Historisch Archief 1877-1940
No. 2453
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
13
enkele sculpturale versiering en het monument
van Vondel behoort allerminst tot de Tuinplastiek.
Daarvoor is het veel te groot, als monument
bedoeld en de aandacht concentreerend op zich
zelf in plaats aanvullend de natuur te verrijken.
Dat onze plantsoenen vaak verbetering noodig
hebben is te begrijpen en een zuivering van de
opvattingen en ruimere belangstellingen toepassing
op het gebied der tuinkunst, kunnen ook voor de
beeldhouwkunst de gelegenheid brengen zich hier
weder te ontplooien, zooals alleen in cultuur
perioden mogelijk geweest is. Nu er in de Bouw
kunst een strooming is tot verstrakking en ver
sobering van de architectonische vormgeving,
met slechts een zeer spaarzaam gebruik van den
arbeid van den beeldhouwer, van nog grooter
belang voor dezen." 5)
Met onze begraafplaatsen is het allerdroevigst
gesteld. De rust der dooden wordt gruwelijk
verstoord door lawaaierige steenen monsters van
zwart geverfde in plaats van gepolijste steenen
platen of monumenten. Men denke eens aan die
afzichtelijke dooden-stad Pére Lachaise" te
Parijs of aan de zeer gunstig gelegen Italiaansche
Campo Santo's met hun sierlijk wuivende, ver
heven opwaarts wijzende, symbolische cypressen,
maar waartusschen de gedrochtelijke
marmergroepen, e ven zoovele schanddaden der menschen
zijn tegenover hunne geliefde dooden. Een
hardverscheurende gil in de eerbiedwaardige stilte.
In Duitschland heeft men reeds lang dit gebrek
aan piëteit gedood door van gemeentewege een
commissie in te stellen bestaande uit een beeld
houwer, architect en tuin-architect die tegen
wandaden op begraafplaatsen hebben te waken.
De Rotterdamsche beeldhouwer L. Bolle zond
te Bloemendaal een betonnen beeld in voor een
begraafplaats, ais hoofdfiguur dus van het kerkhof,
waarin de gemeenschappelijke gevoelens der
massa tot uiting komen. Deze stille oprijzende
figuur ontroerd door haar meditatieve kracht,
nog versterkt door de uiterste eenvoud van vorm.
Te hopen is, dat deze eerste bescheiden poging
te Bloemendaal, door den Ned. Kring van beeld
houwers ondernomen, een stoot heeft gegeven
in de goede richting en door meerdere en veel
?grootere tentoonstellingen gevolgd zal worden,
opdat in ruimen kring de gedachte levendig wordt
onze parken, plantsoenen en begraafplaatsen te
verfraaien met sculptuur. Maar de tijden zijn nog
lang niet rijp, en met Plato kunnen we slechts
uitroepen: waar langs de rede als stuwende wind
ons voert, daar langs moeten wij gaan."
THEO VAN REYN
HET MODERNE BINNENHUIS EN ZIJN ONTWERPER
Teekining voor de Amsterdammer" door Ceorge van Raemdonck
JANSEN VAN GALEN Roodkapje
Bekroond in de prijsvraag Het sprookje
3^ in den tuin"
1) Dit ontwerp werd met den Isten prijs be
kroond, (prijsvraag voor een grafmonument).
2) Dit ontwerp werd met den Isten prijs be
kroond, (prijsvraag voor een sprookjestuin).
3) Oud-Italiaansche villa's, tuinen en parken
door Emilie van Kerckhoff met een inleiding
van Dr. O. J. Hoogewerff en 62 afbeeldingen.
4) Dr. Nico van Suchtelen.
5) Architect A. P. Smits. Ned. Amb. en Nijverh.
kunst 1922.
SCHILDERKUNST-KRONIEK
MATTHIEU WIEGMAN (VONDELSTRAAT, A'DAM)
Deze tentoonstelling van 't werk, door Matthieii
Wiegman gemaakt, is niet een verzameling van
pogingen, min of meer gelukkig geslaagd, min of
meer treffend door gedeeltelijke schoonheid,
teederheid of bekoring, zij geeft definitief ons het
recht te zeggen, dat we een werkelijken schilder
in hem rijk zijn, en met innerlijks. Dit innerlijke
vindt ge in zijn figuur, in zijn landschap; teeder
hier en daar in zijn stillevens, soms
voldoendvolgroeid in zijn religieuse voorstellingen. De kleur
van alles, wat ge in Amsterdam ziet, is (op enkle
uitzonderingen na) een bruin, dat soms enkel bruin
bleef, maar meestal een bruin is, dat uitbot in
een altijd-eenigszins traag en tragisch, maar
werkelijk kleurencomplex.
Uitmuntend is dadelijk het meisjesportret (No. 4).
De vorm is eenvoudig, groot zonder moedwiiligheid,
er is kleur en innigheid. Het is zeker een der
bestgeslaagde figuren; de verloofden (No. 38) treffen
mij veel minder, minder ook de eene kop in enkel
bruin. Wat de religieuse voorstellingen aangaat,
Wiegman is een der vele katholieke schilders van
dezen tijd. Zijn Avondmaal", (de groote opgave
van de getrouwen en van den verrader in n
groep, met den verradene die 't verraad voorziet)
een te waardeeren schilderij mist echter voldoende
psychologische kracht; de groot-gehouden koppen
zijn niet groot genoeg van innerlijkheid; de
schilder bereikte nog niet, wat te bereiken is.
Beter zijn de Geboorte, en de Emmausgangers,
waar het landschapje links bijblijft. Want naast
een te eeren schilder soms van figuur, is Wiegman
een schilder van landschap. Hij is dat van nature,
en.ge vindt hem hier als zoodanig. Ik herinner
mij van een andere tentoonstelling zijn boomrijke
landschappen uit Fleury (waar vreugde in ge
openbaard was); naast deze maakte hij, naar
blijkt, een aantal Haven- en Kadegezichten uit
Brigneau (Zie 2, 7, 10, 12, 18, 21, 54, 61, 63, 65,
en 57 en 71 uit Pont-Aven). Een zelfde vereen
voudiging vindt ge er in, maar een vereenvoudiging
zóó gevoeld en zonder omwegen neergeschreven, dat
zij het natuurlijke behield. Twee werken zijn, naast
enkele der naaktstudies etc., nog te_vermelden:
OG/iïMJg
stillevens, waar een teederheid naast een bepaalden
zwier in de fijnheid wordt geopenbaard (No. 43,44);
als??? geschilderd is hier het derde bij te voegen
met de appelen (No. 33).
Het geheel, het zij aan dit eind herzegd, het
geheel dezer tentoonstelling moet voor wie het
nog niet wist, duidelijk maken, dat we in Wiegman
een werklijk persoonlijk schilder zeker bezitten.
PLASSCHAERT
Verbetering: Lees in het artikel over Permeke
(nr. van 7 Juni) regel 13: Ik_bedoel hier met
en regel 31: op gevoeligheid.
HETBOEK
VANDEWEEK
s^sö^sees
B A M B l
Een Levensgeschiedenis uit hel Bosch
door FELIX SALTEN
Uit het Djitsch vertaald door
G. W. VAN DER PEK
G llustreerd omslag van
H. V E R S T IJ,N E N
Iigenaaid f 1.90 - Gibonden f2.75
Uitgave vn Vil HOLKEVA i VAlEIDOEF.A'dim