd het verschijnsel kunnen waarnemen, iedere grassoort op zijn eigen tijd. Ge kunt ook een paar van die grasjes drogen en u verlustigen aan de geur, die dan het duidelijkst merkbaar wordt. Ge weet, dat dit ook met Onze Lieve Vrouwen Bedstroo het geval is, de geurstof, cumarine, ontwikkelt zich eerst in de verwelkende planten. Zoo komt het hooi aan zijn geur. Behalve ons gewone reukgras, dat Anthoxanthum odoratum heet, hebben wij er nog een, het Veenreukgras, Hiërochloa odorata. Dit groeit in groote menigte in moerassige weiden en langs waterkanten en valtgemakkelijkin hetoogdoorzijn donker uiterlijk. Het is eigenlijk veel mooier dan het gewone reukgras want het heeft een mooie pluim met draadfijne donker gekleurde zijtakken en daaraan hangen aan gekronkelde steeltjes breede haast klokvormige bloempakjes. Daardoor lijkt dit gras dan wel op het bekende trilgras of bevertjes. Uit elk bloempakje komen op gezette tijden tweemaal drie meeldraden te voorschijn en een stelletje stempels. Die meeldraden hebben niet zoo lange helmdraden als die van het gewone reukgras en dat is ook niet noodig, want al de bibberigheid, die vereischt wordt om met alle windjes mee te waaien komt hier al tot stand door de dunne steeltjes der bloempakjes. Op uw wandelingen in het schoone Amsterdamsche Polderland zult ge dit gras in overvloed vinden; langs de Winkel groeit het in gezelschap van het Trilgras waar het oppervlakkig wel wat op lijkt. Ze verschillen echter zeer veel en als ge nu eenmaal op grassen gaat letten, dan zult ge zien, dat er in deze schijnbaar zoo eenvormige familie een ver scheidenheid bestaat, die u met bewondering moet vervullen. En ze hebben alle hun eigen uurtje van meeldraden strekken of kafjes openen, zoodat de liefhebber en kenner aan de grassenklok kan zien, hoe Iaat het is. Een leuk padvinderswerkje om dat eens te leeren. JAC. P. T n i j s s E

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl