Historisch Archief 1877-1940
UUUR HIHLMLANLJ
de tempelplaats worden geweerd, (bldz. 171).
Dit was juist voorde Turksche revolutie van 1908.
Tegenwoordig hebben de Joden er toegang als de
Christenen. Maar, gelijk de schrijver terecht ver
meldt: orthodoxe Joden komen er uit godsdien
stige redenen niet.
Over de tijdrekening schrijft de schrijver het
volgende: De klok van den toren op de
Jaffapoort (tereere van den Duitschen keizer gebouwd,
maar nu weer weggebroken),wees 's middagsom half
n, half zeven. Men rekent te Jeruzalem volgens
de bijbelsche tijdrekening: wat wij 9 uur noemen is
daar de derde ure", 12 uur is dus de zesde ure,
het was dus om half een inderdaad : half zeven"
(bldz. 181).
? Zoo eenvoudig is de Tijd nu ook weer niet.
Men onderscheidt hier den tijd in Frandjie",
dat is Europeesch, wat meen ik de
Oosteuropeesche tijd is, en in Arabischen tijd. Zonsondergang is
twaalf uur Arabisch. Een klok met Arabischen
tijd moet dus iederen dag gelijkgezet worden.
Wijlen de toren op de Jaffapoort had twee klokken,
die elk een van de beide tijden aanwezen. Het
verschil was niet steeds zes uren. Het was, meen
ik, in den zomer grooter dan in den winter. Mis
schien kan een van de vele sterrekundigen onder
onze tallooze lezers de g.enzen van het verschil
aangeven. In enkele zér conservatieve Joodsche
gezinnen wordt nog de Arabische tijd gebruikt,
evenals in de Synagoge van de Amsterdamsche
Pekidien en Amarcalien.
De schrijver overschat Berseba. Het heeft nog
geen tweeduizend inwoners, (bldz. 182).
De schrijver zegt: (bldz. 199). De verhouding
tusschen de Joden en de Samaritanen is nog de
zelfde als in Jezus' dagen. (Johannes 8:48).
Deze plaats luidt: De Joden dan antwoordden en
zeiden tot hem: zeggen wij niet wel, dat gij een
Samaritaan zijt, en den duivel hebt."
Tegenwoordig komen de Joden en de Samari
tanen weinig met elkander in aanraking. Er zijn
in het geheel nog honderdzestig Samaritanen, ai?
allen wonen in Nablus, het ouce Sichem. Er woont
in Nablus slechts n Jood en wel een onderwijzer,
aie daar gezonden is door de Zionistische Organi
satie om de Samaritaansche kindertjes Hebreeuwsch
te leeren.
De cijfers, die de schrijver op bldz. 234 als de
officieele bevolkings-cijfers opgeefl, zijn niet de
officieele. Volgens de officieele telling zijn er meer
Joden dan Christenen in Palestina. En ons aller
Zionistische vrienden zijn er zeer trotsch op, dat
de Joden reeds het tweede element in het Heilige
Land zijn.
Slechts zeer enkele Mohammedanen sluiten hun
winkel op Vrijdag den geheelen dag. Alle Joodsche
winkels zijn des Zaterdags gesloten. De orthodoxen
sluiten op religieuze gronden en de nationalisten op
nationale gronden (bldz. 235).
Safed is niet meer een in meerderheid Joodsche
stad (bldz. 239) daar het aantal Joden er sinds den
oorlog met eenige duizenden is achteruitgegaan.
Sir Herbert Samtiel heeft in Mei 1921 niet
plotseling de Joodsche immigratie stop gezet
(bldz. 257) maar in verband met' onlusten in het
district van Jaffa, die zich over geheel Palestina
dreigden uit te breiden. Wat Prof. Obbink noemt:
Sarnuels anti-Joodsche rede" gehouden op 's
konings verjaardag in 1922 en de befaamde rede
van 3 Juni 1922" moet dezelfde redevoering zijn.
Want de koning is 3 Juni jarig, gelijk iedereen
heden, den 3den Juni, weet. Die redeneering is
niet gehouden in 1922, maar in 1921 na het stop
zetten van de immigratie.
Het is mij niet bekend, dat in 1923 een Com
missie werd benoemd om te onderzoeken hoe,
zonder de verklaring van Balfour te schenden, de
verplichtingen van Engeland ten aanzien van
Palestina kunnen worden beperkt, en voor de
Arabieren gerechtigheid kan worden gewaarborgd.
(bldz. 257). Misschien bedoelt de schrijver het
kleine comitévan Ministers, dat verleden jaar te
Londen heeft beraadslaagd over Engelana's poli
tiek in de Arabische landen van Azië.
Ik geloof, dat de schrijver den invloed van
Agudath Israël onderschat, maar ik zal daar
terwille van de onpartijdigheid niet op ingaan.
De Waad (bldz. 266) en de Council of the Jews
of Jeruzalem (bldz. 267) zijn hetzelfde lichaam
V
Er zijn twee woorden in het boek, die een
onaangenamen gevoelstoon hebben. Jodenkolonie (bldz.
265) _waar bedoeld is Joodsche kolonie" en
Jodenruzie (bldz. 268) waar bedoeld is ruzie onder
Joden. Natuurlijk bedoelt de schrijver het niet
kwaad. Ik ook niet.
Enkele drukfouten zijn blijven staan, waarvan
er ne een goed figuur zou maken in de verzame
ling van Prof. Freud.
Laten alle lezers van dit blad het boek van Prof.
Obbink koopen en die fout zoeken.
JACOB ISRAËL DE HAAN
1) Op bijbelschen bodem" door Prof. Dr.
H. Th. Obbink. Amsterdam. H. J. Paris 1924.
DE ITALIANEN NAAR DE CONFERENTIE TE LONDEN
Teekening voor de Amsterdammer" door Jordaan
Macdonald: Safety first l"
Boekbespreking
OEORG HERMANN. De nacht van Dr. Herzfeld.
Vert. van ALICE VAN NAHUYS. Amster
dam 1923. Em. Querido.
Sneeuw. Vert. van ALICE VAN NAHUYS.
Amsterdam 1923. Em. Querido.
Deze twee boeken vormen een eenheid. Dat
het eene boek vóór, en het andere tijdens den
oorlog speelt, is van Ondergeschikt belang.
In beide boeken gebeurt ongeveer niets. Uiterlijk
niet tenminste. In het eene vertelt Dr. Herzfeld
aan een vriend van hem, waarom hij zijn eigen
leven nutteloos vindt; in het andere denkt Dr.
Herzfeld gedurende een lange treinreis, over die
vraag na; in het eene komt hij tot voor de poort
van den zelfmoord; in het andere gaat hij daartoe
over, al is het dan eigenlijk passief: hij laat zich
in de sneeuw doodvriezen.
Het noodlot van Dr. Herzfeld is de tragiek van
een mensch, die zijn eigen middelmatigheid
begrijpt, en voelt, dat hij aan die middelmatigheid
niet ontkomen kan. Men kan mij onmiddellijk
tegenwerpen, dat dit niet geheel waar kan zijn.
Iemand, die zich zijn middelmatigheid door en
door bewust is, moet iemand zijn, die zijn eigen
persoonlijkheid dóór heeft; en iemand, die zich
zelf zoo goed kent, kan geen middelmatigheid zijn.
Want de middelmatige bewijst juist zijn mediocri
teit, door te denken, dat hij meer is dan middel
matig. Goed; maar dan is de tragiek van Dr.
Herzfeld toch het gevoel van zijn vermeende
middelmatigheid, en zijn onmacht om aan dien
waan te ontstijgen. Zelfs met het rijke geestelijke
leven, waarvan hij blijk geeft; hij is, op rijperen
leeftijd gekomen, een beschadigde naar de ziel;
een van de wereld vervreemde, een eenzameling,
die alleen wat oude illusies en vergeelde herinne
ringen over heeft, en, meedoogenloos voor zich zelf,
Algem. Nederlandsclie
Automobiel Mij.
FRANKENSTHAA.T 37'83i, ?s-OKAVENHAOE
beredeneert, dat dit schamele bezit toch niet
genoeg is, om het levensgeschenk te blijven aan
vaarden.
Een merkwaardig boek. Merkwaardig, omdat
het, al gebeurt er ongeveer niets in, toch boeit.
Het verworden van deze verschrompelende ziel
is van een angstig-makende sensatie, vooral ook
om de schrille helderheid, waarmee Dr. Herzfeld
zijn eigen noodlot zich ziet voltrekken.
De oorlog, of liever de oorlogstijd, komt er
alleen accidenteel in voor. Dr. Herzfeld heeft zijn
noodlot in zich zelf; de omstandigheden versnellen
het proces alleen een beetje. Toch, wat er van het
leven in Duitschland tijdens den oorlog in voor
komt, bewijst de objectiviteit van den schrijver,
zijn nobelen ernst, zijn onbevangen standpunt.
HERMAN MIDDENDORP
VANNELLCSVARINAS
GOUDZEGEL
5O ets. per Pakje.
Il
Een aangename Bezuiniging
een HALF ONS vervangt
vele GOEDE SIQAREN,
II