De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 12 juli pagina 3

12 juli 1924 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

Nö. 2456 'DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NÉERLA'ND . SPAN JE'S AANBOD OM ZIJN BEZITTINGEN IN MAROKKO TE RUILEN TEGEN GIBRALTAR ? , _ Teekening voor de Amsterdammer" door Joh. Braakensiek Spanje (vriendelijk): Willen wij niet eens van plaats verwisselen?" DE INTERNATIONALE PUZZLE Half Juli 1924. Alleen nog maar een ongeloofelijke mate van onverstand zou de aanstaande conferentie kunnen doen mislukken", heeft Lloyd George gezegd. Zou dat toch nog uitkomen? De gelukzalige spanning, waarin de wereld de aanstaande conferentie te Londen tegemoet zag, is niet weinig vergald. Er is dan ook reden, de geheele bespreking met mér twijfel tegemoet te zien, dan oorspronkelijk noodig scheen, 't Is nuttig, zich nu daarvan, nog vóór de conferentie, rekenschap te geven. Niet dat men toe zou moeten geven aan de sensationeele verontrusting en aan de zenuwach tige' achterdocht, waarmede het Londen-Parijs incident verscheidene kringen weer heeft bezield. Voor wie het tegelijk goed en onbevangen beoordeelen kan, wijst dit incident noch op kwade machinaties van welken kant ook, noch op onoverkomelijke meeningverschillen. Het is verstandig geweest van de leiders der publieke meening in de verschillende landen, de zaak als een kleinigheid, een onbeduidend misverstand, een vlieg op de zalf voor te stellen. En het is verstandig geweest van MacDonald, dit ook aanstonds door zijn bezoek aan Herriot te gaan onderstrepen. Doch dit alles neemt het gebeurde niet weg, en het neemt de oorzaken niet weg waardoor het heeft kunnen gebeuren, en waardoor nog zooveel gebeuren kan ! Want dit is het ongeluk kige van het incident, dat het wijst op een tamelijk schutterige manier van zaken doen, in verschil lende hoeken. Niet dat het ('s gebeurd, maar dat het heeft kunnen gebeuren, dwingt voor de toe komst de verwachtingen lager te stemmen. Het blijkt immers, dat het Foreign Office nog altijd beschikt over de wonderlijke non-chalance, waarmede de Engelsche staatkunde zoo vaak is gevoerd. Zeide niet de geschiedschrijver van het Empire, dat Qroot-Brittaniëblundered into it"? Het blijkt ook, dat democratische staatslieden nog onderhevig zijn aan een mate van gemoedelijkheid, waartegen bijkans geene mate van goede verstandhouding bestand is. Want niets bederft goede verhoudingen gemakke lijker, dan al te groote gemoedelijkheid. Sir Eyre Crowe, de permanente Engelsche staatssecretaris, is al wel eerder de exponent geweest van deze non-chalance van het Foreign Office. In Curzon's brieven aan Poincaréhad hij onvriendelijkheden jegens Frankrijk doen binnensluipen, die niet kwaad bedoeld waren, maar innige verbittering wekten. En Sir Eyre woont in een glazen huis. Lady Crowe's Duitsche nationaliteit heeft haren man tijdens den oorlog, zonder eigenlijken grond, in zijn eigen land het grootste deel van zijn invloed benomen. Nu wordt diezelfde toespeling natuurlijk weer in Frankrijk gemaakt. Voor de zooveelste maal heeft de Britsche taktiek den indruk van perfiditeit en geslepenheid gewekt, terwijl in waarheid niet die, maar een uiterst merkwaardige never-mindedness", de raadselachtige wendingen van die taktiek verklaart. Merkwaardig is daarbij alleen tevens, dat het resultaat veelal zeer gunstig voor Engeland uitvalt, maar dit is nu eenmaal de historische veine van het Britsche Rijk ! Had de permanente staatssecretaris van Buitenlandsche Zaken na 't opstellen van zijn nu ver maard memorandum met de denkbeelden van het Britsche Gouvernement omtrent de uitvoering van het Dawes-rapport, een der exemplaren met 't gebruikelijke ter informatie aan de Fransche regeering" gemerkt, de lucht ware helder gebleven. Nu is men te Parijs uit de lucht gevallen en werd de positie [van den heer Herriot verre van aangenaam, in de lucht hangend tusschen zijn eigen verbazing en de zenuwachtige kritiek van oppositie en van vrienden. Ook van zijn zijde is een fout begaan, die verder te duchten geeft. Hoe is het mogelijk, zóó weinig voorbereid met zóó weinig nauwkeurigheid, op een conferentie van 't uiterste belang in te gaan? Poincarémoge gelaboreerd hebben aan te groote preciesheid, ditmaal is het omgekeerde 't geval geweest. Er staan voor Frankrijk bij de beslissingen van Londen te groote belangen op het spel, om niet precies program, agenda en procedure van zulke eene bijeenkomst vooraf vast te stellen. De ervaring heeft nu wel geleerd hoezeer alle internationale arbeid in het honderd loopt, wanneer daarvoor van te voren niet tijdig gezorgd is. Het kan tenminste de deugd van de beroepsdiplomaten zijn, dat zij daarvoor zorgen; en 't wordt alleen een ondeugd, zoodra men er middelen in gaat vinden om het doel te saboteeren. De Londensche Conferentie wordt nu opgezet met een groot, waarschijnlijk te groot aantal menschen. Die kunnen alleen nuttig werk doen, nadat eerst een klein aantal menschen op de hoofdpunten duidelijk overeenstemming verkregen heeft. Het was een waan, het was een vergissing, dit in Chequers onvervuld te laten. En de leidende staatslieden doen wijs, nu nog te trachten vooraf het ontbrekende te herstellen. 't Is duidelijker dan ooit, dat alleen een weldoor dachte Engelsch-Fransche overeenstemming, den grondslag van een vlot verloopende conferentie kan bieden. Wanneer men zich daarop nog toelegt, en de gebeurtenissen van de laatste dagen wijzen er op, dan is nog op gunstig resultaat te hopen. Maar er is iets verloren. MacDonald's positie zoowel als die van Herriot, is verzwakt. Beiden bouwen op minder-vertrouwen; al staan zij dan niet anders tegenover elkaar. Wat bovendien Herriot's positie aangaat, wij wezen er op: het zal voor hem altijd lastiger Eénpersoons wit ijzeren ledikant met staaldraad matras f 14.75 zijn dan voor een conservatieven staatsman, cqncessie's te doen. Hij heeft immers bij velen in zijn eigen land in dit opzicht een vermoeden tegen zich. En in plaats van dit vermoeden te overwinnen, heeft hij 't nu metterdaad versterkt. Daarom is MacDonald hem ter hulpe geijld. Daarom is en wordt zoo energiek gestreefd, den onaangenamen indruk uit te wisschen. Maar dat gaat niet zoo gemakkelijk. En om al deze redenen is er, helaas, dus thans meer grond wat sceptisch te zijn, en aan hoop te vermeerderen, wat aan vertrouwen wordt ingeboet. Het streven van de aankomende weken zal dus zijn een accoord omtrent de uitvoering van het Dawes-rapport te ontwerpen, en tot stand te bren gen. Een accoord, dat de geallieeerden vereenigt, en ook door Duitschland wordt aanvaard. De Britsche regeering heeft daarvoor weer het idee van een protokol" naar voren gebracht, dat de technische bijzonderheden zal moeten regelen. De juiste stelling zal zijn, dat dit protokol geen wijziging van het vredestractaat beteekent, doch uitvoering van de daarin voorkomende verplichtingen. Uitvoering, waarvoor dan ook van zelf de thans genomen militaire economische sanctie-maatregelen zullen zwichten. Tot zooverre is de constructie logisch en duidelijk. Over de verdere consequentie's schijnt moeilijker een stemmigheid te bereiken. En toch is ook daar de figuur duidelijk. Wanneer de tenuitvoerlegging: van het Dawes-rapport door Duitschland, naleving der verplichtingen van het vredesverdrag is,. zou later een, onverhoopte, stopzetting van die tenuitvoerlegging door Duitschland, een stop zetting van de naleving van het vredestractaat zijn. Nimmer zal Frankrijk het recht opgeven, dat 't zich geassumeerd heeft: in zoo'n geval desnoods tot individueele sanctie's over te gaan, en de daar toe noodige constateeringen aan de Commissie van Herstel, en geen ander orgaan, te vragen. Iets geheel anders evenwel zuilen, praktisch gesproken, de gevallen zijn waarin Duitschland niet de tenuitvoerlegging van het rapport ter zijde stelt, doch zich in die tenuitvoerlegging moeilijk heden, of meeningsverschillen, voordoen. Het is een van de verdiensten van het Rapport, voor die gevallen grootendeels automatische voorzie ningen te treffen. Maar het zou van Frankrijk's zijde geen rechtsoffer zijn, waar noodig daarbij een bijzondere Commissie van Beoordeeling, en op rechtskwestie's een internationale rechtspraak te aanvaarden. Op dien grondslag kan men de overeenstemming tusschen Engeland en Frankrijk zien aanbreken; voor Duitschland een aannemelijke regeling tot stand komen. En op dien grondslag alleen zal Frankrijk Engeland's toezegging van eventueele sanctie's kunnen krijgen. Want de Engelsche stem ming is duidelijk deze: wel te willen meewerken om Duitschland tot naleving van zijn verplich tingen te dwingen, maar onder de conditie, dat de wanpraestatie op faire en objectieve wijze wordt vastgesteld. Dit alles is nog niet zoo gemakkelijk tusschen de regeeringen te regelen, als het den couranten lezer duidelijk voor oogen staat. Maar de weg is toch duidelijk, en MacDonald's overtocht naar Parijs heeft dit nog duidelijker gemaakt. In Duitschland wacht men af. Het Protokol"plan begroet men met voldoening. Maar de re serves" nemen toe. Economen noemen de eischen van het Rapport te zwaar. Beieren wil het vraagstuk van de Schuld van den oorlog" opnieuw aan de orde gesteld zien. Misschien dat ook in deze opzichten Mac Donald's tocht kalmeerend heeft gewerkt. BRANDARIS Tentoonstelling van werken door GERM DE JONG Vin 5 tot 28 Jjll Dagelijks ook des Zondags geopend KUNSTZAAL VAN LIER naast het Postkantoor te LAREN (N.-H.)

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl