Historisch Archief 1877-1940
No. 2452
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
DE SPOORWEGSTAKING IN ENGELAND
Teekening voor de Amsterdammer" door Joh. Braakensiek
Macdonald: Die ellendige bijen maken dat ik niet kan werken!"
John Buil: Maar man, je hebt ze zelf indertijd geteeld!"
diner bij haar gehad, bijna en tête a tête, als de
hertogin hem voorstelde met haar naar haar
schoonmoeder te gaan. Hortense stak bij zich
een rol met een van haar drama's. Koude vrees
bekroop het gemoed van haar begeleider die
zoo graag de oude vrouw had hooren spreken. Hij
trachtte haar van haar denkbeeld af te brengen,
maar het hielp niets: Madame Mère hield er zoo
veel van dat haar werd voorgelezen.
Zij kwamen aan, gingen door vele zalen met
kostbare meubels en tapijten, luisterrijk verlicht
als om het gerucht tegen te spreken van een
schriele huishouding. Zij zat daar, Madame
Mère, als een koningin met haar dokter en haar
adjudant, een heel klein oud vrouwtje, met
een smal lang gezicht en pittige oogjes, het mooie
aan haar was niet haar stem, al was ze nog niet
gebroken, maar de glimlach waarmee ze de
menschen aanzag: die had inderdaad iets betooverends.
Hortense begon de voorlezing. De dokter was
doof, verstond geen Fransch en praatte er midden
doorheen, de adjudant viel in slaap. In het midden
van de Tweede acte werd de komst aangekondigd
van Madame Mère's broeder, den kardinaal
Fesch; de voorlezing echter werd niet afgebroken;
hij zette zich ook ter ruste en sliep in. Juist kon
Madame Mère haar oogen niet meer open houden,
toen het drama tot zijn besluit kwam.
tf
Maar dit is niet het laatste, dat wij in het dag
boek van Henry Fox over Hortense vernemen.
Bij den terugkeer uit Italiëover Zwitserland
vond hij in Chur een brief uit haar naam door
Louis Napoleon geschreven, waarbij hij en zijn
gezelschap een paar dagen op haar landgoed aan
het meer van Constanz te logeeren werd gevraagd.
Daar vonden zij de volmaakte eenvoudige gast
vrouw, trotsch op wat zij met haar geringe middelen
van haar bezitting had gemaakt, een waarlijk
bekoorlijke, echt menschelijke vrouw.
W. O. C. B Y v A N c K
AMERIKAANSGHE BRIEVEN
door Dr. HENDRIK WILLEM VAN LOON
Westport, 24 Mei, XXIV.
De naderende verkiezingen doen mij de pen
opvatten. Want ik moet dat zien. Ik moet dat
zien. Ik ben nu in eer en deugd de veertig al voor
bij en heb nog nooit een Conventie bijgewoond.
Ik bedoel niet de Conventie's die voorschrijven
dat men bij visites maken een hoogen hoed opzet
en zich op een officieel bal verveelt. Maar de
Conventie's, die wij hier eens in de vier jaren hebben
wanneer de H.H. Demokraten en Republikeinen
bij mekaar komen en beslissen wie of hun kandidaat
zal zijn bij de eerst-komende verkiezingen.
En ik lees daarnet in de krant, dat de
voornaamste Clubs in New York zich al vast
hebben voorbereid door gedurende de maand
Juni geen gasten toe te laten. Dat is net alsof
er in den Haag een Anti-Revolutionair Partij
Congres zou worden gehouden (men mag daar
ook voor lezen Sociaal-Demokratisch Partij Con
gres, het is maar het voorbeeld) en alsof de
Witte uit angst voor borden en glazen en het
te-recht-beroemde tafelzilver besloten had die
maand geen enkelen gast binnen hare hooge muren
te ontvangen.
En toch is zoo'n Conventie de sluitsteen voor
ons gansene politieke gebouw.
Maar helaas het gebouw deugt niet meer.
Oorspronkelijk waren die Conventies werkelijk
ernstige bijeenkomsten van fatsoenlijke
menschen die zeiden: zullen we Janof Pietaanbevelen
voor het Presidentschap?"
De heeren zaten dan in Philadelphia of Boston
bij mekaar en debatteerden en stemden, en wie
er met de meeste stemmen te voorschijn kwam,
die zag zijn naam op alle aanplakborden als de
ideale kandidaat om het land vier jaar lang te
regeeren. Maar zooals het met alles hier gaat, de
boel werd te groot en liep daardoor in het honderd.
Je kunt geen rijk van 110.000.000 inwoners
regeeren zooals je dat een gemeenebestje van
4.000.000 doet.
Hier in een dorpje als Westport hebben wij
nog de voorvaderlijke regeeringsmethodes en
komen, evenals men dat in de koloniale dagen
deed, ailemaal (als we onze belasting ten minste
betaald hebben) bij elkaar en bepalen wiens weg
van dit jaar geplaveid zal worden en hoeveel
belasting we zullen betalen en dan wordt deze
of gene, die niet al te veel te doen heeft, gekozen
om zoolang maar als burgemeester te dienen.
Probeer dat eens in New-York met zeven
millioen menschen ! Zoo is het dan ook gegaan met
de politieke partijen. Thans komen er een paar
duizend gedelegeerden en die behooren meestal
tot de rumoerige soort die er wel eens uit wil"
en het reisje naar New-York een goed exkuus vind
voor een fuif.
En ergens in een hotel zitten een half dozijn
pientere gasten bij elkaar in een wolk van
sigarenrook en die zeggen daar heb je Theo. Hij heeft
zijn uiterlijk mee. Hij is niet dom, maar ook niet
zoo slim dat hij zijn eigen gang zal gaan. Dat is
onze man." En den volgenden dag manipuleert
men de zaak zoo, dat de tweeduizend souvereine
afgevaardigden plotseling een innerlijken drang
gevoelen om Theo Dinges, de Keus van een
Vrije Natie" als kandidaat van hun partij te
stellen.
Dan is de zaak gezond.
Waarom nog verdere illusies over de
demokratische methode van regeeren te hebben of er zelfs
Kunstzaal De Rietvink"
J. A. A. M. VAN ES,
WASSENAAR
Permanente tentoonstelling van schilderijen.
over te schrijven? Europa is bij ons twintig jaar
ten achter. Daar praat men nog met een ernstig
gezicht over volksregeering en democratie.
Geen mensch hier neemt het meer serieus.
Men heeft het systeem nu eenmaal.
Doe daar maar eens iets aan.
Men heeft het en men moet roeien met de riemen
die men heeft.
Laten we het over aan het janhagel, dat op de
conventie bijeen komt, dan loopt alles mis" zoo
redeneert men. Men vleit dus dit janhagel met
schoone woorden over mannekracht" en Ood's
uitverkoren volk." Men opent de vergadering met
een gebed van een half uur gepreveld door een
dominee, die op een bepaald oogenblik echte
tranen langs zijn neus kan doen glijden. Men
geeft eiken liefhebber van de redenaarskunst de
gelegenheid zich schor te praten. Dan gebruikt
men de methode, die men hier zoo schilderachtig
de steamroler" noemt dat is te zeggen men
zet den eigen kandidaat boven op een figuurlijken
zegewagen (die heel erg lijkt op een van die
monsters waarmede men macadamwegen plat
rolt) en laat het gevaarte door de vriendjes naar
victorie duwen. Wie er onder terecht komt die
vergaat het slecht.
Inderdaad is wat er hier de laatste zes maanden
gebeurd is van dien aard, dat geen redelijk mensch
meer eenige hoop heeft, dat de boel in Washington
er ooit bovenop zal komen. Niet dat men een
revolutie vreest of zoo iets. In een land waar ieder
gemakkelijk en volop zijn brood kan verdienen
komt dat niet voor.
Maar men begint in te zien, dat eerlijk regeerert
niet samen kan gaan met onzen regeeringsvorm
die haar beambten niet genoegzaam betaalt en
ook niet betalen wil.
Wij zijn rijk en machtig en leven er allen
lustig op los. Wij betalen den hoogsten ambte
naren een salaris, waarvoor een loodgieter zijns
neus op zou trekken omdat het goedkooper
ishem weinig te betalen en te laten stelen dan henr
vee! te betalen en de moeite te hebben hem te
controleeren. Er zijn een paar eerlijke menschert
in den Senaat, die trachten aan die wantoestanden;!
een einde te maken. Zij gaan in de massa ten?
onder die andere persoonlijke belangen heeft dan
dat politiek gedoe in Washington, waarvan toch
niemand zich iets aantrekt. En het Congres bestaat
uit Droschken Dritter Ouete", zoowat hetzelfde
onbeteekende menschenras dat in de Europeesche
parlementen bij mekaar getrommeld wordt en
geen mond open durft te doen.
Van Coolidge verwacht men niets. Hij zal her
kozen worden, want de Republikeinsche partij
is de machtigste en zal zijn verkiezing doorzetten,
zelfs al was er oppositie in de eigen gelederen, die
er niet is.
Van Smith, thans gouverneur van New-York,
kon men iets meer verwachten, want hij is persoon
lijk een veel begaafder man dan Coolidge. Maar
hij is Roomsch en het staat te bezien of hij door
de Demokraten als kandidaat gesteld zal worden.
Hij is Roomsch ;-n <-<! wat er aan Klu Kluxer en
dergelijk gespuis rondloopt ziet het Witte Huis
al in de macht van den Paus met een paar Kardi
nalen in den Hoogen Raad en de Inquisitie op
het Groene Zoodje.
En dus zal alles blijven zooals het is en was
en steeds zal zijn totdat onze rijkdom waaraan
we te gronde gaan iets minder wordt, en daar is
voorloopig ni?t de minste kans op. Van al de
fraaie droomen uit de achttiende eeuw is niet
veel meer overgebleven. Hier en daar in het
achterland waar de zeden even eenvoudig zijn
als te voren en waar een aangename ekonomische
en maatschappelijke gelijkheid niet alleen een
theorethische mogelijkheid is maar ook inderdaad
bestaat, vindt men het oer-Amerika.
Maar de rest van het land trekt zich van
de heele verkiezing geen grijntje aan.
En toch was het een fraaie droom toen President
Jefferson op zijn paard naar het Kapitool reed,
het beestje daar aan een boom vastbond, zijn
inaugurale rede hield, weer te paard steeg en
naar het Witte Huis terug reed. Als we maar
niet zoo akelig rijk geworden waren.
Hotel DUIN EN DAAL
BLOEMEN
DAAL
CENTR. VERW. PRIVÖBADKAMERS
VASTE WASCHTAFELS