De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 7 juni pagina 2

7 juni 1924 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2451 f ' y' Tj/DGENGOTEN^ tMii;ii.-.'-/'M,;iv i.Mi'iU'iliV BYRONIANA -VI. HST GEHEIM Childe Harold ging op een nieuwen pelgrims tocht met zijn reiskoets a la Napoléon. Hij trok over het slagveld van Waterloo waar de andere voor 'n jaar zijn fortuin had geboet en zijn teleur stelling had geleden, hij reisde langs de oevers van den Rijn en kwam eerst tot rust aan het meer van Oenève waar de .Natuur kalm en verheven den van hof en haard verdrevene ontving en dra vriendelijke stemmen hem in de ooren klonken. Op zijn eersten gang had hij ruimte gezocht, " nu moest hij vooreerst zoeken zichzelf terug te vinden in de lijst van waterspiegels en vlakteglooiing, in de lijnen van bergen en dalen die het landschap hem voorhield. Het geluk van-het nieuwe lokte hem, hij zag met andere oogen, hij gevoelde niet nieuwe lagen . van gewaarwording. Zijn vriend Hobhouse kwam over naar Zwitserland, zijn oude reisgenoot; te zamen zagen zij een deel van het Alpengebted. , ? ?,;.' Hoe goed heb ik het getroffen, bekent Byron aan zijn dagboek ?»?? met.het weer onderweg en met mijn Jcamejaad, .een van mijn beste vrien den, en niet hCJde kleine 'détails van een heen £n weer trekkpn, waarbij ik mij graag heb veranoeid en graag heb gedeeld in de onvermijdelijke .ontberingen l En tóch heeft de bittere heugenis -van mijn huiselijk leed mij hier vervolgd, en niets -van al het genot of van mijn verrukking heeft «nij n oogenblik den last op mijn hart verlicht «n mijn ellende mij doen vergeten te midden van «de'majesteit, de macht en de glorie om mij heen. Hij riep zijn dichterfantazie, de verbeelding ?van zijn gevoel, te hulp om zijn huwelijksdag uit te wisschen en plaats te doen maken voor een tafereel uit zijn liefdedagen met Mary Chaworth; hij klampte zich aan zijn genegenheid of moet ik het liefde noemen? zijn1 zuster Augusta toege dragen, evenals in zijn jongensjaren wanneer zijn moeder hem op de ziel had getrapt en hij haar woedend wilde maken, hij vervloekte die hem kwaad gezind waren... maar de pijn verminderde niet. O, de mogelijkheid ten aanschouwe van bergreuzen als de Jungfrau, door geen menschenvoet op hun hoogte ooit betreden, het beklemmende wereld verdriet uit te spreken ! een bede om bevrij ding in de reine hemellucht geuit kon niet onver hoord blijven. En de dichter met zijn vrije beschikking over een uitgebreid tooneelapparaat, toovert te midden van de gepunte rotsen en de gapende afgronden het bergnest van Graaf Manfred, die, boven het verachte menschengewemel,' de eenzaamheid zoekt. Als hij haar moet missen, want het Lot heeft over hem beschikt dat wie hij liefheeft zijn slachtoffer wordt, wil hij haar weerzien na haar dood en wil sterven . . Het dramatische gedicht, zooals het heet, bestaat uit aanroepingen en oproepingen, er is noch draad noch karakter in, het speelt hoog boven onze hoofden in een wereld van decors. Hoe minder er van gezegd, hoe duidelijker de inhoud. Naar de geliefde van Graaf Manfred, Astarte, heet het boek door Lord Lovelau ter verdediging van Lady Byron's houding bij de echtscheiding van den dichter geschreven. Astarte is volgens die opvatting Byron's zuster, Mrs. Augusta Leigh, en het geheim van zijn leven is de liefde die hij voor de wereld niet kon bekennen. Maar die hij dan toch zoo duidelijk mogelijk aan de wereld in zijn Manfred heeft bekend ! Het boek van Lord Lovelau leent zich niet tot een ontleding, het is zonder samenhang, en niets beduidend overal waar men het aan wil pakken; het belooft strikte bewijzen, maar zij dagen nergens op; het zal eindelijk een staal leveren van de hartstochtelijke liefdescorrespon dentie ttisschen broeder en stiefzuster en het . geeft waarlijk een brief vol passie waar men den echten Byron in herkent . . maar die brief is nooit aan Augusta geadresseerd geworden, de eigenlijke naam is tot onherkenbaarwordens ge schrapt, en denkelijk is hij aan eene Mary ge adresseerd; daarop wijst alles. Zooals de stukken in Astarte zijn gepubliceerd maken zij het geheim maar duisterder. Moeten wij dan het geheele boek verwerpen, dat geloof ik toch niet. Het is een fataal ding die oprakeling van oude familiegeheimen. In den grond der zaak hebben zij niets wat onze belangstelling opwekt, en wij zouden Byron gerust zijn eigen pekelzonden kunnen laten verantwoorden, zoo het ons niet was te doen om een oordeel over den dichter. Kan men den mensch en den dichter scheiden? Ik geloof het niet, ik heb het nooit geloofd. Laat mij daarover thans niet uitweiden, de gelegenheid doet zich "later wel voor. Nn verzoek ik alleen aangaande deze.scheidingsvraag het resultaat te mogen geven van vele onderzoekingen en overwegingen. Wanneer men de feiten van de plotselinge scheiding tusschen Lord en Lady Byron aan 't licht brengt zonder iets van de omstan digheden te forceeren, treft men tegen het allerlaatst van Januari 1816 een scherpen omkeer aan in de opvattingen: tot dien datum ja, ontevredenheid gaande tot weerzin over Byron's gedrag, maar geen afbreken zonder gena de, eerder nog eenige welwillend heid tegenover den schoonzoon, zoowel bij de moeder van Lady Byron aLs bij den juridischen adviseur. Dan komt Lady Byron zeïf "met een nieuw gegeven, dat 'Veroorzaakt een algeheele voltefaee. ,, Wat kan dat nieuwe gegeven zijn geweest? , Het heeft zeker niet te maken gehad met de verhouding tusschen Byron en Augusta, want volgens Lady Byron's erkenning man keerden daarvoor de directe be wijzen, waarschijnlijk waren er dus door een gedienstigen geest papieren in Byron's opengebroken cassette gevonden, die tot een kort en krachtig beraad aanlei ding hebben gegeven. Het zullen juridische stukken zijn geweest. In de latere helft der negentiende eeuw is er Teekening voor de Amsterdammer" door H. Pieck Architect W. KROMHOUT, die onlangs gehuldigd werd bij het bereiken van zijn 60e levensjaar van dat avontuur te verklaren zijn uit het bestaan in de familie van Lady Byron een traditie geweest van een gelijktijdige of pas afgeloopen liaison over een huwelijk door Lord Byron in zijn jeugd met Augusta. Als een} schuld heeft hij haar gesloten een huwelijk naar hij zelf meende, niet gevoeld, die gevoelt men niet te midden door den dood ontbonden in 1811, zonder dat van zijn passies. En daarenboven fijn gevoelig het feit was geverifieerd, een zaak die door het op het punt van zeden waren die dagen heusch "emis van een burgerlijken stand in Engeland niet, ook van dergelijke zeden. Een hypocriet veel voorkomt. (Hoeveel Engelsche romans be- zal niemand in Byron zien: wat hij doet daarvoor rusten daar niet op). De vrouw, van minderen stand, komt hij uit: wel zal men in hem den onverbeterwasnaarAmerikagegaan.laterwaszijnaarEngeland lijken egoist vinden, even als Manfred, wanneer teruggekeerd, zonder dat zij echter op een erkenning hij zich noemt: van haar wettig huwelijk stond, een zoon schijnt "'" ' daaruit te zijn gesproten; men wil in die vrouw of dame, de Thyrza herkennen die aan Byron's _ commentatoren, zooveel hoofdbrekens heef t gekost. het besluit zijn van deze enkele noten op Byron, Alles wat op de zaak betrekking heeft is natuur- de man en de dichter zijn veel grooter dan hij luk zoo geheim mogelijk gehouden, want de zich te midden van zijn verhevenheidsdecor J . .." __. _ T *n£n4-«~..-4 »TÏ1 -é-nnMj-i»-! L-1» t 1-in^-f+? c- rw-ïrt/H irr rrnnno (t ho CSff flon My own soul's sepulchre, for l have ceased To justify my deeds unto myself. Zoo'n aanhaling uit Manfred mag echter niet kosten alleen van een proces over erfenis of stand zijn vernietigend. Rechtens zou dan Lady Byron niet anders zijn geweest dan de bijzit van den dichter, zijn dochter een onecht kind; van daar het belang om de aandacht van de wereld af te leiden naar de quaestie van de betrekking tusschen Augusta en haar halven broeder. wil toonen. Hij heeft spoedig genoeg begrepen dat hij daarmee in een manier was vervallen: hij wilde geen monnerist zijn en het effectzoeken, daarboven is hij uitgekomen. Shelley was met Lord Byron samengeweest bij de eerste aankomst van den dichter in Zwitser land, hij had hem ontvankelijk gevonden onder den indruk van zijn verdriet. Meer dan twee jaar Maar wij hebben ons hiermee niet te laten af- later zag hij hem weer. brengen van die vraag; zij blijft bestaan. Manfred Hij heeftzijn vroolijke buien teruggevonden ;wangeeft geen oplossing want het behoort tot Byron's neer vrienden of bewonderaars hem wijzen op wat trots en zijn menschenverachting om er niet tegen Engeland nog van hem verwacht, beleert mj hen: op te zien den blaam van de wereld aan te nemen Ik heb altoos geschreven uit passie, uit aandrift, en hij heeft er genoegen in de menschen op een om allerlei redenen, nooit om hun lieve' sternverkeerd spoor te leiden Op ons zelf komt de metjes." Ik weet wat hun toegejutch waard is. keus neer, en daar Augusta met haar goedigheid Zonder dat ik er naar heb getracht, hebben zrj en onbeslistheid er geen aanspraak op kan maken een soort van volksidool van mij gemaakt, en een Byroniaansche figuur te wezen, zouden wij zonder reden behalve de gril van hun eigendunk J .. , , .?? _ .__i . li,-.KK/-in rriïl-i n 4- \-\f\nfA \r-^r\ Vt/ï-f \rr\a -fc- +11 l^ nr<*<Jftniri * wat ons zelf aangaat, haar graag vrijspreken van het feit met den dichter haar echt te hebben gebroken. hebben zij het beeld van het voetstuk gegooid; het is niet gebroken in zijn val, en nu zouden zij het weer zijn plaats willen teruggeven zij Toch kan ik niet gelooven dat Lady Byron zullen het niet, met hen heb ik niets te maken." , , t r, _. _ _i _i __? j ii. u «ï^^l^^ÜrT f-sliiit hiïviVh Hii^rntn nr\ in 7l1n TnntnPtfl r onrecht heeft gehad, al vind ik haar misdadig in de wijze waarop zij de zaak heeft behandeld. Zij heeft geen goede raadslieden gehad. Misschien moet men zich het volgende voorstellen: In Byrons leven komen perioden voor van inzinking, waarin hij zich laat gaan; de ver bintenis met Lady Oxford in 1813 is reeds een voorteeken; na afloop van die liaison is het geen heilig leven geweest in Newstead Abbey, zijn stiefzuster komt dan bij hem logeeren, het plan wordt geopperd om een tijdlang buiten'slands met haar te gaan leven, omdat après tont Augusta voor Byron de gemakkelijkste persoon is om mee te leven, als zij maar haar kinderen wil thuis laten . . Dan komt de passie op voor Lady Frances Wedderburne Webster. Bezaten wij eenige ge gevens meer dan zouden verscheiden passages Sluit hij zich daarom op in zijn grootheid? In de Junimaand van 1824 beweegt zich door Engeland de stoet die den dichter grafwaarts draagt. Het gemis gaat op dat oogenblik als een begeerte door het land. Het gevoeltde aantrekkings kracht van het buitengemeene als een mysterie. . Het contact van het genie met het gewone is het niet altoos de aanleiding voor een wonder? W. G. C. B Y V A N C K DE KON.FABR.F.W.BRAAI-DELFT VERZINKT, VERLOOOT; VERKOPERT ONAFHANKELIJK VAN VORM EN AFMETINCJ. TEGEN BILLIJKE PRIJZEN. 'V y LOONSCHOOPEERAFDEELING.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl