Historisch Archief 1877-1940
No. 2455
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
21
SCHILDERKUNST-KRONIEK
ONZE KOLONIËN: Z. W. CELEBES
Teekening voor de Amsterdammer" door J. G. Si
HOLLANDSCHE KUNSTENAARSKRING (NABE
SCHOUWING).
Drie schilderijen van Breitner, de Dam met de
witte paarden, een naakt, en een zich ontkleedende
vrouw (alle drie uit de verzameling Maks) her
inneren ons aan wat we in Breitner verloren: een
natuurlijk, hartstochtelijk schilder, dikwijls van
zware zekerheid, vergeleken met de hem vooraf
gaande Hagenaars. Er is een merkwaardige
afstand tusschen hem en de schilders uit de ver
zameling Rosenberg. Maar hoe vreemd deze ook
staan tegenover den Hollander, hoe
frisch-enkelvoudig soms hun kleuren zijn in de wat monotone
voorstellingen, toch kent ge ook hier de beste
dadelijk aan de essentieele eigenschap, leven in de
kleur, en persoonlijkheid in dat leven: Braque
(l en 3), Severini (25) en Picasso, om zijn
teekeningen, vallen op; er is in allen iets van de Intelli
gentie, maar een die haar bloesem niet verloor.
De beeldhouwer van de groep der Belgen is
E. Wijnants. Hij is het beste in de portretten; in
een enkele romp (41, 43, 48, 52, 53). Als schilder
zijn Paul Joostens te noemen om een Charitas,
Gustave de Smet om het Roode Huis, Masereel
om zijn Werklui, terwijl Servaes zwak is.
Dan komen de Hollanders. Van Elsa Berg noem
, ik alleen het slapend kindje (84), van Van
Blaaderen is, als dikwijls, de teekening (91) het innigst;
van de schilderijen de No. 88 en 89 te loven.
Colnot zond twee stillevens, Essers een houtsnee;
Martinez zag ik wel straffer dan in zijn zelfportret.
Polet's Arbeider (in lavabazalt) is een werk, zóó
is Schuhmacher's Corsikaansche (124) en zijn
landschap (een teekening), No. 127).
Jan Sluyters is koeler-gewoon dan we hem
kennen en niet altijd is het schilderij een onbreekbre
eenheid; partijen doen, met andere woorden, meer
aan, dan het werk als geheel. Toch is een portret
van Musch een sterk-getypeerde mensch; de
kleine Piëta vertoont hoedanigheden in den kop
an den Christus etc. Charley Toorop 's drie
drogenaalden hebben het sterke leven, dat in al haar
figuren openbaar is; Veldheer zeilt een nieuwen,
een laten nieuwen koers, die hem nog niet gewis is.
Piet Wiegman is psychologisch en sterk in een
kinderportret (het roode); Wolter vol stemming
in de Amstel (159)
De Hollandsche Kunstenaarskring is, ook door
deze tentoonstelling, weer gebleken, een der nood
zakelijke vereenigingen in Holland. Er zijn er
niet veel; de Kring is er zeker n. Het is daarom,
dat ik met nadruk er op wou wijzen, dat de leden
daarvan volop bewust moeten blijven; en dat geen
enkele toegevendheid hun past. Geen enkele. En
ik wil nog niet zeggen, dat zij toegevend zijn gewor
den, maar ik wil evenmin ontkennen, dat er spo
ren van toegevendheid hier te vinden zijn. En dat
is al een gevaar!
HET KINDERPORTRET (NABESCHOUWING) IN HET
GEMEENTEMUSEUM, DEN HAAG.
De psychologische groepeeringen beheerschen
de historische feiten niet alleen; ze zijn het
essentieele in de beschouwing der kunsten. In de
schilderkunst erkent ge twee groepen als hoofd
groepen, gevolgen van bepaalde psychologische
toestanden: realisme en romantiek. Deze hebben
uitloopers, verzwakkingen, toppunten,
idealiseeringen dat geeft het zich immer schakeerend
genot aan den bezigen beschouwer; daar-in ver
meit hij zich steeds. Psychologisch inzicht gaat
ook daarin boven zoo geheeten historische groe
peering, omdat het psychologisch inzicht de
menschelijke waarden, tot kunst geworden, con
stateert, de blijvende dingen dus vaststelt. Dit
als een kort theoretisch voorwoord.
Het spreekt vanzelf, dat op een tentoonstelling
'die over betrekkelijk langen tijd een overzicht
geeft, ge van al deze dingen iets vond. Ik zal in
deze nabeschouwing echter kort zijn, en alleen
enkele hoofdzaken constateeren. Ten eerste
waren de modernen slecht vertegenwoordigd en
onvoldoende gehangen. Alleen al de achtergrond
deugde niet. Toorop was niet krachtig vertegen
woordigd; van Konijnenburg slechts door n werk,
dat hier te noemen is, het kinderportret. Beter
waren de Impressionisten te zien, ofschoon Tholen
sterker had kunnen zijn, en Suze Robertson
edeler psychologisch bestaat. J. Maris had den
vioolspelenden jongen, een kinderportretje, Thijs
Maris een subtiel meisje, Mauve een verfijnd werk,
Willem de Zwart het gul-geschilderde meisje
van der Weele, Een mondaniteit, wien het wufte
was ontnomen, zaagt ge in Kamerlingh Onnes'
Jongen; Reuter was huiselijk. Zonder verder te
rangschikken was te noemen van deze
tentoonSOPPENG
Iets ten zuiden van het meer Tempéligt het staat
je Soppeng, bekend om zijn rijke sawah's, waardoor
het niet ten onrechte vaak de graanschuur
van Z. W. Celebes genoemd werd, maar niet minder
om de stoute roovers, die het eertijds bevolkt zou
den hebben.
Volgens een oud Boegineesch gezegde toch vindt
men n.l. in Wadjo de beste zeelui en eerlijkste
handelslui, in Boni de beste tuiniers en in Goa de
dapperste krijgers, doch in Soppeng de stoutste
roovers.
Of dit laatste nu niet een beetje sterk overdreven
is, ik vermoed haast van wel, want gedurende het
tweetal jaren.dat ik het voorrecht had in Wattang
Soppeng de hoofdplaats van dit staatje te
wonen, heb ik nimmer iets gemerkt dat op sterk
geprononceerde zucht tot rooven bij dit volk wees
en bewaart integendeel mijn hart de aangenaam
ste herinneringen aan dit volk en zijn schoone
land, dat ik indertijd met zekeren weemoed vaarwel
zegde, toen mijn tijd om naar Holland terug te
keeren was aangebroken.
De teekening geeft weer de salo ( = rivier)
Soppeng met rechts het duizendjarig en tientallen
meters dikke koraalrif, waarover later weer lava
vloeide, dat gedurende enkele jaren het militaire
bivak te Wattang-Soppeng droeg. Primitief in
hooge mate was dit bivak: een
prikkeldraadomheining, waarbinnen enkele van bamboe en
atap opgetrokken gebouwtjes. Ook de woningen
der officieren, alhoewel iets geriefelijker ingericht,
waren niet veel beter dan de barakken der solda"
ten. Maar hoe kon dit ook anders? Over behoorlijk
bouwmateriaal werd niet beschikt en de bouwmees
ters waren slechts eenvoudige Soendaneesche
fuseliers.
Die salo Soppeng, in het droge tijdperk een vrij
onaanzienlijk bergstroompje, welks water op som
mige punten slechts moeizaam zijn weg scheen te
zoeken tusschen de hoog opgestapelde rolsteenen,
kon in het natte jaargetijde soms geweldig spoken.
Dan vulde haar bruine troebele water de geheele
vallei, welke zij zich in den loop der jaren
haduitgeschuurd en razend en tierend als een ongetemde
feeks, kon zij dan in enkele minuten de schoone
bruggen vernielen, wier bouw ons niet
vakkundigen niet alleen veel hoofdbrekens, doch ook
dagen van ingespannen arbeid gekost had en dan
wel op zulk een grondige wijze, dat men, met een
kleinen variant op Multatuli, vaak kon zeggen:
Wijs mij de plaats, waar ik mijn brug gebouwd
heb".
Op zulke tijden, wanneer dagen en nachten
lang uit loodgrijze wolken de regen naar omlaag
gudste, de stormwind onze armzalige huisjes heen
en weer zwiepte en alles vochtig en kil was, kon
het in ons anders zoo vroolijke en zonnige bivak
wel eens triestig zijn, doch gelukkig duurden
dergelijke beproevingen nooit zoo erg lang.
J. G. S I N I A
stelling: Bautz' niet te levensvolle romantiek;
Baby van den Berg; de Bloeme; Blommers'
natuurlijkheid, een uitmuntende ter Bosch,
Breitner's meisje, Der Kinderen, Haverman's
meisje, Wim van Isaa'c Israëls (geestig); de
Josselin de Jong's meisje met de blauwe oogen,
Mankes, Monnickendam; Nibbrig's onopgesmukt
heid; Albert Roelofs; Therèse Schwartze door haar
vader; Jan van Scorel, Serton, Sluyters, Charley,
Toorop's indringende psychologische notities,
Vermeer (hier en daar wel wat verknoeid)
Verster's forsche kleur, Veth's Meisje, de twee
Wiegman's (Piet sterk in zijn boerekind),
Wittenberg's baby
Er was daarnaast te veel weeke romantiek van
't allooi der ten hemel glijdend-starende oogen.
De tentoonstelling liet dus te wenschen over,
maar niettegenstaande was zij een te loven op
zet. Gevoegelijk kan zij echter gevolgd worden
door een van het moderne portret. Dat krijge eens
zijn beurt.
PLASSCHAERT
Kunstzaal De Rietvink"
J. A. A. M. VAN ES,
WASSENAAR
Permanente tentoonstelling van schilderijen.
ZIN EN ONZIN
door Dr. v. B.
Alle waarheid is cyclisch; de cirkel zelf is het
symbool der hoogste wijsheid.
Wanneer aan iemand onbewust het verschil
tusschen bewust en onbewust bewust is geworden,
is hem zijn onbewuste rust tot bewuste onrust
geworden.
Als iemand een ander klaren wijn schenkt,
smaakt die gewoonlijk naar de kurk.
Gelukkig, dat men een waarheid als een koe
niet op het bekende goudschaaltje behoeft te
wegen.
Nodorl. Munt
Hollmnd* b«mto IO oont» m la»* f