De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 5 juli pagina 12

5 juli 1924 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSfËRDAMtöR, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2455 DE TOONEELSCHOOL II Het onderwijs op de tooneelschool zal dus ide dagbladen hebben ons daaromtrent nader ingelicht 'voortaan zooveel mogelijk hoofdelijk wora'en gegeven en zich in het bijzonder bepalen tot de intensieve ontwikkeling van wat wij altijd maar het best vergelijken met: een instrument. Het lichaam van den aspirant-tooneelspeler, dat moet winnen aan souplesse, aanpassingsvermogen en expressiviteit, het orgaan, dat gewis niet minder zorg en oefening vereischt dan de stem van den zanger, het rhythme van zijn wezen, dat zoo nauw de oorsprong der dramatische kunst ligt in den dans verband houdt met de atmos feer, die de kunstenaar op het tooneel om zich weeft. Eerst in hoogste instantie zal het aldus gevormd, gestemd en beheerscht instrument in dienst worden gesteld van hart en geest. Hoofd doel blijft: het natuurlijk gevoel, voor zoover het in den leerling zuiver aanwezig is, of in hem kan wórden gewekt, den weg te effenen. Zich-kunnen-uiten, in opdracht van de ziel, op een wijze die waarachtig is, duidelijk, en schoon. Naast deze practische oefening, de geestelijke opvoeding. Hier zal, zooals we de vorige week reeds opmerkten, de leeraar altijd gehandicapt zijn wegens de ongelijke ontwikkeling der leerlingen, die deze school bezoeken. Het drama is niet alleen de hoogste vorm waarin een dichter zich kan uiten, het is tevens de moeilijkste. De klassieken voeren naarde toppen van het mensch-zijn. Deze kunnen den achttienjarige, geroepen binnenkort een rol in Qoethe's Faust" te vervullen", hoogstens worden getoond, wat hij er beleeft, kan zijn binnen ste niet raken zoolang hij er niet rijp voor is. Het gezamenlijk lezen van meesterwerken brengt het kan niet anders vaak onoverkomelijke bezwaren mede, zoowel wat de keuze van het werk betreft, als om de perspectieven, die elke versregel voor leeraar en leerling opent; niet alleen als litteratuur, maar ook en hierom gaat het op deze school in het theatraal verband. Daarom zal de school voornamelijk leidsvrouw moeten zijn, een voorzichtige leidsvrouw,-van wie een beschavende, opwekkende invloed uitgaat, zonder dat zij den leerling de wet stelt of over belast met wetenswaardigheden boven zijn be vatting, en die hem dikwijls ook nog in geen jaren te pas zullen komen. Een driejarige cursus kan niet in alle behoeften van den tegenwoordigen cultuürmensch voorzien. De school zal hem, naar zijn aard en neiging, den weg wijzen tot bibliotheek en museum, waar hij zelf voelt welke leemten in hem vragen te worden aangevuld. De letter kunde moet zich tot de dramatische letterkunde bepalen. Bijvakken, zooals teekenen, costuumteekenen o.a., moesten op het nieuwe leerplan vervallen, hoe gaarne men ze had gehandhaafd. Hoofdzaak is: het dragen" van het costuum, dit is de directe opgave, Waarvoor de jonge speler in de praktijk komt te staan, en met het onmiddellijke" heeft de school, gegeven haar korten termijn en beperkte middelen, in de eerste plaats rekening te houden. En sluit bovendien niet de kunst een costuum te dragen natuurlijk aan bij de lichamelijke opvoeding", waaraan wij voor den tooneelspeler zopveelwaarde hechten? Al deze concreete vakken grijpen zuiver en vast in elkaar en daarom ver wachten wij juist van dit onderwijs van de physieke training als basis voor een expressieve plastiek zooveel goeds, verdient zij, vooral in de eerste klassen, de aandacht boven de meer abstracte-psychische ontwikkeling, valt o.i. daar het zwaartepunt van tooneelonderwijs. Wij zullen den belangstellende niet vermoeien met systemen, met modewoorden, die onze tijd voor al haar weldaden op dit gebied heeft uit gevonden, noch namen noemen ter aanbeveling van deze of gene. Van bijzonder belang dunkt mij, dat de anatomische gymnastiek voor den a.s. cursus kon worden toevertrouwd aan een vrouwe lijke arts, die, op grond der door dr. Bess Mensen dieck beproefde methode, zich in dit merk waardig vak*; den volwassen mensch te leeren loopen, zitten, opstaan enz., heeft gespecializeerd. Ook wat de stemvorming betreft, zijn voor het met September aanvangend studie-jaar in grijpende maatregelen getroffen. Voortaan zal elke leerling in tegenwoordigheid der klasse dagelijks op de school privaatonderricht ontvangen waarbij de fouten worden gecorrigeerd en de zelf-oefeningen voor den verderen dag worden vastgesteld. In het eerste studie-jaar zal de aandacht zichzoodanigconcentreeren op:- ademhaling en uit spraak, op het timbre, de draagkracht, den om vang, de bewe gelijkheid derstem,dat?hetspreken" in de overige lesuren zoo noodig tot fluisteren zal worden beperkt totdat de fouten overwonnen zijn en de stem staat. De onrust barende toeneming van het aantal spraakgebrekkigen op ons officieel tooneel dat, voor zoover de leer lingen der school betreft, niet was te wijten aan de qualiteit der spreeklessen maar aan de quantiteit.en aan den geringen ij ver de r leerlingen om door inten sieve oefening thuis mede te werken doet van deze nieuwe regeling het beste hopen. En daarnaast, of liever in dit verband, zullen dan de beginselen dertooneelspeelkunst worden onder wezen en vooral dit onder wijs zal een meer rationeel en elementair karakter dragen dan het tot dusver deed. Steunend op wat de leerling zich in de lessen, waar hij leerde hoe zijn lichaam te doen gehoor zamen aan zijn, hetzij impulsieven, hetzij be zonken wil, hoe zijn stem zóó te gebruiken, dat het woord uit zijn hart of hoofd zuiver en gemakkelijk over zijn lippen welt.reeds eigen heeft gemaakt, zal de spelleeraar zijn verbeeldingopwekken en hem brengen tot handelen". Handelen naar een doodsimpel schema, voor de gelegenheid ont worpen, bewust-worden van hetgeen de natuur dicteert. Een kind doet het onbewust naar de regelen der kunst, een mensch bederft het spel, een kunstenaar kan het herstellen. Dit, even practisch, als boeiend onderwijs, dat het voordeel heeft een eenvoudige taak te stellen, waarvan de volmaking binnen het vermogen Van den leerling ligt, en dat geleidelijk opvoert naar het gecom pliceerd droombeeld, zonder dat het puur en innig gebaar verliest aan zuiverheid en kracht, bereidt het wezen van den aanstaandeu tooneel speler voor de transformatle-van-binnen-uit. Om zich in een rol te kunnen verliezen", dient men zichzelf eerst te bezitten. Ieder, die wel eens een kind heeft gadegeslagen op het oogenblik dat bijvoor beeld het touwtje van zijn luchtballon breekt, heeft in de werkelijkheid gezien, wat hier de leer aar den leerling in de verbeelding zoodanig tracht te suggereeren, dat hij den ballon als het ware ziet wegzweven, den schrik en het groeiend verdriet van het kind aan den lijve voelt, en on willekeurig de uitdrukking van ontsteltenis, het ongeval Waardig, aanneemt. Deze uitdrukking kan in het bewustzijn worden opgenomen, en daar worden bewaard. Velen zullen zich van haar laatste bezoek Yvette Ouilbert herinneren, zooals zij, bij een liedje dat ze neurde, zat te naaien zonder eenig materiaal. Zooals ze een puntje likte aan het draadje, dat er niet was. het draadje wipte door het oogje van de ontbrekende naald, eerst er naast en toen erin, een zoompje legde in haar zakdoek, de afwezige spelden een voor een aan haar boezem stak, het draadje met haar tanden afbeet. In hoogste instantie, in de klassieke tragedie, herinnere men zich hoe bij de opvoering van Elek tra", Orestes met de bijl in de hand de treden vóór het paleis van Aigisthos opging, en hoe in deze gespannen figuur, in het zwijgend, vastberaden schrijden, reeds de daad, die worden ging, de moord, zich voor ons geestesoog voltrok. Al deze voorbeelden getuigen van dezelfde bewuste con centratie van den geheelen mensch op het moment", dat hij moet maken", opde bewogen heid, die hij schept. De leerling, die zijn oogenblik" vervult met de natuurlijkheid van het ballonkind, met de innigheid van Yvette Ouilbert, met de geladen heid van Orestes, is rijp voor de hoogste klasse, waarin zijn oogenblikken zich aaneenschakelen mogen tot een klein tooneel". Ik geloof, dat een einddiploma op grond van een dergelijke studie in de toekomst voor den tooneelWEER EEN NIEUWE BELASTING Teekening voor de Amsterdammer" door George van Raamdonck De huwelijkspenning. HET adres voor prima PARKETVLOEREN tegen sterk concurreerende prijzen is FRED.MEIJER, Amsterdam v. Baerlestraat 160 - Tel 25615 - Qev 1908 directeur meer waarde zal hebben, dan een praestatie" als Koningin Louise of Richard de Derde in zakformaat. Waarlijk, het is geen geringe bemiddeling" waar de Tooneelschool in onzen tijd voor staat. Hoeveel kan zij bijdragen tot den goeden geest in de tooneelwereld, tot den ernst en de waardig heid van het vak, dat kunstenaars vraagt, maar tot op zekere hoogte ook bekwame secondanten noodig heeft. Wanneer mettertijd alle oorzaken zullen worden blootgelegd waardoor het tooneel in Nederland, niettegenstaande een aantal superi eure vertooningen, den strijd: een veredeld tooneel te vestigen, heeft moeten opgeven, dan zal als een der ongelukkigste verschijnselen ge noemd worden de omstandigheid, dat een groot aantal tooneelspelers en speelsters, zonder de geringste voorbereiding de planken zijnopgeloopen en zich daar, faute de inieux, hebben weten te handhaven. Om hunnentwil moest het groote tooneel vaak een Lagere school worden, ten koste van het werk, dat met dit tijdroovend vallen- en opstaan niet werd gediend. En al zal nu onze Tooneelschool ik herhaal het met haar bezwaarlijke huis houding, nimmer beantwoorden aan het ideaal, dat elke tooneelmees ter voor zich anders zou s tellen, de hoop, dat er nog eens een tijd z?l komen waarin de directies bij hetengageeren van jonge krachten de voorkeur zullen geven aan haar oud-leerlingen, geven wij niet op. Dat er dan een keurcorps van flink geschoolde aspiranten ter keuze mag staan, die het werk op het tooneel bevorderen, die zich daar onbezwaard als kunstenaars kunnen ont plooien en verder ontwikkelen. De geest op de school is een opbouwende. Dit geeft haar recht op een ieders welwillende belangstelling. TOP N A E F F Hotel DUIN EN DAAL CENTR. VERW. PRIVÉBADKAMER VASTE WASCHVAFELS

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl