Historisch Archief 1877-1940
No. 2456
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
19
DE GECONSOLIDEERDE
HOL
LANDSCHE PETROLEUM
COMPAGNIE
De buitengewoon gunstige verwachtingen,
die men in den aanvang van het loopende jaar
omtrent het door de Geconsolideerde Hollandsche
Petroleum Compagnie over 1923 uit te keeren
dividend had gekoesterd, zijn niet in vervulling
gegaan. De meening, dat de Astra Romana het
vorige jaar schitterende resultaten zou hebben
verkregen en dientengevolge een bijzonder hoog
dividend zou kunnen uitkeeren, waardoor ook
de Geconsolideerde Hollandsche in staat zou zijn
hare aandeelhouders met een extra gunstige uit
keering te verblijden, had een sterke koersverhef
fing voor de aandeelen ten gevolge gehad. De
onderstelling, dat de Geconsolideerde Hollandsche
tot een hooge uitkeering in staat zou zijn, klonk
vooral daarom niet onwaarschijnlijk, omdat het
vorige jaar een buitengewone reserve van / 950.000
"gecreëerd was, welk bedrag een volgend jaar aan
de tot verdeeling bestemde winst zou kunnen
Worden toegevoegd. Dat dit thans nog niet kon
geschieden, moet worden toegeschreven aan de
omstandigheid, dat de Astra Romana haar
diyidenduitkeering van 100 pCt. (in Roemeensche
Lei) deed vergezeld gaan van een emissie van
Lei 225.000.000 aandeelen a pari, waardoor het
kapitaal van de dochtermaatschappij der Gecon
solideerde Hollandsche met 50 pCt. werd verhoogd
en aldus van Lei 450 millioen op Lei 675 millioen
gebracht. Aandeelhouders hadden bij deze uit
gifte recht van voorkeur en wel in verhouding
van n nieuw aandeel op twee oude aandeelen.
Nu dient hierbij wel in het oog te worden ge
houden, dat een dividend van 100 pCt. nog niet
dadelijk een uitkeering van Lei 500 per aandeel
van Lei 500 beteekent. Immers bedraagt de uit
keering na aftrek der Roemeensche belasting
slechts Lei 388.12J per aandeel van Lei 500, het
geen beteekent, dat aan belasting alleen 22 3/8 pCt.
van het dividend afgaat. Een houder van 2 aan
deelen Astra Romana, die van zijn recht van voor
keur gebruik maakt en zijn beide dividend
bewijzen in betaling geeft, ontvangt daarvoor dus
n nieuw aandeel van Lei 500 benevens Lei 276.25
in contanten, hetgeen bij den tegenwoordigen
Leikoers iets meer dan ?3.?uitmaakt.
Hieruit volgt reeds, dat de hooge uitkeeringen
der Astra Romana inderdaad veel minder
beteekeren dan men oppervlakkig zou meenen. Waar
verderde Geconsolideerde Hollandsche erom be
grijpelijke redenen prijs op stelt de controle over
de Astra Romana te behouden, is zij wel verplicht
op de nieuwe uitgifte van aandeelen in te schrijven,
zoodat zij op hare Lei 282.004.000 aanaeclen
Astra Romana, die zij voor de emissie bezat, be
trekkelijk slechts een klein bedrag contanten ont
ving, n.l. ?1.119.864. De Geconsolideerde heeft
zich dientengevolge opnieuw genoodzaakt gezien
een belangrijk bedrag, n.l. ?2.050.000, uit de
winst over 1923 in het bedrijf te houoen en dit
op de het vorige jaar gevormde buitengewone
reserve over te boeken, waardoor deze reserve
tot ?3.000.000 is gestegen. Op aandeelen Gecon
solideerde Hollandsche kon aldus niet meer dan
5& pCt. dividend worden uitgekeerd, hetgeen
voor de Certificaten A, welke ter beurze verhan
deld worden, een uitkeering van ? 54.?beteekent,
daar deze eerst 5 pCt. en daarna 90 pCt. van het
restant ontvangen, onder aftrek van l pCt.
administratieloon.
Voor een groote uitkeering zou de Geconsoli
deerde eveneens tot uitgifte van nieuwe aandeelen
hebben moeten overgaan, doch met het oog op
de minder gunstige ontwikkeling der toestanden
in Roemenie, speciaal op het gebied der wet
geving, achtte het bestuur zich daartoe toen
niet verantwoord. In de eerste plaats toch
is daar na aanneming van het principe tot
nationaliseering van den ondergrond groote on
zekerheid teweeggebracht door een, zij het tijde
lijke schorsing van boorvergunningen op nog niet
geëxploreerde of geëxploiteerde terreinen, alsmede
door de bepaling, dat slechts verkregen rechten
geëerbiedigd zouden worden, indien deze in
overeenstemming zouden zijn met de bepalingen
van een nieuwe, nog te ontwerpen mijnwet,
waarin het bedoelde nationalisatie-principe zal
zijn verwerkt. De Roemeensche
petroleuin-industrie wordt dus geheel in het onzekere gelaten wat
betreft h?re rechten in de toekomst. De sindsdien
verschenen ontwerp-mijnwet, die o.a. een
nationalisatie van de onder buitenlandsche controle
staande maatschappijen beoogt, doet verdere moei
lijkheden verwachten.
De mijnbelasting werd sinds December 1923
verdubbeld tot 2 pCt. der bruto ruwe olie-pro
ductie. Schijnbaar is deze verhooging van niet
zooveel beteekenis, maar wanneer men dit in
verband brengt met de overige lasten,waaraan
het Roemeensche petroleum-bedrijf onderworpen
is, dan valt daarop een geheel ander licht. Immers
moet ook de stookolie voor een prijs, ver beneden
den wereldmarktprijs, aan den Roemeenschen staat
geleverd worden voor de spoorwegen, hetgeen
feitelijk beteekent,dat de staateer, extra-belasting
van circa 300 Lei per ton ruwe olie van de
petroleummaatschappijen eischt. Verder is men nog
steeds verplicht vergunning voor uitvoer aan te
vragen. Neemt men bovendien in aanmerking, dat
een belangrijk deel van het in de Roemeensche
petroleum-industrie gestoken West-Europeeschc
kapitaal vóór den oorlog op goudbasis werd ge
fourneerd,dan is hetduiclelijk,datdit thans slechts
betrekkelijk geringe revenuen daarvan trekt, ook
al zijn de door de Roemeensche maatschappijen
in papieren Lei uitgekeerde dividenden oogen
schijnlijk nog zoo hoog.
Ten slotte moet er mede worden rekening ge
houden, dat kort geleden de wet op de
commercialisatie van de staatsbedrijven werd aangenomen,
waartegen in het belang van het in Roemeniëbe
legde West-Etiropeesche kapitaal krachtige pro
testen zijn ingebracht. Ook schijnt nog geenszins
het gevaar uitgesloten, dat het niet minder beden
kelijke ontwerp van een nieuwe mijnwet in weer
wil van eveneens krachtige protesten zal tot stand
komen. Alles noopt derhalve tot het inachtnemen
van de grootst mogelijke voorzichtigheid en zoo
is het ongetwijfeld volkomen verklaarbaar, dat
de Geconsolideerde Hollandsche onder die om
standigheden zich niet gerechtigd gevoelt tot
kapitaalsuitbreiding te besluiten en liever krach
tige reserves formeert ten einde aldus tegen kwade
tijden, zoo die mochten komen, volkomen op
gewassen te zijn.
De schadevergoeding voor de in 1916 tijdens de
Duitsche invasie aangerichte schade laat nog
steeds op zich wachten, zoodat van die zijde ook
nog maar steeds geen versterking der kasmiddelen
komt, niettegenstaande men die toch reeds lani^
had mogen verwachten.
Tegen het eind van het vorige jaar meende men
een begin van toenadering der Roemeensche re
geering ten opzichte van de petroleum-industrie
te mogen bespeuren door invoering van het z.g.
vrijhandelsysteem, waardoor een eind zou worden
gemaakt aan het vaststellen der binnenlandsche
maximum-prijzen van regeeringswege. In de prak
tijk is van de vrijheid op handelsgebied echter nog
niet veel terechtgekomen, hetgeen o.a. blijkt uit
het handhaven van den eisch tot levering van
stookolie aan de Roemeenschc spoorwegen.
Wat de financiëele resultaten der Astra Romana
aangaat, zoo heeft deze in 1923 na aftrek der
exploitatiekosten een winst behaald van 583 mill.
Lei, waarvan 87 mul. Lei voor afschrijvingen werd
aangewend. Het afschriivingsfonds is dienten
gevolge tot ruim 127 milï. Lei gestegen, De con
cessies, raffinaderijen enz. staan t.c bock vooi
505 mill. Lei, zoodat genoemd afschrijvingsfonds
circa 25 pCt. de/er boekwaarde uitmaakt. Uit het
restant der winst kon een dividend van 100 pCt.
op het kapitaal van 450 mill. Lei worden gede
clareerd.
De Geconsolideerde Holl. ontving uit hoofde
van dit dividend op haar aandeelenbezit Astra
Romana circa Lei 219 mill., welke berekend
tot den koers van ? 1.43|- een bate van
?3.146.768 opleverden, waarvan ?2.026.904 moet
dienen voor storting op de nieuwe aand. Astra
Romana, waarop door de Geconsolideerde wordt
ingeschreven. Deze storting weegt ongeveer op
tegen het bedrag, dat door de Geconsolideerde
aan hare buitengewone reserve wordt toegevoegd.
Het bezit aan aand. Astra Romana zal hierna
Lei 423.006.000 nominaal bedragen.
De reserves der Geconsolideerde Hollandsche
beloopen thans ruim ? 6.360.000, waarvan
?3.000.000 de buitengewone reserve vormt, welke
bestemd is later te worden uitgekeerd, indien de
toestanden voor de petroleum-industrie in Roe
meniëzoodanig zijn verbeterd, dat zulks volkomen
verantwoord is. Ongetwijfeld moet de door het
bestuurder Geconsolideerde Hollandsche gevolgde
politiek ten volle worden toegejuicht, want alleen
op deze wijze zal het de Astra Romana mogelijk
zijn in Roemeniëtegenover de regeering en de
concurrentie de sterks positie te blijven innemen,
welke zij tot dusverre bezat en kan de Geconsoli
deerde Hollandsche en daarmede indirect de
Koninklijke Ncdcrl. Petroleum Mij. het
zeggenschapoverditbelangrijke Roemeensche
petroleumbedrijf handhaven.
PAUL S A B E i.
DIERSTUDIE: HARPIJ-AREND
Teekening voor de Amsterdammer"
door H. Verstijnen
De volgster der mode
J. S. MEUWSEN, Hofl. A'DAM-R'DAM-DiN HAAI
DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND
H. H. te ': R. Duitscher zijnde, 3% jaar hier
werkzaam, 2 maanden getrouwd met Hollandsche
vrouw, ben ik door de z.g. malaise, welke door de
politieke toestanden in de wereld geroepen is, ge
noodzaakt mij ergens anders te vestigen. Mijn
innerlijke overtuiging laat mij niet toe naar
Duitschland terug te keeren, terwijl ik in mijn vak
betere kansen in Rusland denk te vinden. Kunt u
mij ook inlichtingen geven hoe ik het moet aanleggen
om een pas voor Sovjet-Rusland te krijgen?
h: Volgens ons door het Duitsche Consulaat hier
ter stede verstrekte inlichtingen moet U zich
daartoe, voorzien van al uw legitimatiepapieren,
Uw trouwacte en het geboortebewijs van uw
vrouw, vervoegen aan het Duitsche Consulaat
van uw woonplaats. Wanneer daar een en ander
in orde wordt bevonden, zal men U op dat
Consulaat aangeven welke stappen U doen moet
om een pas te krijgen en hoe U aan een
Russisch visum kunt komen.
OOKT FREDvI ROESKE
ZANDBLAD - SIGAREN 8 enIO ets