Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2451
f '
y' Tj/DGENGOTEN^
tMii;ii.-.'-/'M,;iv i.Mi'iU'iliV
BYRONIANA
-VI. HST GEHEIM
Childe Harold ging op een nieuwen pelgrims
tocht met zijn reiskoets a la Napoléon. Hij trok
over het slagveld van Waterloo waar de andere
voor 'n jaar zijn fortuin had geboet en zijn teleur
stelling had geleden, hij reisde langs de oevers
van den Rijn en kwam eerst tot rust aan het meer
van Oenève waar de .Natuur kalm en verheven
den van hof en haard verdrevene ontving en dra
vriendelijke stemmen hem in de ooren klonken.
Op zijn eersten gang had hij ruimte gezocht, "
nu moest hij vooreerst zoeken zichzelf terug te vinden
in de lijst van waterspiegels en vlakteglooiing, in
de lijnen van bergen en dalen die het landschap
hem voorhield. Het geluk van-het nieuwe lokte
hem, hij zag met andere oogen, hij gevoelde niet
nieuwe lagen . van gewaarwording. Zijn vriend
Hobhouse kwam over naar Zwitserland, zijn
oude reisgenoot; te zamen zagen zij een deel van het
Alpengebted. , ? ?,;.'
Hoe goed heb ik het getroffen, bekent Byron
aan zijn dagboek ?»?? met.het weer onderweg en
met mijn Jcamejaad, .een van mijn beste vrien
den, en niet hCJde kleine 'détails van een heen
£n weer trekkpn, waarbij ik mij graag heb
veranoeid en graag heb gedeeld in de onvermijdelijke
.ontberingen l En tóch heeft de bittere heugenis
-van mijn huiselijk leed mij hier vervolgd, en niets
-van al het genot of van mijn verrukking heeft
«nij n oogenblik den last op mijn hart verlicht
«n mijn ellende mij doen vergeten te midden van
«de'majesteit, de macht en de glorie om mij heen.
Hij riep zijn dichterfantazie, de verbeelding
?van zijn gevoel, te hulp om zijn huwelijksdag uit
te wisschen en plaats te doen maken voor een
tafereel uit zijn liefdedagen met Mary Chaworth;
hij klampte zich aan zijn genegenheid of moet ik
het liefde noemen? zijn1 zuster Augusta toege
dragen, evenals in zijn jongensjaren wanneer zijn
moeder hem op de ziel had getrapt en hij haar
woedend wilde maken, hij vervloekte die hem
kwaad gezind waren... maar de pijn verminderde
niet.
O, de mogelijkheid ten aanschouwe van
bergreuzen als de Jungfrau, door geen menschenvoet
op hun hoogte ooit betreden, het beklemmende
wereld verdriet uit te spreken ! een bede om bevrij
ding in de reine hemellucht geuit kon niet onver
hoord blijven.
En de dichter met zijn vrije beschikking over
een uitgebreid tooneelapparaat, toovert te midden
van de gepunte rotsen en de gapende afgronden
het bergnest van Graaf Manfred, die, boven het
verachte menschengewemel,' de eenzaamheid
zoekt. Als hij haar moet missen, want het Lot
heeft over hem beschikt dat wie hij liefheeft
zijn slachtoffer wordt, wil hij haar weerzien na
haar dood en wil sterven . .
Het dramatische gedicht, zooals het heet,
bestaat uit aanroepingen en oproepingen, er is
noch draad noch karakter in, het speelt hoog
boven onze hoofden in een wereld van decors.
Hoe minder er van gezegd, hoe duidelijker de
inhoud.
Naar de geliefde van Graaf Manfred, Astarte,
heet het boek door Lord Lovelau ter verdediging
van Lady Byron's houding bij de echtscheiding
van den dichter geschreven. Astarte is volgens
die opvatting Byron's zuster, Mrs. Augusta
Leigh, en het geheim van zijn leven is de liefde
die hij voor de wereld niet kon bekennen.
Maar die hij dan toch zoo duidelijk mogelijk
aan de wereld in zijn Manfred heeft bekend !
Het boek van Lord Lovelau leent zich niet
tot een ontleding, het is zonder samenhang, en
niets beduidend overal waar men het aan wil
pakken; het belooft strikte bewijzen, maar zij
dagen nergens op; het zal eindelijk een staal
leveren van de hartstochtelijke liefdescorrespon
dentie ttisschen broeder en stiefzuster en het
. geeft waarlijk een brief vol passie waar men den
echten Byron in herkent . . maar die brief is
nooit aan Augusta geadresseerd geworden, de
eigenlijke naam is tot onherkenbaarwordens ge
schrapt, en denkelijk is hij aan eene Mary ge
adresseerd; daarop wijst alles.
Zooals de stukken in Astarte zijn gepubliceerd
maken zij het geheim maar duisterder.
Moeten wij dan het geheele boek verwerpen,
dat geloof ik toch niet.
Het is een fataal ding die oprakeling van oude
familiegeheimen. In den grond der zaak hebben
zij niets wat onze belangstelling
opwekt, en wij zouden Byron
gerust zijn eigen pekelzonden
kunnen laten verantwoorden, zoo
het ons niet was te doen om
een oordeel over den dichter.
Kan men den mensch en den
dichter scheiden? Ik geloof het
niet, ik heb het nooit geloofd.
Laat mij daarover thans niet
uitweiden, de gelegenheid doet
zich "later wel voor. Nn verzoek
ik alleen aangaande
deze.scheidingsvraag het resultaat te mogen
geven van vele onderzoekingen en
overwegingen.
Wanneer men de feiten van de
plotselinge scheiding tusschen
Lord en Lady Byron aan 't licht
brengt zonder iets van de omstan
digheden te forceeren, treft men
tegen het allerlaatst van Januari
1816 een scherpen omkeer aan
in de opvattingen: tot dien datum
ja, ontevredenheid gaande tot
weerzin over Byron's gedrag,
maar geen afbreken zonder gena
de, eerder nog eenige welwillend
heid tegenover den schoonzoon,
zoowel bij de moeder van Lady
Byron aLs bij den juridischen
adviseur. Dan komt Lady Byron
zeïf "met een nieuw gegeven, dat
'Veroorzaakt een algeheele
voltefaee. ,,
Wat kan dat nieuwe gegeven
zijn geweest? ,
Het heeft zeker niet te maken
gehad met de verhouding tusschen
Byron en Augusta, want volgens
Lady Byron's erkenning man
keerden daarvoor de directe be
wijzen, waarschijnlijk waren er
dus door een gedienstigen geest
papieren in Byron's opengebroken
cassette gevonden, die tot een
kort en krachtig beraad aanlei
ding hebben gegeven. Het zullen
juridische stukken zijn geweest.
In de latere helft der negentiende eeuw is er
Teekening voor de Amsterdammer" door H. Pieck
Architect W. KROMHOUT, die onlangs gehuldigd werd bij het
bereiken van zijn 60e levensjaar
van dat avontuur te verklaren zijn uit het bestaan
in de familie van Lady Byron een traditie geweest van een gelijktijdige of pas afgeloopen liaison
over een huwelijk door Lord Byron in zijn jeugd met Augusta. Als een} schuld heeft hij haar
gesloten een huwelijk naar hij zelf meende, niet gevoeld, die gevoelt men niet te midden
door den dood ontbonden in 1811, zonder dat van zijn passies. En daarenboven fijn gevoelig
het feit was geverifieerd, een zaak die door het op het punt van zeden waren die dagen heusch
"emis van een burgerlijken stand in Engeland niet, ook van dergelijke zeden. Een hypocriet
veel voorkomt. (Hoeveel Engelsche romans be- zal niemand in Byron zien: wat hij doet daarvoor
rusten daar niet op). De vrouw, van minderen stand, komt hij uit: wel zal men in hem den
onverbeterwasnaarAmerikagegaan.laterwaszijnaarEngeland lijken egoist vinden, even als Manfred, wanneer
teruggekeerd, zonder dat zij echter op een erkenning hij zich noemt:
van haar wettig huwelijk stond, een zoon schijnt "'" '
daaruit te zijn gesproten; men wil in die vrouw
of dame, de Thyrza herkennen die aan Byron's _
commentatoren, zooveel hoofdbrekens heef t gekost. het besluit zijn van deze enkele noten op Byron,
Alles wat op de zaak betrekking heeft is natuur- de man en de dichter zijn veel grooter dan hij
luk zoo geheim mogelijk gehouden, want de zich te midden van zijn verhevenheidsdecor
J . .." __. _ T *n£n4-«~..-4 »TÏ1 -é-nnMj-i»-! L-1» t 1-in^-f+? c- rw-ïrt/H irr rrnnno (t ho CSff flon
My own soul's sepulchre, for l have ceased
To justify my deeds unto myself.
Zoo'n aanhaling uit Manfred mag echter niet
kosten alleen van een proces over erfenis of stand
zijn vernietigend. Rechtens zou dan Lady Byron
niet anders zijn geweest dan de bijzit van den
dichter, zijn dochter een onecht kind; van
daar het belang om de aandacht van de wereld
af te leiden naar de quaestie van de betrekking
tusschen Augusta en haar halven broeder.
wil toonen. Hij heeft spoedig genoeg begrepen
dat hij daarmee in een manier was vervallen:
hij wilde geen monnerist zijn en het effectzoeken,
daarboven is hij uitgekomen.
Shelley was met Lord Byron samengeweest
bij de eerste aankomst van den dichter in Zwitser
land, hij had hem ontvankelijk gevonden onder
den indruk van zijn verdriet. Meer dan twee jaar
Maar wij hebben ons hiermee niet te laten af- later zag hij hem weer.
brengen van die vraag; zij blijft bestaan. Manfred Hij heeftzijn vroolijke buien teruggevonden
;wangeeft geen oplossing want het behoort tot Byron's neer vrienden of bewonderaars hem wijzen op wat
trots en zijn menschenverachting om er niet tegen Engeland nog van hem verwacht, beleert mj hen:
op te zien den blaam van de wereld aan te nemen Ik heb altoos geschreven uit passie, uit aandrift,
en hij heeft er genoegen in de menschen op een om allerlei redenen, nooit om hun lieve'
sternverkeerd spoor te leiden Op ons zelf komt de metjes." Ik weet wat hun toegejutch waard is.
keus neer, en daar Augusta met haar goedigheid Zonder dat ik er naar heb getracht, hebben zrj
en onbeslistheid er geen aanspraak op kan maken een soort van volksidool van mij gemaakt, en
een Byroniaansche figuur te wezen, zouden wij zonder reden behalve de gril van hun eigendunk
J .. , , .?? _ .__i . li,-.KK/-in rriïl-i n 4- \-\f\nfA \r-^r\ Vt/ï-f \rr\a -fc- +11 l^ nr<*<Jftniri *
wat ons zelf aangaat, haar graag vrijspreken van
het feit met den dichter haar echt te hebben
gebroken.
hebben zij het beeld van het voetstuk gegooid;
het is niet gebroken in zijn val, en nu zouden zij
het weer zijn plaats willen teruggeven zij
Toch kan ik niet gelooven dat Lady Byron zullen het niet, met hen heb ik niets te maken."
, , t r, _. _ _i _i __? j ii. u «ï^^l^^ÜrT f-sliiit hiïviVh Hii^rntn nr\ in 7l1n TnntnPtfl r
onrecht heeft gehad, al vind ik haar misdadig
in de wijze waarop zij de zaak heeft behandeld.
Zij heeft geen goede raadslieden gehad. Misschien
moet men zich het volgende voorstellen:
In Byrons leven komen perioden voor van
inzinking, waarin hij zich laat gaan; de ver
bintenis met Lady Oxford in 1813 is reeds een
voorteeken; na afloop van die liaison is het geen
heilig leven geweest in Newstead Abbey, zijn
stiefzuster komt dan bij hem logeeren, het plan
wordt geopperd om een tijdlang buiten'slands
met haar te gaan leven, omdat après tont Augusta
voor Byron de gemakkelijkste persoon is om
mee te leven, als zij maar haar kinderen wil
thuis laten . .
Dan komt de passie op voor Lady Frances
Wedderburne Webster. Bezaten wij eenige ge
gevens meer dan zouden verscheiden passages
Sluit hij zich daarom op in zijn grootheid?
In de Junimaand van 1824 beweegt zich door
Engeland de stoet die den dichter grafwaarts
draagt. Het gemis gaat op dat oogenblik als een
begeerte door het land. Het gevoeltde aantrekkings
kracht van het buitengemeene als een mysterie.
. Het contact van het genie met het gewone is
het niet altoos de aanleiding voor een wonder?
W. G. C. B Y V A N C K
DE KON.FABR.F.W.BRAAI-DELFT
VERZINKT, VERLOOOT; VERKOPERT
ONAFHANKELIJK VAN VORM EN AFMETINCJ.
TEGEN BILLIJKE PRIJZEN. 'V y
LOONSCHOOPEERAFDEELING.