Historisch Archief 1877-1940
&_DE AMSTERDAMMER,\WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2453
f--.
i
f.
Spoors
Mosterd
:r]r. Cuiemtcro
DE AMSTERDAMMER
Weekblad voor Nederland
kost slechts f 10.?per Jaar
Zij geeft
de voorkeur
aan de bekende Palmitine Zeep
HET ANKER", ofschoon ze vrijwel
alle toiletzeepen heeft gebruikt.
WAAROM?
Het harde" water in de stad
eischt een fijne doch ook vette
toiletzeep die een heilzame wer
king o|> de huid uitoefent. Na p
het wasschen mag de huid niet v
droog zijn, doch moet ze prettig
aanvoelen" door haar natuurlijk
vetlaagje, dat niet door de zeep
wordt verwijderd doch bevorderd.
Palmitine zeep voldoet aan de
hoogste eisenen welke men aan
toiletzeep stellen kan en is boven
dien nog zuinig in het gebruik, i
Hotel de Maliejan"
VIERHOUTEN, Telef. 2.
ZEER RUSTIG EN GEZOND BUITENVERBLIJF
In de laatste jaren de gezochte plaats. Modern ingericht
hotel. 33 Kamers, deels stroomend water.
Voor- en najaar f 4.50 p. p. p. d. i
H. MOLENAAR.
HOTEL-PENSION Café-Restaurant i
DECANNENBURCH"
VAASSEN. Telef. 4. i]
Van ouds het huis ter plaatse Geheel verbouwd Modern
ingericht 14 kamers. Ruime zalen. Pracht zitje. \
lederen Zondagmiddag T h D a n s a n t. !$
H. MOLENAAR. sjj
VAN
HOFLEVERANCIER
lever-Éoi?er het ^GfiecCe [and franco
Zendt U gaarne ftare dtp^ voorwaarden
worOansébaf fing of Jnruif
NADERE INLICHTINGEN BIJ
f g VAIHKAC.C LHOUTSTR.9 CHOOBSTR.32
\*.I.DERl/wC^ DENHAAG UTRECHT
BIJKOMSTIGHEDEN
CXXXI
Daar zitten we nu met de statistieken van den
meneer van De Dageraad", de statistieken, waar
van men zegt, dat ze niet liegen"; sexueele mis
drijven: protestant 5,1; roomsen-katholiek 7,1;
jood 4,1; ongeloovige 1,6. Doodslag en moord:
protestant0,4\ roomsen-katholiek 0,6; jood0,5; on
geloovige O, l 1). Als je er zoo oppervlakkig even een
blik in slaat, krijg je den indruk, dat het voldoende
is om te gelóóven, om onmiddellijk aan het moorden
en misdrijven te gaan, en dat men met het geloof
aan God tegelijk den duivel" heeft uitgedreven. .
We begriipen dan ook volkomen de voldoening,
waarmee deze gegevens aan den minister van justi
tie zijn aangeboden, uit naam van het ongeloovige
deel van ons volk", en hoe dat ongeloovige deel"
zelf met zelfvoldoening, gemengd met verbazing,
van de uitkomsten heeft kennis genomen. Ik
wist waarachtig niet, dat 't met onze gedragboekjes
er zóó goed voorstond," zal menig atheist" hebben
verzucht. Maar, maar . .
Ik heb, na mijn eersten schrik, drie verschillende
richtingen uitgedacht, en in elke richting een mij
zelf bevredigende oplossing voor het probleem der
bij uitstek deugdzame" ongeloovigen gevonden.Ik
zal u de drie weggetjes van mijn gedachten na el
kaar en los van elkaar weergeven, want après tout
ben ik maar een vrouw en schrijf ik maar
bijkomstigheden"; het systematisch samenvatten, het
groot-overzien behoort niet tot mijn competentie.
Ik kan maar dom-weg vragen: hoe komen ze aan
de opgaven, dat die misdadigers protestant,
roomsen, jood of ongeloovig waren? Wel, ik denk,
dat ze dat zelf hebben verklaard, en dat de meneer
van De Dageraad" zal zeggen, dat dat dan toch
zeker wel het betrouwbaarste getuigenis is, dat een
mensch kan verlangen . . Goed, maar zouden ze
met die verklaring niet alleen willen zeggen, dat ze
protestant of roomsch of jood geboren" waren;
maar dat ze in den loop der jaren dat geloof waren
kwijt geraakt, en nu, in dit supreme uur, zich weer
op den troost van hun jeugdreligie bezonnen?
