De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 14 juni pagina 19

14 juni 1924 – pagina 19

Dit is een ingescande tekst.

No. 2452 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 19 DE KAPITAALSUITBREIDING DER NEDERLANDSCHE GIST EN SPIRITUSFABRIEK De uitgifte van /2.450.000 nieuwe'aandeden der Nederlandsche Gist- en Spiritusfabriek, te Delft, is den aandeelhouders niet kond op het lijf gevallen. Reeds geruimen tijd tevoren was het voornemen van het Bestuur der vennootschap bekend gemaakt tot kapitaalsuitbreiding over te gaan en zelfs werden de voorwaarden, waaronder de uitgifte van nieuwe aandeelen zou plaats vinden, wat de hoofdzaken betreft, toen al wereldkundig gemaakt. Deze wijze van doen is ongetwijfeld bijzonder sympathiek en verre te verkiezen boven de methode om aandeelhouders als het ware te overvallen met een emissie. Weliswaar kan dit laatste worden goedgepraat met een beroep op het zakenbelang en de concurrentie, maar in vele gevallen zijn de voordeden voor de vennootschap, die aan de geheimhouding verbonden zijn, slechts denkbeeldig. De groote maatschappijen, zooals de Koninklijke Nederlandsche Petroleum Maatschappij en de Nederlandsche Gist- en Spiritusfabriek, geven dan ook een goed voorbeeld door de kapitaalsuitbrei dingen, welke beoogd worden, reeds lang te voren aan te kondigen, waardoor aandeelhouders in staat worden gesteld zich behoorlijk daarop voor te bereiden, financieringen te treffen, waardoor zij hun belang bij de vennootschap naar evenredig heid van hun oude bezit kunnen behouden, of anders na rijp overleg te beslissen, wat hun met hun voorkeursrechten te doen staat. Men kan niet zeggen, dat de Nederlandsche Gist- en Spiritusfabriek met haar kapitaalsnitbreidingen overhaast is te werk gegaan. Bij de oprichting in 1869 was het kapitaal groot / 150.000 en bij den aanvang dezer eeuw was het nog niet hooger dan tot / 1.350.000 gestegen. Daarna werd het tempo iets vlugger genomen: in 1903 werd het kapitaal gebracht op / 2.000.000, in 1905 op / 2.540.000, waarna het nog eenige keeren werd verhoogd, zoodat het in 1913 tot ? 2.795.000 was opgevoerd. Daarna vond in 1914 een verhooging tot ?4.200.000 plaats, terwijl het kapitaal in 1920 op / 4.900.000 werd gebracht, waarop het tot nu toe bleef. De redenen, die tot de tegenwoordige kapitaalsuitbreiding hebben doen besluiten, zijn van tweeërlei aard. In de eerste plaats is liet de behoefte aan ver sterking van kasmiddelen, welke daartoe geleid heeft. Deze vond haar oorzaak in het voornemen om zeer belangrijke verbouwingen bij de fabrieken der vennootschap te Delft en te Brugge te doen plaats vinden. Deze verbouwingen zijn absoluut noodzakelijk en wel vooreerst om de technische inrichting geheel op de hoogte des tijds te doen blijven en voorts om de noodige ruimte te vinden, waaraan zich wegens voortdurende vergiooting van den omzet behoefte heeft doen gevoelen. Ten slotte wenscht het Bestuur uitvoering te geven aan zijn plannen tot aanbouw van arbeiders woningen, waarmede een bedrag van circa ? 1.000.000 gemoeid is. In de tweede plaats heeft het Bestuur het van belang geacht verandering te brengen in de renta biliteit van het aandeelenkapitaal, daar deze bij de tegenwoordige kapitalisatie te hoog schijnt. Uit een commercieel oogpunt is het zeker verklaar baar, dat men niet den schijn wil laten voortduren alsof zulke exorbitante winsten in het bedrijf worden behaald. Terecht werd dienaangaande reeds in het jaarverslag opgemerkt, dat bij de beoordeeling van de dividenden veelal over het hoofd wordt gezien, dat deze alleen zoo hoog konden zijn, omdat het kapitaal steeds laag gehouden was, hetgeen mogelijk was door lange jaren achtereen een groot deel der behaalde win sten in het bedrijf te laten. In het algemeen valt de door het Bestuur dezer vennootschap gevolgde financiëele politiek krach tig toe te juichen. Het verdient ongetwijfeld de voorkeur de winstcapaciteit eener vennootschap eerst sterk op te voeren, zoodat ten slotte wel hooge dividenden moeten worden uitgekeerd, boven het kapitaal inde uit te breiden op de blote verwachting dit rendabel te kunnen maken, al kan deze verwachting ook nog zoo gegrond schijnen. Om een indruk te geven van de uiterst conser vatieve afschrijvingspolitiek door de Delftsche Gist- en Spiritusfabriek in den loop der jaren gevolgd, laten wij hier een opgave volgen van de bedragen, die in de voornaamste bezittingen werden vastgelegd en van de afschrijvingen, die daarop geleidelijk werden toegepast. Voor de fabriek te Delft dan werd uitgegeven ? 10.343.000, waarop is afgeschreven ? 9.201.000; voor de fabriek te Brug ge ? 5.108.000, afgeschreven /4.254.000; voor die te Delfs haven ? 394.000, afgeschreven ?200.000; voor de Delftsche Distilleerderij v/h. Van Meerten ? 99.000, afgeschreven f 89.000; voor het bedrijf te Huy/ 117.000, afgeschreven op ? 1.?; voor dat te Brussel ? 114.000, afgeschreven ? 92.000; voor dat te Zeven bergen ? 100.000, afgeschreven ?46.000 en voor diverse panden en terreinen / 546.000, waarop afgeschreven ? 179.000. De fabriek te Delft staat thans dus te boek voor / 1.140.000 en die te Brugge voor /854.COOof tezamen nog niet ? 2.000.000, niettegenstaande alleen in de laatste drie jaren meer d?n ? 3.200.000 voor beide fabrieken aan nieuwen aanbouw ten koste is gelegd. Dit bedrag alleen is reeds hooger dan dat, waarvoor alle fabrieken, terreinen en ma chinerieën der vennootschap na aftrek der afschrijvingen per saldo te boek staan. Hieronder valt dan ook een bedrag van circa ? 2-78.0CO, uit- ' gegeven voor een fabriek, die te Schiedam gebouwd wordt. Ter nadere toelichting hierop dienc, dat indertijd machtiging tot ver koop der fabriek te Delfshaven aan de Gemeente Rotterdam is verstrekt, daar deze gemeente het emplacement der vennoot schap noodig had in verband 'j . met de uitvoering van bepaalde bouwplannen. Kort vóór het uitbreken van den oorlog werd met Rotterdam overeenstemming bereikt over de voorwaarden van overname, waarbijo.a. werd bepaa.d.dat het terrein te Delfshaven binnendrie jaren moest worden opge leverd. Als gevolg van den oorlogstoestand is deze termijn bij onderling goed vinden herhaaldelijk ver schoven, totdat Rotterdam eindelijk den len Juli 1924 i.ls fatalen termijn voor de ontruiming heeft gesteld en dus maatregelen moesten worden genomen voor de verplaatsing van het bedrijf te Delfshaven. Daartoe kocht de vennootschap terreinen en panden, grenzende aan een terrein te Schiedam, dat haar reeds vele jaren toebehoorde en waarop vroeger het moutbedrijf werd uitge oefend. Na de noodige verbouwingenen het plaatsen der machinerieën zal het Dclfshavensche bedrijf, dat voornamelijk bestaat uit een kistenfabriek, een kurkenfabriek en de buitenlandsche distilleerderij, naar Schiedam worden overgebracht. Thans kon dit reeds vooreen gedeelte geschieden. Door de onderhavige kapitaalsuitbreiding wordt het kapitaal der vennootschap gebracht van ?4.900.000 op ?7.350.000. De reserve wordt door toevoeging van het bij de emissie van ?2.450.000 aandeelen a 150 % behaalde agio verhoogd tot ?4.423.000, zijnde bijna de volle 60 % van het geplaatste kapitaal, zoodat bijna geen dotatie meer aan dit fonds zal behoeven plaats te vinden. Naast de statutaire reserve is nog een reserve voor diverse doeleinden, groot ? 700.000, aanwezig. Ingevolge een kort geleden aangebrachte statu tenwijziging worden ?50.000 6% prioriteitsaandeden gecreëerd, aan welker bezit o.a. het recht verbonden zal zijn een bindende voordracht voor de benoeming van Directeuren en Commis sarissen op te maken. Met het oog op het bij deze vennootschap geenszins denkbeeldige gevaar, dat een buitenlandsche groep zich van het zeggen schap over de onderneming wil meester maken, is de invoering der oligarchische clausule hierongetwijfeld zeer op haar plaats. Tegelijkertijd wordt echter de bevoegdheid van aandeelhouders om een Directeur te ontslaan scherp naar voren ge bracht. Van de overige wijzigingen, die hoofd zakelijk ten doel hebben de statuten meer in overeenstemming met de veranderde tijdsomstan digheden te doen luiden, zij alleen nog vermeld, dat nïook de mogelijkheid is geschapen de aan deden op naam te stellen, hetgeen vooral door buitenlandsche aandeelhouders gaarne gewenscht wordt. Ten slotte zij er aan herinnerd, dat de vennootDIERSTUDIE: LOS Teekening voor de Amsterdammer" door H. Verstijnen Après moi Ie déluge schap haar personeel steeds in ruime mate in de baten laat deden. Het winstaandeel van het personeel werd dit jaar vastgesteld op 17.3",',, terwijl in totaal ?952.000 uit de winst over 1923 aan het personeel ten goede kwam. Een deel van het kapitaal, en wel thans ? 460.000 aandeden, maar eventueel tot ?950.000 te vernoegen, is op naam van de Instelling tot Beheer en Administratie van Aandeelen op Naameer N.V. Ned. Gist-en Spiritus fabriek" geplaatst, welke instelling het mogelijk maakt de leden van het personeel in het kapitaal der vennootschap te doen deelnemen. Uit de groote zorg voor het aan de onderneming verbonden personeel spreekt duidelijk de nawerking van den geest des oprichters der onderneming, den heer J. C. van Marken Jr. De jongste kapitaalsuitbreiding zal wcllicfft ten gevolge hebben, dat voorshands minder groote dividenden zullen worden uitgekeerd dan de laatste jaren mogelijk was (30 a 35%), maar men kan moeilijk anders verwachten of ook op het vergroote kapitaal zal deze zoo hecht gefundeerde industrié'ele onderneming, die den goeden naam van ons land tot ver over zijn grenzen hoog houdt, in de toekomst bevredigende uitkeeringen blijven uitkeeren. PAUL SABEL Corina Bonbons een delicatesse Bijzonder fijne smaaK

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl