Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2453
Teekening voor de Amsterdammer" door
V. E. van Uytvanck
J. H. SPEENHOFF,
de jubileereride dichter-zanger
ONGEHUWDE ECHTPAREN
door ANDREAS LATZKO
De buitenlandsche, in Oostenrijksche zaken
weinig ervaren lezer zal overtuigd zijn, dat sprake
is van een operette-libretto, of van een
echtbreukblijspel, met vergissingen, bedden en bij den neus
genomen gerechtsdienaren op het tooneel. Ook
de handigste librettist zou geen dwazer vertooning
kunnen verzinnen dan het echtbreuk proces tegen
een in allen vorm gehuwd, voor den burgerlijken
stand getrouwd echtpaar, dat door de eerste,
gescheiden vrouw van den man beticht wordt van
echtbreuk. Wel te verstaan: van het breken van
den sedert lang ontbonden echt door de uitoefening
van het tweede huwelijk! . . Maar het wordt
nog mooier. De beklaagde wordt vrijgesproken,
niet omdat hij zijn trouw-akte overlegt, maar in
tegendeel wegens gebrek aan bewijs, aangezien
het feit, dat hij voor den tweeden keer gehuwd
is en met zijn nieuwe vrouw in n woning samen
leeft, nog niet voldoende bewijst, dat hij de
echtelijke trouw jegens de vroegere vrouw niet
schendt! De rechter vraag* den beklaagde, of hij
met de tweede vrouw volledig echtelijk verkeer
onderhoudt of slechts een gezamenlijk huishouden
met haar voert ,?en de man verklaart plechtig,
dat de eigenlijke echtelijke plichten niet uitgeoefend
en niet geëischt worden en kan daarom ongestraft
huiswaarts gaan. Maar hij draagt mee naar huis
het Damocles-zwaard, dat de rechter over zijn
huidig echtelijk geluk gehangen heeft door de
klaagster aan te raden deugdelijker bewijzen
voor de echtbreuk te verstrekken dan ,,slechts"
het samenwonen met een andere, met haren
vroegeren man getrouwde vrouw . . Vergeefs
verzekert de afgewezen klaagster schuimend van
woede, dat haar persoonlijke ervaringen omtrent
het temperament" van den beklaagde waar
borgen, dat het tweetal niet slechts de eetkamer
deelt! De rechter, geen operette-rechter, maar
een door den Staat aangestelde, ernstige, waardige
jurist, haalt spijtig de schouders op en moet in het
zweet zijns aanschijns gelooven dat een man, wiens
eerste huwelijk sinds lang van tafel en bed"
gescheiden is, het tweede huwelijk slechts tot de
gemeenschappelijke maaltijden beperkt. Hij moet
zichzelven, moet de rechtbank bewust laten
misleiden, en doen alsof hij het niet merkt. Kan
men het gezag en de waardigheid der rechtszaal
beter ondermijnen? En kan ook de vindingrijkste
antiklerikale pamflettist een erger persiflage
op het heilig sakrament van het onontbindbaar
katholiek huwelijk verzinnen dan deze waanzinnige
komblnatie: dat een dubbel gehuwd man uit
huwelijkssponde No. l verbannen is, wijl dat
huwelijk rechtsgeldig ontbonden is, en huwelijks
sponde No. 2 niet mag naderen, omdat het ont
bonden eerste huwelijk niettemin geldig is. Hij
valt dan tusschen twee huwelijkssponden op . .
het coelibaat, of op de gevangenisbrits. Tenzij
dan dat hij zich tot jonggezellen-avonturen
wendt, in welk geval echter beide vrouwen tegen
hem een klacht wegens echtbreuk zouden kunnen
indienen . .
De mogelijkheid van zulke processen en von
nissen is tot het gebied der Oostenrijksche bonds
republiek beperkt. In het keizerlijke Oostenrijk
konden katholieke echtelieden wel gerechtelijk
scheiden, maar niet opnieuw huwen, zoolang niet
een der beide wederhelften in het graf lag. Ook
overgang tot het protestantsche geloof hielp niet.
Er was maar n achterdeurtje: men kon eenige
weken lang naar het meer liberale deel der monar
chie, naar Hongarije gaan, daar het staatsburger
schap verwerven, natuurlijk tegen behoorlijke
geldoffers, en dan leidde men de uitverkorene
voor den Hongaarschen ambtenaar van den burger
lijken stand en keerde als een onberispelijk
Hongaarsch echtpaar naar Oostenrijk terug. Dezen
weg konden echter slechts zeer welgestelde lieden
betreden; alle anderen moesten afstand doen van
het geluk dat hen riep of het ontwijden door
huichelarij en morsige heimelijkheden. Voor het
aanzienlijke aantal dier hopelooze liefdesparen
was de omwenteling van 1918 een juichend
begroete verlossing. Niemand twijfelde eraan of
de republiek zou het huwelijksrecht eindelijk aan
passen aan de vrijere gewoonten van het Westen.
Doch in Oostenrijk moet zelfs de revolutie met de
gemoedelijkheid van 's lands wijs geschieden en
zich houden aan het traditioneele werktuig van
Oostenrijksche politiek: het kompromis. En zoo
werd door het eerste, radikale parlement der
nieuwe bondsrepubliek aan de administratieve
overheid het recht (niet de plicht!) verleend, aan
gescheiden katholieken op verzoek een zooge
naamde dispensatie" te verstrekken, wier bezit
het recht gaf om voor den burgerlijken stand een
nieuw huwelijk aan te gaan. Aldus was voorloopig
in de behoefte voorzien, de republiek had haar
meest verheugde aanhangers niet teleurgesteld en
toch had zij met de kerk geen strijd op leven en
dood aangebonden. In beginsel bleef het katho
lieke huwelijk onontbindbaar, het sakrament
onverlet, doch er was een tweede achterdeurtje
geopend, waartoe de sleutel niet meer met gewel
dige protektie in het Vatikaan gehaald behoefde
te worden.
In de wittebroodsweken der republiek, toen
het stuur in de handen der sociaaldemokraten
lag, werden de nieuwe dispensaties met volle
handen uitgestrooid, zoodat in korten tijd vele,
vele duizenden dier dispensatie-huwelijken"
gesloten werden. Toen later langzaam-aan de
koers steeds meer naar rechts omboog, kostte
het verkrijgen der dispensatie steeds meer moeite,
totdat het roer van staat in de priesterlijke
handen van den prelaat Dr. Seypel overging en
een radikale ommekeer intrad. De eeuwige vloek
van alle kompromissen, dat zij even goed van
rechts naar links als van links naar rechts kunnen
worden gelezen, bleef niet uit! Het beginsel der
onontbindbaarheid van katholieke huwelijken
was blijven gelden, zoodat alle gescheiden katho
lieken wel van tafel en bed gescheiden",
maar nog altijd gehuwd waren. En daar bigamie
verboden is, sloot het voortbestaan van het
eerste huwelijk de geldigheid van het tweede uit!
Wel zijn de rechters onafhankelijk en mogen
zij niet beïnvloed, noch uit hun ambt ontzet
worden, maar . . zij zijn staatsbeambten en
in een onafhankelijken vorm afhankelijk van den
heerschenden koers, evenals de machinist in den
buik van het schip, die zich ook slechts met
zijn ketels en turbines bemoeit, maar toch niet
zuidwaarts kan varen als de kapitein op de com
mandobrug noordwaarts wil. En zoo zijn reeds
in hoogste instantie heel wat vonnissen geveld,
die principieel hebben uitgemaakt, dat de dis
pensatie-huwelijken" ongeldig zijn !
Men zal gemakkelijk begrijpen welk een kansen
door deze gewijzigde situatie geschapen zijn voor
de wraaklust van versmade echtgenooten en
niet in de laatste plaats ! voor afpersingen.
Is een gescheiden vrouw niet tevreden met de
haar toegekende uitkeering, dan behoeft zij slechts
den nieuwgehuwden ex-gemaal te bedreigen met
betwisting van zijn dispensatie-huwelijk; dat het
ongeldig wordt verklaard, is volstrekt zeker.
En als de ongeldigheid uitgesproken is en de man
zich door het vonnis niet laat storen in zijn huiselijk
geluk, dan staat het vast, dat hij konkubinaat,
meer nog: echtbreuk pleegt, en voor dit laatste
misdrijf kan slechts vrijheidsstraf worden opgelegd,
niet door boete vervangbaar! . . Men behoeft
niet met groote fantasie begaafd te zijn, noch veel
meegevoel te bezitten voor het lot zijner
natuurgenooten, om den toestand der talrijke
dispensatieROMERS-RIJWIELEN
De naam
IFOICTCKEIR.S
op een rijwiel is een waarborg voor
KWALITEIT
Mod. H.H. in uitr. 4 F. 110.
in uitr. l F. 97.
FILIALEN EN AGENTSCHAPPEN IN AlLE PLAATSEN GEVESTIGD
echtelieden te beschouwen als een ernstig, onver
diend onheil. Meisjes, door onrijpe dweperij en
het onstuimige bloed der jeugd in het verderf
gedreven aan de zijde van een ruwen kerel of
een huwelijksgiftjager, waanden zich eindelijk
geborgen, hadden aan de zijde van een met gerijpt
oordeel gekozen man eindelijk het late, moeilijk
verdiende geluk gevonden, en moeten nu plotseling
afstand doen van den man, dien zij sedert duizend
dagen en nachten als haren rechtmatigen echt
genoot lief hadden ! . .
Wel bewijst het hierboven vermelde vonnis,
dat voor dit onheil weer toegankelijke
achjerdeurtjes te vinden zijn, maar dan toch slechts zoolang
het zoogenaamd platonische tweede huwelijk
zonder gevolgen is gebleven. Wordt den
dispensatie-echtelieden een kind geboren, dan kan ook de
meest welgezinde rechter niet meer van gebrek
aan bewijs" spreken, doch hij zal op grond van
het levend corpus delicti aan de klacht gevolg
moeten geven, en twee menschen, die te goeder
trouw een huwelijk sloten en in de rotsvaste over
tuiging dat zij daartoe het recht hadden, kinderen
verwekten, zal hij achter slot en grendel moeten
zetten ter bescherming van een huwelijk, dat
krachtens rechterlijk vonnis reeds lang opge
houden heeft een huwelijk te zijn ! . .
En de allerergste gevolgen der nieuwe praktijk
zijn thans nog niet eens aanwijsbaar ! De eigen
lijke komplikaties zullen eerst over tien of twintig
jaar beginnen, als de strijd om het erfrecht der
dispensatie-kinderen de rechters voor veei ernstiger
vraagstukken stellen zal dan de echtbreuk- in
konkubinaats-klachten, die nu wekelijks bij
dozijnen behandeld worden. Voorloopig intusschen
is de Oostenrijksche rechtspleging door de talrijke
dispensatie-processen tot een goudmijn voor
operette-librettisten geworden. Men denke zich
slechts een goeden komiek in de rol van een
dispensatie-echtgenoot, wiens geluk ongeldig ver
klaard werd, zoodat hij eiken nacht zich bij zijn
gevreesde eerste vrouw een alibi moet halen, om
in zijn eigen huis als een dief te kunnen sluipen
naar het rendezvous met zijn tweede vrouw . .
Of ook, de ongelukkige dispensatie-echtgenoot
moet . .
Maar waartoe de gecompliceerde mogelijkheden
verder uit te spinnen? De heeren
kluchtspelschrijvers en librettisten weten daarin veel beter
den weg. En als zij op zoek naar stof zijn, behoeven
zij slechts de rubriek rechtszaken" der Oosten
rijksche kranten aandachtig te volgen. Daar
vinden zij kluchtsituaties in overvloed en vonnissen
die evenwel omzichtig bewerkt moeten worden,
want voor het tooneel zouden zij deels te onwaar
schijnlijk zijn, deels . . te pikant!
RINGERS
RINGERS
/AELK-CHOCOLADE
mtl Amtriiilen «n Honing