Iemand,die in de gevangenis zich ongeloovig" durft
blijven noemen, bezit een even zeiden voorkomende
consequentie, als iemand, die in het aangezien*: van
den dood nog fanfaronneert atheist te zijn. Nood
leert bidden"; en nood leert gelóóven". Onge
loovig" zijn we, als het ons goed gaat, als we ge
zond zijn, als niets ons in den weg staat. Op het
ziekbed, in de gevangenis stijgt het percentage
geloovigen" met een sprong; op die oogenblikken,
als ons innerlijk leven door elkaar wordt geschud,
herinneren we ons onze jeugd; wat we toen leer
den; wat we zelf hoopten, toen ons leven nog goed
was . . In de ziekenkamer en in de gevangenis
leert de arme, zwakke mensch, die in het gewone
leven heel parmantig en eigenwijs was, zijn on
geloof" weer af te leggen, en zich te sieren met den
naam van zijn kinder-kerk.
En mijn tweede argument: hoe komen de meeste
menschen tot hun vergrijpen tegen de maatschap
pelijke orde? Door slechte oeconomische omstan
digheden. De meeste delicten zullen dus voorkomen
in de meest misdeelde milieu's; en noemt men zich
daar atheist? Neen, wis en waarachtig niet; men
kent het woord er niet en zou het als een gevaarlijke
vloek schuwen; ik geloof ook niet, dat De Dage
raad" voor haar ideeën propaganda maakt onder
de kermisreizigers en de stoelenmatters; maar daar
komen de pastoors, daar komen het Leger des
Heils en de dominee's, en bederven zoo de statis
tiek voor de geloovigen" ! Want in den
kenniswagen,waar moord en doodslag gebeurt, hangt een
kruisbeeld of een tekst aan den muur, en de pros
tituee heeft een altaartje voor Maria, en misschien
de troost, dat Christus Maria Magdalena niet ver
stiet (ik geloof, dat toendertijd de statistiek ook
al niet zoo erg goed voor de Christenen zou zijn
uitgevallen !)
En mijn derde argument (ze komen allen uit heel
verschillende hoeken van de wereld naar me toe
waaien), is het woord, waarmee Dirk Coster zijn
Marginalia" opent: De groote scheidslijn die de
menschheid verdeelt, loopt niet tusschen goed en
kwaad, tusschen de goeden en de boozcn, maar
tusschen de levenden en de levenloozen. Tusschen
hen die haten en liefhebben kunnen, en hen die
niet haten noch liefhebhen kunnen. Tusschen hen
die toornen en vergeven kunnen, en hen die niet
toornen doch nimmer vergeven kunnen. Tusschen
hen die misdaden en schoone daden volbrengen
kunnen, en hen die noch kwaad noch goed kunnen
zijn."
Wat voor menschen zijn zij, die zich nadrukke
lijk atheïst", die zich glorieus ongeloovig"
noemen? Zij hebben niets van de
beminnclijkweifelenden, van de
wetenschappelijk-afwachtenden, van de ondogmatisch-religieusen; zij zeggen:
Wij zien 'm niet, wij voelen 'm niet, we hooren
'm niet, we ruiken 'm niet; dus hij bestaat niet.
Kracht en stof, oorzaak en gevolg, klaar als een
klontje". Zij zijn de nuchteren, de (om in hun taal
te spreken) heldere koppen", die met hun ver
stand ook al gauw zullen hebben uitgevonden, dat
men van .vergrijpen tegen de openbare orde" zelf
de meeste last heeft, en dat men zich het beste
binnen de perken houdt. Zij doen ons denken aan
het woord van Coster over het maat-houden in het
kwaad, dat hij het verderfelijkste van alles noemt.
Zij zullen, in hun koel overleg, zich zeker niet laten
verleiden tot passioneele" misdragingen, zooals
sexueele vergrijpen" en moord en doodslag"
beide plegen te zijn. Zij kunnen inderdaad als de
F:iarizeeër vóór in den tempel gaan staan en zeg
gen : Ik dank u, Heer, (in wien ik zeer bepaaldelijk
niet geloof), dat ik niet ben als deze". Maar met dat
al missen ze een heele boel; ze zijn misschien bur
gers, waar de staat weinig last van heeft, maar ook
burgers, waar weinig van uitgaat. Het zijn nog
altijd de tollenaars met hun brandende berouw,
de levenden, die haten en liefhebben kunnen, die
misdaden en schoone daden volbrengen kunnen".
in wie het leven ten onder gaat en nieuw geboren
wordt; en om wie de wereld bestaat. Want iemand
met een schoon strafregister is nog niet een goed
mensch; Christus heeft zelf het verband tusschen
zondaar en geloof nauwer dan (e voren aangetrok
ken en het was een moordenaar, die onmiddellijk
na Hem in het paradijs mocht binnengaan.
A N N I E S A L O M ONS
1) Ochtendblad B.N.R.C. 10 Juni 1<)24.