Historisch Archief 1877-1940
No. 2454
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
DE BEZUINIGING EN DE MUZIEKSUBSIDIES
Teekening voor de Amsterdammer" door Jordaan
DE OMKEER
IN HET STUDENTENLEVEN
De slachtoffers der bezuinigingswoede nemen dienst bij de stafmuziekkorpsen
voor de menschen van de slappe thee en de afge
trapte broeken, van de maatschappelijke proble
men en de gore nagels, van de vettige haren en
de sociale kwesties, de menschen van de vele
woorden en de kleine daden, die meenen dat ze
het leven leeren kennen op
afdeelingsvergaderingen, bestuursbijeenkomsten en
universiteitsbibliootheken; de wegbereiders der aanrukkende ben
den van het studeerend grauw. Maar uw protest
is gericht tegen de fleurige jeugd, tegen de men
schen, die het hart hebben om te zijn wie ze zijn,
om te bekennen, dat ze ook wel eens een paar jaren
van hun leven jong en dol en dwaas willen zijn, die
trachten boven de grauwe burgermansmoraal en
kruideniersbegrippen uit te komen tot ruimer,
menschelijker opvattingen, en die, in het algemeen,
men ga het slechts na in het praktische leven
later heel wat bruikbaarder menschen, heel wat
meer gentlemen zullen blijken dan de brave
obscuurlingen die meenen de wereld met praten te
redden. Want de herinnering aan de losse onver
schilligheid van dien tijd zullen ze meedragen voor
hun heele leven, als een kostelijk bezit, een krach
tig middel tegen verstarren en verroesten en tegen
duffe burgermans-gewichtigheid. Uw boekje is
een slag in het gezicht van de Jeugd. Oe zijt
bepraat door de oude-mannetjes die uren-lange
vergaderingen houden ter verbetering van de
maatschappij"; door de futlooze braaf
heidspreekers, die vergeten dat het leven er is om ge
leefd te worden. Maar wanneer ge eerlijk en nuchter
de werkelijkheid beschouwt, dan moet ge zien,
dat die menschen nooit iets gepresteerd hebben
dan krachteloos gewouwel; en wanneer ge iets
van het corps-leven weet, zult ge moeten bekennen,
dat het in het corpsdikwijls juist die menschen zijn,
die een oprecht, kameraadschappelijk corpsleven
onmogelijk maken door hun terughoudende schijn
heiligheid.
(?De omkeer in het Studentenleven," door
Dr. Gerard Brom, Delft,
UniversiteitsBoekencentrale, 1923).
Gelijk de vroolijke corpsbroeder van weleer zijn
getrouw beschrijver vond in Klikspaan, zoo heeft
thans het knor" beslag gelegd op het talent van
«en dereminentste brommers uit zijn knorrende hor
den, die hem een loflied heeft gedicht, zóó
vurigeenzijdig, zóó grandioos bekrompen werke
lijk, men kan zich niet voorstellen, dat zulk een
krachtig geluid voortkomt uit de goedige, ruim
denkende, ieder-zijn-recht-gevende kudden van
het studeerend idealistendom.
Helaas, het stokpaardje des heeren Brom draaft
wel hél ver door. Omdat zij hun zorgen laf op
hun ouders durfden laden, hun familie lieten
bloeden voor wat zij verzwolgen, en dan een vrouw
lieten betalen, misschien met haar gezondheid
mee, wat zij hadden gebeerd". Ziedaar het
ouderwetsche studententype. Waren ze werkelijk alle
maal zoo, geachte doctor? Dan inderdaad zoudt
ge gelijk hebben, wanneer ge uwe lansen braakt
De omkeer in het studentenleven ! Helaas, de
omkeer is er, dat valt niet te loochenen. De
algeheele nivelleering en verprolling van onzen tijd
bedreigt ook den student. Men wil een degelijk
gemeenschaps-mensch van hem maken, een
gesmeerd-loopende machine, een flinken kruidenier.
Geen opstandig opbruisen meer van zijn teveel
aan levenskracht. Hij mag geen plezier hebben
wanneer anderen lijden. Dat hij op zijn kamer
blijve en piekere; of ter geheel-onthouders-ver
gadering opga en thee drinke; of bestuurslid van
P. I. A. worde en wouwele ! Tot redding der
wereld !
Het ouderwetsche studententype verdwijnt in
onze dagen van stijlloos proletendom. Maar wan
neer wij onze kinderen opgevoed zullen hebben
tot menschen, die slechts voor de gemeenschap
leven, die iederen spontanen impuls terugdringen
wanneer deze niet strekt ten algemeenen nutte,
die nooit meer behoefte zullen hebben om eens
uit den band te springen, dan zal de ouder
wetsche student toch een schoone legende blijven,
een heldensage uit een verren, mooien tijd, een tijd
van zwierigen jool en trouwe kameraadschap, toen
het geen schande was een mensch te zijn, met
menschelijke zwakheden, toen het indidivu zichzelf
durfde te zijn en durfde te schateren om een moei
zaam bedacht gemeenschaps-ideaal, dat van de
menschen muffe engeltjes maakt en van de wereld
een suikerzoet paradijsje.
LEO LECLERCQ
ZWAKTE IS GEEN ZIEKTE.
Een lezer schrijft ons:
Als trouw lezer van de Amsterdammer" is
mij natuurlijk niet ontgaan het artikel van Prof.
W. Storm van Leeuwen in uw blad van 14 Juni
getiteld Zwakte is geen ziekte". Dit artikel ver
dient in eene gouden lijst te worden gezet en moet
dan in vele woningen worden opgehangen. Ik ben
overtuigd, dat ik ook namens vele andere belang
stellenden spreek, indien ik u verzoek afzonderlijke
afdrukken van dit artikel beschikbaar te stellen.
Zelf zou ik gaarne tenminste 20 afdrukken ervan
willen aanschaffen".
Gaarne stellen wij overdrukken tegen den
kostenden prijs ter beschikking, mits wij van het
gewenschte aantal vóór Woensdag a.s. opgave
ontvangen.
(Redactie)
OLDENKOrn
TABAH
Zooeven verschenen:
NICO ROST
Kunst- en Kuituur
in Sowjet-Rusland.
P.ijs ingen. f190; geb. f240
Bavattende o.a. hoofdstukken over:
Het Tooncel De crisis der
Literatuur De crisis der beel
dende kunsten Het museum
wezen Proletcult en
Americomanie Loenatscharski.
Uitgave EM. QUERIDO - A'dam.