De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 21 juni pagina 23

21 juni 1924 – pagina 23

Dit is een ingescande tekst.

Mb. 2453 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND CHARIVARIA SCHRILLE TEGENSTELLINGEN Poincarézeide dat Doumergue de beste minister was, dien hij als President gehad heeft, en hij voegde er bij: Doumergue was onverbeterlijk." (N. R. C.) Overal vindt hij vrouwen, leelijk of hysterisch." (N. K. C.) HISTORISCHE MOMENTEN De gewezen keizer maakte, na zich even in hotel Pays-Bas verfrischt te hebben, een korte wandeling door de binnenstad. In de Nobelstraat keek de ex-keizer eenige oogenblikken naar de etalage van een bekend modemagazijn; daarna bezocht de keizer de apotheek op den hoek van de Korte Janstraat en Jansdam, enz." (U. D.) Wil het U. D. zoo goed zijn in het volgend nummer te publiceeren, waar Z.M. zich een oogenblik moest verwijderen? ,,De ex-keizer was gekleed jn een zwarte demi-saison, met bruinen slappen hoed, steunende op een parapluie." Nog altijd de oude zucht om de aandacht te trekken. CORRESPONDENT IE L', te A. Telkens ziet men tegenwoordig in de kranten koppelingen als het proces-Hitler," en ik erger me steeds over dat verbindingsstreepje (niet ergeren; lachen! Char.) dat verkeerd en overbodig is, en steeds meer gebruikt wordt (ziet u het causaal verband niet? Char,) Is het niet waar, dat bij zulk een koppeling de nadruk steeds op het eerste woord moet vallen, bv Scheepvaart-Unie" ? Antw. Ja. ld. Let eens meer op het Vaderland, dat krioelt van germanismen en andere afschuwelijkheden (alle andere bladen ook Char). Zoo las ik onlangs: Hij heeft zich in een meisje verliefd." Is 't niet verschrikkelijk?. Antw. Dat hangt van 't meisje af. INDISCH SCHIETGAT NACHT EN CONSERVEN. Ik lig te bed in het vreemde land. Het bed is een kubus, gevormd door een matras en vijf wanden van muskietengaas. Daaromheen is de open lucht, want de kamer heeft groote opengeslagen ramen, en ze is n met de buitenwereld. Een lauwe luchtverplaatsing nu en dan. En duizend dwaas giechelende en zonder ophouden pratende insecten. Daar tusschen door knallen zware ontplof fingen van tijd tot tijd. Het is een Chineesche bruiloft; dat feest duurt vier dagen en vier nachten. Op het erf zijn stellages opgeslagen voor muzikanten en dansers, 's Avonds is er schel licht, muziek en geknal van vuurwerk. De gasten komen en gaan geruischloos . . Telkens wanneer het knalt is er onder mijn raam een verschrikt geluid, en gerammel van ketenen. Daar leeft een aap: onze Kees. Hij heeft een lederen band om het achterste gedeelte van zijn rug, en die is met een ketting verbonden aan een ring om een bamboepaal. Boven op die paal is het schamele hok waar Kees in woont. Als het regent hangt zijn druipnatte staart er uit en droevige druppels glijden er als tranen langs. De insecten giechelen en kwetteren zonder zin of rust. Pang . . sikkedikkedrik . . Een gil van Kees en gerammel van ketenen . . Ik ken niet slapen. Het maanlicht valt schel in mijn gazen kubus; ik wurm mij uit de plooien naar buiten en ga op het balcon. Daghelder is het en de Oroote Beer staat op zijn kop. Zegenend afhangende, onbewegelijke, reus achtige palmbladen glanzen van wit maanlicht. Ver weg, achter de rivier, staan andere palmen, met woest verwarde pruiken, ven-overhellend, te slapen. Tegenover mij ligt een heilig graf. Niets beweegt, het malle gepraat der insecten is precies voor-dengek houderij. Alles is nier vijandig in het vreemde land. . . Neen . . ik kan niet slapen. Een beetje koorts misschien? Zooals thuis, in nachtvorsten, de bloemen gaan bloeien op de ruiten, en vreemd warrelen en woekeren door-én, zoo komen in zulk een nacht opzetten de kleine ergernissen, en sluiten het uitzicht af. Ze grijpen en woekeren dooreen . . en mijn optimisme blaast en blaast met warmte uit mijn ziel om ze te doen verdwijnen. Duizend kleine ergernissen, die samengroeien en woekeren tot een tropische vegetatie, waaruit geen ontkomen is. Telkens schrik ik op wanneer Kees ratelt met zijn ketting. O . . die dwaze Indische erger nissen ! Om onaangename menschen . . ongemanierde menschen . . luie of kwaadwillende menschen. Altijd om menschen . . Wij hebben naar dit vijandig land onzen grootsten vijand mee genomen : den zuren medemensch, en die valt ons in den rug aan. . . Daar sist een vuurpijl . . Kees gilt van angst . . de ketting knarst. Zijn instinct van het oerwoud houdt het geluid voor dat van den vijand . . de slang. O . .ik begrijp Kees wel ! Dit is geen land om aan een ketting te liggen, midden in een stad. Dit is een land voor de vrije natuur . . en alles wat geen natuur is . . is . . conserven... import met een bliksmaakje er aan . . Melk uit een blik . . cigaretten, chocola en Qeldersche worst in blik . . Wij pantseren ons in blik tegen den vijand, het klimaat . . Blik is een n-edel metaal, en dit heele Westersche pantser is n-edel, en dwaas. Men kan er zich bovendien leelijk aan snijden ! Zoo bijvoorbeeld ook aan het pantser der Westersche conventie! Stel u voor, dat je, om lid te worden van een sociëteit, ver klaren moet: a. welke examens je hebt afgelegd. b. wat ie verdient. c. of je voldoende beschaving bezit. d. of je vrouw voldoende be schaving bezit . . Goed . . je wordt lid, en komt den eersten den besten keer in een milieu van zóó verfijnde bescha ving dat iemand met zijn tong klapt om de aandacht van een _ dame te trekken, en iemand anders in een roes van alcohol en vreugde zijn partner onder het dansen omhelst.. Blik-conventic ! Uw kleeding is precies voorgeschreven en blijft ter beoordeeling van het bestuur. Voorschrift: geen flanellen pantalons, geen witte schoenen enz. Commissarissen van orde. Handhavers van het Westersche blik-harnas . . De bioscoop is geconserveerd tooneel. Wij genieten er van. Het is ook geconserveerde illusie met een inmaak-srnaakje. Neen . . dit is een land voor zuiverste en zuivere begrippen. En ze zijn er gelukkig. Overal waar je ontsnappen kunt aan het on-edel en onwaardig harnas van blik is de heerlijke ruimte die in Holland niet bestaat. Ruimte van handelen, van oordeelen en van ondernemen ; en hier is de natuur niet meer vijandig Wanneer ge tiw Westerschen strijd tegen haar hebt opgegeven, dan staakt ze haar vijandigheid. Plant een bloembol ! In weinige dagen hebt ge een struik, met een belachelijk minuscuul tulpje er aan. Eisch geen Hollandsche tulp ! De natuur geeft u wat ze kan en in overmaat . . maar niet liet onmogelijke. De grond is mild. Je loopt al= een dwergje door het sprookjesland: reusachtige gras sprieten, blaren als roeibooten . . bloemen en vruchten als hoofden zoo groot. Alles woekert in beangstigende dimensies . buiten elke verhouding: ook genegenheid, haat, liefde en misdaad. Ge moet Indiëbekijken dooreen verkleinglas . . En het Hollandsch nationaal instrument is de . loupe . . ! ! Daar zit het hem !. De ergernissen worden schandalen . Waar een Europeesch blad een rustige opmerking maakt, schreeuwt een Indisch blad van schande en schofterij . . Wat ginds groeit, woekert hier . . Gisteren nam ik iemand een rijtuig voor zijn neus weg; hij boorde mij, zoolang ik in zicht was, twee oogen als dolken in de ziel . . Een Engelschman zou alleen gezegd heb ben: sorry" en een Hollandsche Hollander: p'rdon !" UIT HET KLADSCHRIFT VAN JANTJE GRANDS VINS DE CHAMPAGNE POL ROGER & Cie. Agent General: JAQER QERLINQS, Haarlem Neen . . neen voor wie in de ruimte gaat is het hier goed . . en voor de rest: het verklein glas . . Zonder dat is de Westersche samenleving hier ynle^k. Zoo treurden wij hier, kort na aankomst rondom een kerstboom: geprepareerd . . Deutsches Reichpatent . . ijzer . . parapluie-constructie . kan, mits goed ge-olied, jaren mee . . Zoo deden wij honderd dingen, die hier niet kunnen gewoonweg, zonder belachelijk en zielig te zijn. Maar wij worden: Indisch. Niet in den kwaden zin a.u.b., wat dat is: geniep, achterklap en nijd. Maar in den goeden : Wij dansen ons niet in het zweet bij de hitte, wij maken geen ruzie, en verlustigen ons niet in grof schandaal. Maar wij genieten van de ruimte: de ruimte van huis en hof, van genegenheid en genoegen . . en van die van arbeid. En wij hebben een heerlijk home". Wij zouden Kees zijn ketting wel willen af-doen en hem met de auto buiten de stad brengen, waar zijn kameraden in de boomen rondspringen of in familiegroepen aan het water zitten, elkander vlooiend. Een aap aan een ketting . . midden in een stad . . ach . . het heeft té-veel nog van een gecultiveerden Europeaan ! MELIS S T o K E PATR&M

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl