De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 7 juni pagina 8

7 juni 1924 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 245r l PALMITINE De Keuze Uwer Toiletzeep dient met zorg te geschieden. Het mag geenszins de luxe verpakking zijn die doet besluiten, maar uitsluitend de hoogfijne kwaliteit. Het groote succes onzer PALMITINE-ZEEP is allén te danken aan hare weten schappelijke samenstellinguit de fijnste grondstoffen. Zij heeft daardoor niet alleen een heilzame uitwerking op de huid, maar zij maakt het wasschen tot een genot. Overtuigt U daarvan en ge zult ondervinden dat zij iedere andere zeepsoort overtreft. Koopt nog heden een doos van 3 stuks bij Uwen winkelier en bewaar zorgvuldig de strookjes. Ze geven recht op mooie premies. en Zeiljachten TB KOOP, In diverse grootten en prijzen. Lijst van In commissie staande vaar tuigen gratis en trance toegezonden. BlNGHAft & LUGT APD. JACHT AGENTUUR Sleper»v«st 1 Rotterdam DE AMSTERDAMMER Weekblad voor Nederland kost slechts f 10.?per jaar Cliché's Van Leer AMSTERDAM ZOMERVAKANTIE WIJK AAN ZEE Badhotel en Zee-Dependance Billijk Tarief Uitstekende Verzorging Spoors Mosterd WA spoorjr_ Culunfcoro OVERHEMDEN NAAR MAAT Fr. SINEMUS 20 Leidschestraat 22 - Amsterdam VAN HOFLEVERANCIER levert oi?er het ^efiecCe [and franco Zendt U gaarne faire dü2- wekwaarden worüansebaf f ing of Jnnuif NADERE INLICHTINGEN BIJ LHOUTSTR.9CHOORSTR.32 .DER fc^W^./DEN HAAG UTRECHT BIJKOMSTIGHEDEN CXXVIH Het leven moge dan voor onzen begeerigen, alles-willenden-doorgronden geest te kort zijn, voor ons zwakke en tegelijk taaie hart is het zeer zeker te lang. Want we sterven niet aan onze eerste vertwijfeling, en als we de jeugd en de beveiligende verblindingen der jeugd achter ons beginnen te laten, komen we al gauw tot de ontstellende ontdekking, dat, vél erger dan de ondraaglijkste wanhoop, het feit is, dat we na een jaar, na een maand, na een week soms al weer, het gevloekte leven opnieuw aanvaarden, en ons gekwetste hart opnieuw in den stroom werpen, hopend op betere buit. Want er is niets, dat we zóó vreezen als de leegte, het vacuüm; als het verdriet onaf wendbaar blijkt, dan, liever dan de nobele ver latenheid met dezen zwijgenden gezel, de worste ling om een versche pijn, den strijd om een nieuw bezit, dat zich in nieuwe ontbering zal verkeeren. En als we het nu maar aanvaarden wilden: de kinderachtige onrustigheid van ons hart, dat weigert mee te groeien met onzen harmonisch zich ontwikkelenden geest, als we nu maar wilden erkennen: ons gevoel is zoo weinig waard, zoosnel bezeerd, zoo veeleischend, dan zouden we ons niet tegenover anderen zoo hipocriet en tegenover onszelf zoo beschaamd voelen.... Maar we blijven, ook als we ouder worden, nog'aitijd aandebackfischidealen van onze jeugd vasthouden over de ne groote liefcie voor het leven, en dan nooit meer en niets meer; en over het verdriet tot aan den dood .. En als onszelf dat niet lukt, dan geven we ons eigen, uitzonderlijk slappe, hart de schuld, maar we eischen tenminste van onze medemenschen, dat ze onze idealen hoog zullen houden; ja, we kunnen het hun heel lastig maken met onze zinnelooze verwachtingen omtrent hun boven-mcnschelijkheid. Daar zijn in de eerste plaats de gelukkige huwelijken. Wat verlangen we niet allemaal van de rampzalige paren, aangaande wie wij e'enmaai in onze psychologische helderziendheid hebben vastgesteld, dat ze zoo bizondergelukkiggetrouwd zijn". Neen, de meeste huwelijken zijn niet meer dan een naast-elkaar leven," zeggen we eigenwijs, maar déze twee gaan wezenlijk in elkaar op; hier is een eenheid, een teederheiu".... Als we deze meening nu alleen maar tegen derden uiten, kan files misschien nog goed afloopen; rm.r zoodra de betrokkenen zelf beginnen te vermoeden, met wat voor oogen we hen bezien, honderd tegen een, dat er harde woorden vallen. Want wat is zóó irriteerend als te beseffen, dat men het geslaagde, het teedere, het tortelduivenpaar voorstelt! De aardigsten zullen recalcitrant morden en elkaar eens flink uitkafferen, tot onoverkomenlijke desillusie van de bewonderende, geëxalteerde buitenstaander! Man r als het paar zelf voor exaltatie en snobisme toegankelijk is, dan zullen ze nóg een beetje liever tegen elkaar doen dan gewoonlijk, dan zal hun echte genegen heid, ppur la galene" even worden opgedreven; en dat is veel onherstelbaarder dan een stevige kibbel. En dan is er, alweer voorde vereerde'! anderen, onze eisch van verdriet-tot-aan-den-dood, cf tenminste van een heel lang en halsstarrig ver driet, waarover we met aangename voldoening tegen elkaar kunnen zeggen: O, hij is ontroost baar, hij denkt aan niets anders dan aan haar." Maar wee, wee, als hij wel aan iets anders denkt; als hij ons de plezierige romantiek van zijn ontroostbaarheiu, (die ons niets kost,) niet lang laat genieten, maar, ernstig en bereid, een nieuw leven begint. We heffen e handen ten hemel; we zeggen, dat we zóó iets niet begrijpen; (zonder te voelen, dat we onszelf met deze eene bekentenis ook het recht tot ,,oordcelen" uit de hand hebben geslagen;) we twijfelen aan zijn eerste liefde, aan zijn oprechtheid, zijn diepte, zijn mensen-zijn... En we vergeten, t!at, zooals een wond in gezond vlcesch snel geneest, zoo ook verdriet zonder zelfverwijt, verdriet zonder bitterheid, zuiver verdriet van gemis vergroeit to.t. iets anders, tot een schoone, weemoedige herinnering, die men in al haar glans meedraagt in het nieuwe leven, waarvan ze een onmisbaar eel zal blijven uitmaken. We vergeten ook, dat, zoo in het langzame tempo van onze gewone, rustige leven, een jaar al een korte spanne tijds moge lijken, iemand, die in de groote, laaiende smart leeft, iedere minuut zoo brandend doorlijdt, ieder uur van dag of nacht zoo vertwijfeld uittelt, dat er in enkele weken voor hem mér verandert, mér wordt dichtge schroeid en mér ontspruit, dan in jaren van normaal bestaan.... En is wie ja" kan zeggen tegen het leven, opnieuw en ondanks alles: ja" niet sterker, dan wie blijft zitten treuren naast de asch van verloren droomen? Laten we onze idealen herzien; laten we begrij pen, dat niet de lange duur van een gevoel, maar de intensiteit ervan zijn waarde bepaalt. Natuur lijk is het een makkelijker en zekerder weg om alleen gevoelens van vele jaren als iets schoons te beschouwen, omdat we den tijd kunnen contro leeren, maar de kracht, de innerlijkheid ons ontgaat; maar zou het dan maar niet het beste zijn ons ernstig voor te nemen, ons met die onmeetbare, onweegbare waarden van anderen niet in te laten; iedereen op zijn eigen wijze zalig of rampzalig te laten worden, en alleen het oog streng gericht te houden op ons eigen, weinig vermogende,maarwei tamelijk goedwillende hart, dat tusschen cie polen van deze twee waarheden zijn weg zal moeten vinden: Het noodlot voor den mensen is niet zijn gemis aan geluk. Zijn noodlot worct meestal: het gemis aan geluk niet zoolang te kunnen verdragen, tot het weder zijn intrek in hem neemt, en het groote verlangen te laten ontbinden tut vele kleine lusten." (Dirk Cos te r. Marginalia). en het woord van Hcirti'ich Heine: Und wie viel ist d ir geblicbcn, und wie schön ist noch t; ie Welt, und me in Herz, was uir gefallt, alles, alles darfst uu lieben." A N N1 I C S A L O M O N '.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl