Historisch Archief 1877-1940
i,
l
UIT DEN GEMEENTERAAD
(nut teekeningen voor de Amsterdammer"
op de lei van Jantje)
Als onze voorvaderen een of ander wingewest
pacificeerden, brandden zij de dorpen plat en
joegen de bewoners over- de kling. Men kent
Muïtatuli's rustige rust". Ik zal niet zeggen dat
onze onderwijs-pacificeerders de openbare scholen
in brand steken en het personeel aan de beenen
ophangen. Onze zeden zijn milder. Men pompt ze
leeg de scholen en zet naast de onderwijzers,
die niet afvloeien, assistentjes. Het is even afdoend
als de pacificatie-methode van ons voorgeslacht.
Doch wat kan een eenigszins vrijzinnig stads
bestuur tegen dit alles doen, waar het de
landsregeerders zijn, die de wetten maken ? Wat de
gekken wijzen, hebben de heeren te prijzen.
En dies staat zelfs een roode wethouder on
machtig als het gaat om aanvragen van christe
lijke schoolvereenigingen om een gemeente
school. Hij kan alleen nagaan of aan alle formali
teiten is voldaan en aangezien een aanvraag om
een school je kunt in dit land gemakkelijker
van een gemeentebestuur een school krijgen dan
van je besten vriend een rijksdaalder leenen
honderd handteekeningen moet dragen van
menschen, die verklaren dat zij hun kinderen
naar de nieuwe school willen sturen, neemt hij
van die honderd aanvragers steekproeven om er
achter te komen of ze allen wel raszuiver zijn.
En ziet het bleek hem dat op een der vier aan
vragen, die dezen middag behandeld werden, niet
alle honde rd zuiver waren. Wat den zachttnoedigen
heer Douwes onmiddellijk zijn andere wang den
Raad deed toekeeren en hij stelde voor het niet
bij steekproeven te laten, doch alle honderd aan
den tand te. voelen. Zoodat het niet is uitgesloten
wat wethouder Polak ergens in de Y-polder
een oude kinderlooze juffrouw ontdekt, die
plechtiglijk haar handteekening heeft gezet onder de
verklaring, dat zij al haar ongeboren kinderen
naar de christelijke school zou zenden.
Er was een tegenstand in klaagtoon van Klaas
de Vriendje een juridisch gaatje meende gevonden
te hebben om aan den bouw te ontkomen en er
was gebrul en gebral van Doornbusch, die op de
tafel sloeg, zijn geknipte Danton-kop schudde
en net deed of hij niet begrijpen kon dat een
wethouder, geroepen om de wet te houden, niet
anders doen kan dan de wet uit te voeren. En op
zijn bekende ruzie-toon schreeuwde hij Eitje
Polak toe: waarom blijf je zitten als je dingen
moet doen tegen je sociaal-democratisch ge
weten in?"
Ja, dat is en blijft een gewetensvraag voor soci
aal-democratische wethouders. Waarom blijf je
in zoo'n geval zitten? Het is de laatste jaren onzen
rooden wethouders in alle toonaarden gevraagd
en op al die dringende vragen hadden zij steeds
maar n antwoord, en het was het welsprekendste
wat zij zeggen konden: zij bleven zitten waar zij
zaten, gedachtig aan het levende woord van
Mevrouw Mann: J'y suis j'y reste om jullie te
pesten !"
De ambtenaren van onderwijs gaan nu, als ieder
ander naarZandvoort is.de honderd
handteeekeningen onderzoeken. Het is een sport als een andere.
Mr. van Hettinga Tromp, directeur van het
Bureau voor Arbeidszaken heeft zijn ontslag
gevraagd omdat . . hij niet ge
noeg te doen had. Het duizelt je
even. Er zit iets Romeinsch in.
De Wethouder voor de Arbeids
zaken, de eenvoudige boekdruk
ker, bezit bij zijn andere vele
voortreffelijke deugden, ook die
van te zijn een harde werker en
als hij met zijn vriend Schilp
niet georganiseerd overlegt, be
hartigt hij de belangen van zijn
afdeeling heelemaal alleen, zoodat
de directeur vischt of biljart of een
kaartje legt. Gewoonlijk is het net
andersom. Vischt of biljart of
legt de wethouder een kaartje.
De heer van Hettinga Tromp
diende dus zijn ontslag in. Er is
nu groote deining onder de andere
hoofdambtenaren. Stel je voor dat
llditjeens epidemisch werd !
w Bij de voordracht de Koninklijke Hollandsche
jgLloyd met een dikke anderhalf millioen uit de
MEEREN-SCHOEISEL
BERNARD ELIAS.
51 LEIDSCHESTRÖAT A'DAM
Nierop, van Leeuwen, Caroli en zooveel anderen,
doch kindskinderen waren zij, vergeleken bij
den heer Overst, die de zaak vier maal principieel,
politiek, economisch, marxistisch, kapitalistisch,
nationalistisch, gemeentelijk en particulier be
schouwde en in tegenstelling tot zijn beroemde
collega Lisser, tot de slotsom kwam dat hier
gesteund moet worden met gemeentegeld. Wat
de Machtige" na dit alles nog te zeggen had, deed
aan als een bleeke pannekoek op een vutirroode
schotel en de Lloyd kan opnieuw'de vlag uit
steken. De tweede zilvervloot is binnen. Laat ons
hopen dat het een gouden zal zijn, die zij t huis vaart.
Er was een ietwat- doornige kwestie over
aardgemeentekas te steunen, kwamen al de financieele
scheepvaart-autoriteiten die den Raad telt los en
zegden hun zegje". Daar was de econoom
Lisser, evenknie der. Cassels en
Keynessen, die in een grondige
rede aan het gevoerde beleid der
Lloyd geen steek heel liet en het
belangeer 2700 gcëmployeerden
minder achtte dan dat van
Amstel's belastingbetalers, die
dan toch maar weer moesten
bloeden om dezet2700 proletariërs
te eten te gevcnf en[hij zocht met
een lantaarntje naar de soliditeit
der scheepvaartmaatschappij, die
volgens haarïeigent verklaring
feitelijk al failliet had moeten
zijn, omdat al l Juli gepasseerd
is en de toegezegde steun alleen
vóór dien datum effect zou
sorteeren.
Het was een meesterlijk betoog
van den grooten communistischen
redenaar, doch hoe vervaagde
dit alles, toen die andere speciali
teit, de heer Overst, de voordracht onder het nies
nam. Wij hadden vroeger specialiteit als Frits van
appelen. Er is in£den raad geen doorniger vrucht
dan de kruimige aardappel. Dokter Abrahams
heeft er eenige van zijn schoonste politieke kleeren
aan opgehaald, zoodat een zeker lichaamsdeel
te zien kwam en de Miranda zit steeds vol schram
men. Toch heeft de aardappel zijn volle liefde en
hij vertroetelt hem in tegenstelling met Cobden,
die indertijd voorstelde den ontdekker van den
aardappel te kielhalen, als de kerel toen nog ge
leefd had. Teneinde de koppige
aardaprelhandclaars te dwingen hun aardappelen goedkoop
te leveren, staan er nu vlak in hun buurt vermomde
gemeentelijke aardappeltentjes en de heer Jansen,
die zich^verre van lekker voelde, begreep zijn
burgerplicht in die mate, dat hij den gang naar het
Raadhuis getrotseerd had en het voor de winke
liers warm opnam en het leek een oogenblik alsof
de wethouder in een vroolijken keuken stond en van
alle kanten gebombardeerd werd.
Met zijn gewone welbespraaktheid, die het bijna
deed betreuren, dat hij niet zelf in staat is de
klanten der tentjes te bedienen, sloeg de Miranda er
zich door heen. Waarna de Raad, met de zon en
den wind in het hoofd, al de voordrachten tegen
het plafond wierp, B. en W. in zijn midden nam
en de" zaal
vacantie in
uithoste,
regelrecht" de goddelijke
BARBAROSSA