Historisch Archief 1877-1940
No, 2452
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
l?
HERMAN ROBBERS, Een mannenleven, Op
hooge golven, Amsterdam, Elsevier, 1924.
P. H, VAN MOERKERKEN, De gedachte der
tijden, Het demonise eiland, Amsterdam.
P. N. van Kampen en Zoon, zonder jaar.
Huib Hoogveld, den auteur en uitgever uit
Sint Elmsvuur, vinden we in Robbers' boek
terug in het vroege voorjaar van 1900, in den
tijd dat de kansen der Boeren en van Dreyfus
goed stonden, den frisschen tijd van een
algemeene cultureele opleving, ook bij ons; het
socialisme groeide als een jonge els in drassigen
bodem; men begon van een hollandsche archi
tectuur, een hollandsche kunstnijverheid te ge
wagen." Zijn hartstochtelijkheid, zijn ontvlam
baarheid voor felle impressies van schoonheid,
voor hartstochtelijkheid in de vrouw voeren hem
op hooge golven, bedreigen zijn carrière en zijn
huiselijk geluk, maar aan het eind van het boek
gaat hij toch rustig en met vertrouwen een nieuwe
toekomst tegemoet, bevrijd van zijn uitgevers
beslommeringen in de drukke stad, gekoesterd
door de zachte intimiteit van zijn gezin in een
Geldersch dorp.
Ik vind dit een bijzonder goed boek vanRobbers.
Het is moeilijk uit te maken, maar ik zou bijna
zeggen: er zijn elementen in, die mij het tot zijn
beste werk doen rekenen. Weet je wat het is
ik kan zooveel beter, zooveel sterker en rustiger
afstand nemen afstand nemen van het leven
en van de wereld... .Afstand nemen en objec
tief beschouwen Je begrijpt wel, hè?" zegt
Huib tegen Wels aan het slot. Zou het dat mis
schien ook bij Robbers zijn?
Waardoor me dit boek vooral zoo pakte en
verheugde is dit: Ik heb altijd veel van zijn werk
gehouden, rnaar vond er steeds iets straks en koels
in. Daar is op zich zelf niets tegen. Strakke,koele
kunst kan voortreffelijk zijn. Maar je voelde
den feilen hartstocht in Robbers zelf en met dit
hartstochtelijke was die koelheid in strijd. Hij
wou het geweldig bewogene van het leven geven;
hij is van nature een romantische realisten die
stugheid, iets verwant misschien aan schuchter
heid, al lijkt dit absoluut geen eigenschap van
hem, verhinderde mij menigmaal den geheelen
Robbers in zijn werk weer te vinden.
En dat doe ik in Op hooge golven" wel. Hier
is harmonie tusschen de hartstochtelijke visie en
de uitbeelding. Want men versta mij goed: ik
bedoel natuurlijk niet, dat hij hier hartstochtelijke
situaties teekent, maar hij ziet als kunstenaar
heel het gebeuren in hartstochtelijkheid; zoo
groeit en leeft het in hem en zijn vorm is daarmee
nu geheel in overeenstemming, 't Is alsof hij zich
geheel losgemaakt heeft van iets, wat hem tot
nu toe belemmerde om zich geheel en vol
komen te geven. Er is iets los, levendigs,
sprankelend bewogens in zijn taal, in de
wendingen van zijn zinnen gekomen, dat ik
in veel van zijn vroeger werk, hoe voortreffelijk
ook, miste. En het is alsof ik de langzame klim
ming tot die bevrijding nu voel, van zijn Gezin"
door Helene Servaes en S t. Elrnsvuur.
Wat heeft hij in dit nieuwe boek voortreffelijk
uitgebeeld de geboorte van een kunstwerk: Maar
binnen in hem, in zijn hoofd, daar stond, als een
lamp, een sterke klaarheid, een scherp doorzien,
plots helder weten, van groote, gewichtige dingen.
Hij hield zijn oogen wijd open, zijn wenkbrauwen
opgetrokken, zoo sterk dat hij zijn voorhoofd
rimpels voelde, en bleef zitten staren voor zich
uit. Koud werd zijn lichaam zoo, maar hij merkte
het niet Zijn nieuwe tooneelstuk, hij voelde
het in zich, het leefde mee, het bewoog, hij zag
en hij hoorde het, proefde de situaties, beleefde,
puntfijn, in een duizelingwekkend tempo, al de
ontroeringen, ondervond tegelijk hun gezamenlijke
werking, de expressie van het geheel het stuk..
Huib hield zijn adem in soms. Het was of zijn
eigen ziel was buiten hem getreden. O vreemd
verdubbeld leven ! Hoe ontroerde hem dit Zie
daar schreed zij weer aan en langs hem heen, in
haar sterk gespannen lenigheid, de heldin van
zijn drama, felle vrouw, met haar korte, toch
zoo beheerschte bewegingen." En nu de zaak
zoo vast te leggen, dat die hartstochtelijke
geboorte leeft in den vorm!
Er zijn tal van rijke, fijne dingen in dit boek.
Zoo trof mij, hoe Huib, bij alle martelingen van
zijn passiebrand, onder alle beslommeringen,
waartoe de verwaarloozing van zijn zakenplicht
hem brengt, telkens zijn hoogere bevrijding vindt
in de schoonheid, in een natuurindruk, plotseling
een stuk lucht boven een stadsgracht en de her
innering aan een versregel.
Na die uiterst geestig
geteekende bestuursvergade
ring Van de uitgeverij, vol
humor, loopt hij naar huis ,
nijdig en vermoeid. De
boomen dorren in het laat
seizoen", citeerde Huib stil
voor zich heen. En zie,
eensklaps was het hem of al
zijn bittere gedachten ver
vlogen waren. De schoon
heid bestond, zij leefde
door alles heen
Even stilstaande, tusschen
de bruggolvingen tier
Leidschegracht, richtte
Hoogland zich plotse i ing
heel recht op, en keek,
tusschen gelende boomen
door, naar den hemel,
waarover langzaam een
donkerpaarse wolk kwam
aanvaren. Hij luisterde
onwillekeurig. Het was
als zong er iets, ijl en lang,
door de windige lucht."
Prachtig is ook Til vol
gehouden, als ze dapper
lijdt en dreigt onder te
gaan, als ze voelt, hoe
brandt in Huib de harts
tocht voor Janne: Ik
begrijp het best, hoor, o, ik
begrijp het zoo goed
en ik gun . Zij snikte
plots hevig en diep. Alles
gun ik je alles
alles " Dit is de hel
denmoed van de hooge,
heilige liefde. Er zijn koste
lijke momenten van diepe
aangrijpende
menschelijkheid in dit boek.
Ik heb Van Moerkerken's
laatsten roman gelezen on
middellijk na het krach
tige,volle realistische proza
van Robbers en dit deed
misschien aan dat werk
geen goed. Toch geloof ik
niet, dat het enkel daar
door komt, dat me dit Demonisch eiland nog
al slap, wat onreëel, wat sprookjesachtig, als men
wil, aandeed.
Floris Merel.de afstammeling van den
Amsterdamschen boekhandelaar, die de Revolutie mee
maakte, is schilder geworden, werkt te Parijs
onder het tweede keizerrijk en vindt er in zijn
goede dagen wel eens toegang tot hooge kringen.
Hij droomt vaneen grootsche compositie,waarin hij
Parijs door alle tijden heen verheerlijken zal met
het oude ile de la cité, het demonisch eiland,
waar de Notre Dame uit oprijst, als centrum.
Een Frangoise d'Essat, jonge vrouw van een
ouden kolonel, inspireert hem, wanneer ze zoo
nu en dan het wagen durft eenige uren in zijn
gezelschap door te brengen. Dan dwalen ze rond
om de Notre Dame, op Saint Louis, in andere
deelen van Parijs en onder haar bekoring ziet hij
de tafereelen, die hij schilderen zal, en vertelt
ervan; hij ziet de visioenen van het oude Parijs,
van den tijd toen er een druïdensaltaar op het
eiland stond, tot in de revolutie, en hij componeert
zijn geweldige synthese, waarvan we niet ver
wachten kunnen, dat er iets groots uit zal groeien,
als we deze slappe, vage persoonlijkheid voor
ons zien. Telkens komt Floris in de verzoeking
om aan zijn liefde meer reëele verhoudingen te
geven, maar Frangoise weet hem op een behoor
lijken afstand te houden en hij wordt niet on
gehoorzaam", tutoyeert haar zelfs niet: En u
houdt toch niet van me" Zijn stem was
langzaam en nadrukkelijk; zijn glimlach treurig
om het niet begrijpen. Heel anders!" hernam
zij rustiger, met vasten klank. Niet dat wat
meestal de vrouwen tot de mannen drijft, in ver
blinding en willoosheid Een vrouw kan ook
vriendschap voelen "
Een man niet", zei hij dof en de schouders
ophalend."
Spoedig wordt ze wat vertrouwelijker, wat
hartstochtelijker:
Ik moest naar je toe," ging zij voort. Ik kan
mijn verdriet niet in mij opsluiten ik wil het
zeggen. En voor wie anders heb ik dit vertrouwen l
Luister: mijn man is mij niet trouw.... Op den
Aeldtocht heeft hij mij bedrogen met on
waardige vrouwen nu ja, ouder dan ik. Ik
heb het verleden Week gehoord.... misschien
is hij al langer zo.... Misschien ook nu nog.
En toch heb ik hem zo lief hij is zo streng en
zo sterk ik weet niet wat mij altijd tot hem
trekt en onderwerpt aan zijn wil,.... en ik mis
zo veel in hem.... hij is zo heel anders dan wat
Teelf.ning voor de Amsterdammer" door George van Raemsdonck
De mensch over honderd jaar
er diep in mij verlangt! Ach, wat ben ik laf !"
Uit niets blijkt, dat van haar een bezieling op
een kunstenaar kan uitgaan.
Voor mij blijft deze vrouw een naieve schim !
Al dat gedroom en gefantaseer gaat onder in
den val van het keizerrijk en in de Commune,
waaraan Merel deel neemt, altijd vol vage idealen,
onbeholpen in zijn daden. Als hij na het herstel
der orde meegevoerd wordt naar Versailles in
een bende gevangenen, laat de leider van den
troep, markies de Gallifet hem zoo maar eens
voor puur pleizier onderweg doodschieten. En
dan komt op eens het gloeiend romantisch moment,
de in Van Moerkerkens romans gewone plotselinge
explosie van hartstocht: Frangoise is onder het
publiek, plaatst zich naast Merel en wil met hem
gedood worden, nadat ze De Gallifet een oorvijg
heeft gegeven: Floris Merel, het hoofd in
geluksbedwelming teruggebogen, zag opeens in de
diepe klaarte van haar ogen, die zich verloren in
de zijne. De sluiers van haar wezen waren weg
gevallen; hij wist dat zij geheel aan hem zich gaf."
De Gallifet neemt haar bij een arm en stuurt
haar een onzekere toekomst in. In dit matte,
vage boek is Van Moerkerken ver beneden de
schoone hoogte van zijn Bevrijders gebleven.
Het plan van dit boek is goed, maar hij heeft
het niet tot werkelijk leven kunnen brengen.
J. PRINSEN J.L z.
Levensverzekering Maatschappij
HAARLEM"
Wilsons plein II
DE VOORDEEL1GSTE TARIEVEN