Historisch Archief 1877-1940
DB AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2456
AMSTERDAMSCHE BIJZONDER
HEDEN VII
FELIX MERITIS.
Meer dan eens werd mij gevraagd, wat toch de
spreuk beteekent in den gevel van het statige
gebouw, dat met zijn klassieken gevel de
Keizersracht bij de Beerenstraat siert en dat den
voorijganger onmiddellijk moet opvallen, ook omdat
het met zijn forsche lijnen het verloop der kleinere
en smallere huizen daar ter plaatse geheel ver
breekt. De vraag zou vijftig jaren geleden nog
niet zijn gedaan; toen was Felix Meritis misschien
niet meer in vollen bloei, maar dan toch nog
in wezen als een der nuttigste instellingen der
hoofdstad. Thans staat het gebouw er nog wel en
de gevel althans is nog ongerept, maar de ziel is uit
het oude huis gevaren; hoogstens kan men zeggen,
dat het thans nog nuttig wordt gebruikt.
Felix Meritis dagteekent uit de tweede helft
der achttiende eeuw.- Het was de tijd van het
bloeiende rationalisme, toen de menschelijke rede
ten grondslag werd gelegd aan het denken en toen
de periode der onvoorwaardelijk aanvaarde traditie
voor goed voorbij was. Men ging onderzoeken
«n kritiseeren alles wat bestond en wat van ouds
.?ook recht van bestaan had gehad. Zoo ontstond
«enerzijds een streven naar staatkundige en maat
schappelijke vernieuwing, aan den anderen kant
een verfijnde methode van wetenschappelijk onder
zoek. Vooral de natuurwetenschappen mochten
zich in de groote belangstelling der ontwikkelde
en zich nog steeds meer ontwikkelende burgerij
verheugen. De vermogenden hadden hun natuur
kundige kabinetten; kleine musea werden aan
gelegd van naturalia van allerlei aard; natuur
kundige proeven trokken de algemeene aandacht.
Dat onderzoek werkte ook suggestief op de andere
wetenschappen. Van zelf zocht men aansluiting
bij geestverwanten en gelijkgezinden. Zoo ontstaan
in de tweede helft der achttiende eeuw de groote
wetenschappelijke genootschappen, die nog steeds
bestaan en in menig opzicht nuttig werkzaam
zijn. De Hollandsche Maatschappij der Weten
schappen, de Maatschappij der Nederlandsche
Letterkunde, het Bataafsch Genootschap voor
Proefondervindelijke Wijsbegeerte, de provinciale
genootschappen in Zeeland en in Utrecht, Teylers
Genootschap, op eenigszins ander gebied de
Maatschappij tot Nut van 't Algemeen zij alle
dateeren van de periode, toen er een streven tot
hervorming en vernieuwing streek over de geheele
maatschappij.
In die dagen is ook de maatschappij Felix Meritis
gesticht. De grondlegger van het genootschap was
de werktuigkundige Willem Writs. Hij was van
beroep uurwerkmaker, maar bezat in Amsterdam
een reputatie, die ver uitging boven die van de
meeste van zijn vakgenooten. Hij blijkt een man
van invloed te zijn geweest in zijn dagen; dat van
hem de poging om een nieuw genootschap te
stichten kon uitgaan en ook slagen, bewijst dat
ten volle. In 1771 dan riep Writs een aantal man
nen bij elkander uit den deftigen burgerstand",
zooals het toen heette, om een vereeniging te
stichten; de vereeniging zou op geregelde tijden
vergaderingen houden, met het doel elkander
te onderhouden over zoodanige kunsten en weten
schappen, als ter bevordering van het nut en den
bloei der burgerlijke samenleving van den meesten
dienst zouden geacht worden". Op dezen grond
slag werd door een veertigtal Amsterdamsche bur
gers een genootschap gesticht, dat den fieren
naam Felix Meritis" (gelukkig door verdiensten)
aannam.
De bijeenkomsten werden eerst gehouden in
een gehuurd lokaal aan de Leliegracht bij de Prin
sengracht, Maar het aantal leden nam weldra toe
en men moest naar ruimer lokaliteiten omzien.
Daarom verhuisde Felix Meritis na eenige jaren
naar een gebouw op den Fluweelen Burgwal
(Oude Zijds Voorburgwal) bij het Athenaeum;
dat was in 1781. Maar ook hier groeide het genoot
schap snel in ledental, zoodat de gedachte kon
rijpen aan een eigen gebouw, speciaal bestemd en
gebouwd voor de eigenaardige eischen van de
werkzaamheid van het genootschap. Die gedachte
werd verwezenlijkt in 1786. Aan de Keizersgracht bij
de Beerenstraat werden eenige burgerhuizen aan
gekocht; daar zou het vereenigingsgebouw kunnen
verrijzen. Een prijsvraag werd uitgeschreven;
bekroond werd het ontwerp van Jacob Otto Husly,
dat in den klassieken stijl van die dagen was ge
houden. Op een zwaar basement rusten vier
korinthische halfzuilen, die een kap dragen, waarin
het blasoen der maatschappij was aangebracht,
een in een ronde lijst gevatte bijenkorf, gedekt
door den Mercuriushoed en geflankeerd door koren
aren, een slangenstaf en een hoorn des overvloeds.
De gevel is geheel in natuursteen opgetrokken
en heeft daardoor bij alle statigheid iets
koelgereserveerds.
De eerste steen werd gelegd den 7 Juli 1787;
den 31 October en l November 1788 werd het
gebouw ingewijd.
Ongetwijfeld hebben de politieke tijdsomstan
digheden ??? het einde der patriottenbeweging en
de restauratie van Willem V valt juist tusschen
de beide data misschien den bouw, maar stellig
wel de inwijding vertraagd. Die inwijding geeft een
duidelijk beeld van de veelzijdige werkzaamheid
van het genootschap. Feestredenaar was de be
roemde hoogleeraar in de wiskundige vakken
aan het athenaeum, Van Swinden. Daarna werd
de af deeling koophandel geopend door
Wachtendorp Eckman, de afdeeling natuurkunde door den
hoogleeraar Andreas Bonn, de afdeeling kunst en
letterkunde door den hoogleeraar Cras. Slechts
een enkele schaduw lag over de plechtigheid; de
stichter van Felix Meritis,
de verdienstelijke Willem
Writs, had haar niet meer
mogen beleven; hij was
6 October 1786, dus nog
vóór de rste-steenlegging,
gestorven.
Felix Meritis stelde zich
dus de beoefening van
kunsten en wetenschappen
ten doel in den ruimsten
zin. Aan die bedoeling was
de inrichting van het ge
bouwgeheel aangepast. Om
met het voornaamste te
beginnen, door het voor
gebouw kwam men door
een Dorische poort in de
groote muziekzaal. Zij was
ovaal van vorm, wat men
zeker betrekkelijk zelden
van een concertzaal ziet;
maar hier was de be
doeling van den ontwerper
zoo goed tot uitvoering ge
komen, dat deze zaal altijd
zeer is geroemd om haar
akoustiek; de concertzaal
van Felix Meritis is altijd
als een mode' geprezen.
Le muziekuitvoeringen van
Felix Meritis waren lange jaren zeer gezocht en be
roemd; de beroemdste artisten vanbinnen-en buiten
land traden .lier op; het was het Concertgebouw van
onze vaderen. Het spreekt van zelf, dat deze uit
gezochte zaal ook nog voor andere doeleinden werd
gebruikt. Er werden natuurkundige voordrachten
gegeven met proeven, die zeer in den smaak vielen
van het toenmalige publiek.
Min of meer verband daarmede hield ook het
feit, dat het dak ^n den koepel der groote zaal
was afgeplat en was ingericht voor steirekundig
observatorium; daar stond ook de windwijzer,
die door een samenstel vam tandraderen werkte
op een windroos in een der kamers, waar dus ieder
oogenblik de windrichting kon worden waargeno
men. Maar ook voor minder ernstiger, arbeid werd
de groote concertzaal gebruikt; daar werden bals
en andere feesten gegeven; zoo is het groote feest,
dat de stcid Amsterdam in October 1811 aan Keizer
Napoleon aanbood, in deze zaal gehouden.
Het spreekt van zelf, dat er tal van andere zalen
en kamers in het gebouw werden gevonden. De
voornaamste daarvan was de groote gehoorzaal
voor letterkunde, waar natuurlijk ook andere
voordrachten werden gehouden. Ook deze zaal
heeft lange jaren de keur van Amstels burgerij
vereenigd onder het gehoor van de corifeeën op
letterkundig en wetenschappelijk gebied. Het was
hier, dat Bilderdijk zijn beroemd en ontroerend
Afscheid voor een sterk bewogen gehoor heeft uit
gesproken. Behalve voordrachten organiseerde de
maatschappij ook tentoonstellingen van schilde
rijen en andere beeldende kunst; daaruit is een
klein kabinet van kunstwerken ontstaan, dat
OPTICIEN
ROTTERDAM, Hoofdsteeg 17 - Tel. 3343
UTRECHT, Nobelstraat 28 - Tel. 1063
Vraagt onze speciale glazen tegen hoofdpijn
mr ALLEEN VE R KOOP 1M
groote waarde had. Felix Meritis schreef bovendien
naar den geest des tijds prijsvragen uit; het or
ganiseerde cursussen over allerlei vakken en kunst
beschouwingen; het gaf ten slotte eigen publicatiën
uit.
Zoo is Felix Meritis tientallen van jaren het mid
delpunt geweest, waar honderden Amsterdammers
ontwikkeling en beschaving zochten en vonden.
Wij halen een getuigenis aan van een Franschman
uit het midden der negentiende eeuw: Deze
vereeniging, welke zich de beoefening van kunsten,
letteren en wetenschappen ten doel stelt, is als
het ware het verstandelijk middelpunt der rijke
stad Amsterdam. Zij is eene soort van doorluchtige
school, onder bescherming des Konings, waar ieder
lid eene volmaakte onafhankelijkheid behoudt.
Om in haar boezem te worden opgenomen, neemt
men genoegzaam dezelfde vormen in acht als bij
de Engelsche en Fransche kringen van dat slag.
De voorrechten schijijen mij echter veel ruimer
toe dan in laatstgenoemde kringen, vermits de
geest er genoegens vindt, die zelden in onze
vereenigingen worden gezocht en die men er dan ook
in ieder geval vruchteloos zou zoeken". En op
haar gouden feest dichtte Barend Küjn Bzn.:
De groote gehoorzaa! in Felix Meritis
Bleef deze maatschappij een reeks van vijftig
jaren
Door vrijheid, wetenschap en door de kunst
vereend,
De handel schiep dien roem en mogt den schat
bewaren,
Waardoor zij nog bestaat en zulk een glans
ontleent.
Gods zegen zij haar steun ! Hij kroon des
handelaars pogen.
En Felix Meritis blijve Amstels naam verhoogen.
Die wensch is een vrome wensch gebleven. Want
Felix Meritis begon na het midden der negentiende
eeuw zijn beteekenis te verliezen door de veranderde
tijdsomstandigheden. In de verzorging van de
belangen van kunsten en wetenschappen kwam
langzamerhand differentiatie en specialisatie;
een maatschappij, die alle wilde omvatten, geraakte
uit den tijd. Arti begon zich te ontwikkelen en
tentoonstellingen te organiseeren. In het Park
werden concerten gegeven, die ernstige concur
rentie aandeden. De gelegenheid om lezingen over
de meest uiteenloopende onderwerpen te hooren,
nam in Amsterdam ieder jaar toe. Daarbij kwam,
dat het zeer verbeterde onderwijs en vooral de
organisatie van het middelbaar onderwijs breede
kringen der maatschappij inlichtte over onder
werpen, waarbij de voorlichting van Felix Meritis
minder noodig werd. De natuurwetenschappen,
nog in de eerste helft der negentiende eeuw binnen
het bereik van ieder ontwikkeld man, breidden
zich zoo sterk uit, dat zij het contact met breede
kringen der burgerij wel moesten verliezen.
Zoo verloor Felix Meritis meer en meer de
een