De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 21 juni pagina 19

21 juni 1924 – pagina 19

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 19 w; >. i' Op den Economischen Uitkijk Een strijder voor een hoog ideaal. Wederom richt ik den uitkijk naar Engeland, ditmaal niet naar het gebied der handelspolitiek, maar naar het niet minder belangwekkende der armenzorg. Een strijder voor een hoog ideaal" was Sir Charles Stewart Loch inderdaad. Zoo noemt hem zijn vriend Arthur Clay, die verschillende toe spraken en opstellen van hem in een bundel ver zamelde; dit boek is onder dien titel vertaald voorden Heer J. F. L. Blankenberg, oud-voorzitter van Liefdadigheid Naar Vermogen" te Amster dam, l) Wie was Loch? En voor welk hoog ideaal streed hij? Hij is de groote, stuwende kracht geweest in, de ziel van de Charity Organisation Society", die in 1868 te Londen werd opgericht met het doel eene radicale hervorming teweeg te brengen in de wijze, waarop de voor liefdadige doeleinden gegeven gelden werden besteed. Dit beteekent, dat men wilde ingaan tegen gewoonte en traditie, het publiek wou overtuigen van de dwalingen zijns weegs, het wou opvoeden tot een minder gemakkelijken, meer stelselmatigen vorm van weldoen". Zulk een werk is altijd moeilijk, altijd impopulair, in den aanvang althans, steeds ondankbaar. Sleur te bestrijden is nergens een lichte taak en in Engeland zeker niet lichter dan elders. Ook hooren de menschen niet graag dat hetgeen zij met goede bedoelingen doen, toch heel verkeerd is en dat zij dit werk op gansch anderen voet verrichten moeten. Lieden, die bij voorkeur in eigen kleinen kring zonder eenige aanraking met anderen arbeiden, te leeren dat hun arbeid eerst dan rijke vruchten zal afwerpen, indien die in organisch verband met anderen wordt verricht, ook dat is een zware taak, bij de vervulling waar van men telkens weer botst tegen allerlei gevoelig heden, onwil, ongeloof, onverstand, tegen de velen eigene zucht tot zelfstandig werk," hun tegenzin tegen eiken vorm van samenwerking. Maar zij, die deze vereeniging in de groote hoofdstad van Engeland oprichtten, waren diep doordrongen van de noodzakelijkheid der door hen beoogde hervorming; zij meenden niet maar wisten uit dagelijksche ervaring dat Ie mendiant tue Ie pauvre", dat pnstelselmatig uitgeoefende zoogenaamde weldadigheid niet vóór alles de deserving poor" bereikt, maar meestentijds de minst nauwgezetten onder de vragers; dat aldus niet ware armoede gelenigd, veel min verholpen, doch pauperisme aangekweekt wordt; dat zulke weldadigheid", die in niets eigenlijk van aalmoezenuitdeeling verschilt, nooit kan leiden tot wat het ware doel van wezenlijke armenzorg" zijn moet: de maatschappelijk onzelfstandig gewordenen door geldelijken, maar vooral niet minder ook door geestelijken en zedelijken steun te reclasseeren", gelijk de moderne term luidt, d.w.z. hen tot herwinnen van maatschappelijke zelfstandigheid te brengen. Het groote werk, dat deze Londensche pionniers ondernamen, was: deze eenvoudige, maar ook practische allerbelangrijkste inzichten te maken tot het gemeengoed der massa, die denkbeelden zoo te propageeren en te populariseeren, dat een nieuwe geest vaardig zou worden over de goed bedoelende, doch slechts-handelende philanthropen van allerlei kleur, kerk en gezindte, zóó, dat metterdaad de bestaande misbruiken zouden verdwijnen en rationneele, waarlijk opbouwende, zegenrijke en maatschappelijke-heilzame armen zorg daarvoor in de plaats zou treden. Zulk een hervormingswerk aan te pakken, dat mocht waarlijk ge teekend worden als de strijd voor een hoog ideaal. En in dien strijd heeft Loch vooraan gestaan. Dat die strijd is gewonnen, dankt Engeland voor een zeer groot deel aan zijn rustelooze bemoeiingen. Niet van het allereerste begin der C.O.S. af was Loch daaraan verbonden; hij trad, na te Oxford gepromoveerd te zijn, in 1874 tot de jonge vereeniging toe en werd een der districts secretarissen, maar een jaar later reeds was hij de penvoerder van het Vereenigings-bestuur. In 1914 zag hij zich door eene ernstige ziekte genoopt zijn werk uit handen te geven. Maar hoeveel heeft hij in die veertig jaar tot stand gebracht! Wanneer men, door de kennisneming van dit boek, zich rekenschap geeft van de wijze, waarop \ Loch dit moeilijk werk van propaganda (met zooveel succes) heeft verricht, dan treft ons allermeest?en dit juist maakt ook de lezing van dit boek zoo bijzonder aantrekkelijk de groote veelzijdigheid, Waarmee hij het trou wens omvangrijke on derwerp behandelde.Hij bezag het van den bij uitstek practischen kant, maar stelde even zeer de ethische en theoretische zijden in een helder licht. De ware weldadigheid, zoo leeraart hij, is maat schappelijke liefde; zij is vóór alles een werk van opvoeding. Een moeilijk werk, dat naar den eisch slechts door een goed onderlegd, ge schoold bezoeker kan gedaan worden. Een werk ook, dat individualiseering verlangt en regelmaat en stelsel matigheid. De liefde tot den naaste moet ons drijven en de ethiek der weldadigheid moe ten wij verstaan. Onze bemoeiingen behooren te zijn van maatschappelijken aard; wij willen eene betere maatschap pij grondvesten door individueele verbete ring. Ons werk grijpt diep in allerlei maat schappelijke verhou dingen in'en brengt ons in practische aanraking met allerleieconomische vraagstukken; die moe ten wij door grondige studie kennen, zullen wij niet in 't wilde weg arbeiden. Daartoe is ook samenwerking noodig; alleen met deze wordt het meeste nuttig effect" verkregen. Samenwerking: dat is de taak ver richten in vereeniging en in overleg met anderen; zonder die, is er verkwisting van arbeid en van geld. Vóór alles is armenzorg persoonlijk werk, is: vriendschappelijke aan raking tusschen mensch en mensch; daarom is dit is uit den aard der zaak geen over heidsbemoeiing, want de ambtenaar als zoodanig kan met staatsgeld deze ideëele taak niet ver vullen. Het laatste woord bij dit alles is: liefde, d.w.z. op verbetering van de samenleving door ver betering van de individuen gerichte, dus in haardoel maatschappelijke liefde, die krachtig werkzaam wil zijn, de geschikte middelen en wegen zoekt, voor geen bezwaren terugdeinst, zich van haar doel bewust is, alle dingen wil doortrekken, niet zichzelven zoekt maar anderen, die in haar optre den zich schikt naar den eisch van orde en tucht. Tot de beoefening van die maatschappelijke liefde, tot dien practischen broederzin zijn alle burgers van den staat geroepen. Zoo luidt, kort samengevat, Loch's prediking. En met die prediking heeft hij school gemaakt. De aanvankelijk zoo impopulaire, op velerlei tegenstand stuitende Londensche C.Ó.S. werd onder zijn bezielde en bezielende leiding het erkend middenpunt van hen, die de armenzorg der groote hoofdstad, van haar gebreken gezuiverd, op beteren grondslag vestigden wilden. Het voor beeld vond navolging; C.O.S.-vereenigingen wer den in allerlei steden van Qroot-Brittanniëopge richt, ook daarbuiten: in de koloniën en in de Vereenigde Staten van Amerika. Zooveel heeft deze strijder voor een hoog ideaal bereikt, doordat hij niet moede werd, veertig jaar lang, te getuigen voor de beginselen, die hij als de juiste erkende. En ook, doordat zijn beroep op de noodzakelijk heid der vervulling van dit ideaal zoo veelzijdig was. Hij richtte zich in zijn inaugureele rede als hoogleeraar in de economie en de statistiek tot de economisten; elders weer wees hij op de sociolo gie in verband met weldadigheid; de kerkelijke liefdadigheid betrok hij in de sfeer; den burger zin wekte hij op; van algemeen-menschelijk stand punt bepleitte hij het goed recht der georganiseerde weldadigheid: zij is de levende praktijk der ware solidariteit, de daadwerkelijke broederliefde; zij strekt tot instandhouding vande gemeenschap Het is zeker niet overbodig, dat ook wij hier deze klanken vernemen: ook wij mogen ons deze prediking ter harte nemen, naar deze lessen luisteren. Daarom heeft de heer Blankenberg DIERSTUDIE: VOS Teekening voor de Amsterdammer" door H. Versttjhe* \ V De straal des doods Hotel DUIN EN DAAL CENTR. VERW. PRIVB BADKAMERS VASTE WASCHTAFELS nuttig en goed werk gedaan, door ons Loch's toespraken en opstellen nader te brengen. De oud-voorzitter van het bekende Amsterdamsche genootschap, strijder, hij ook, sedert jaar en dag voor dit zelfde ideaal, weet (getuige zijn opdracht der vertaling aan de mede-strijdster, mevrouw M. Muller-Lulofs te Utrecht,) hoezeer wij hier in Holland er behoefte aan hebben c.ltijd weer aan deze waarheden te worden herinnerd ! SMISSAERT 1) De volledige titel der Hollandsche uitgave luidt: Een strijder voor een hoog ideaal; opstellen en toespraken van wijlen Sir Charles Stewart Loch, vertaald door J. F. L. Blankenberg, oud-voorzitter van het Genootschap Liefdadigheid Naar Vermogen te Amsterdam". Haarlem. H. D. Tjeenk Willink en Zoon 1924. Leekenspiegel W. A. te B. W at is de beteekenis van lid Israëlitisch Pinksteren? Pinksteren, afkomstig van het griekschewoord pentekostos, de vijftigste, is de naam van een oorspronkelijk israëlitisch feest, aldus geheeten omdat het 50 dagen na het Paaschfeest werd gevierd. Daarom wordt het in het Oude Testament (Exdd. XXXIV: 22; Deut. XVI: 9) het feest der zeven weken" genoemd. Oor spronkelijk was het bestemd tot een dankfecst wegens den ingezamelden oogst; latere Rabbijnen hebben het tevens tot een gedachtenisfeest ter herinnering aan de wetgeving op Sinaïgemaakt. CADILLAC V. 63 Ieder, die het heeft gebracht tot een CADILLAC V 63, behoeft het op auto mobielgebied niet verder te zoeken. K. LANDEWEER - UTRECHT

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl