De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 19 juli pagina 9

19 juli 1924 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND NIEUWE DUITSCHE BOEKEN ROBERT MUSIL Van de belofte, dat het expressionisme den innerlijken gloed wér zou brengen, die tegen het einde der vorige eeuw bijna geheel gedoofd scheen, is nog maar weinig in vervulling gegaan. Aan alle kanten storten op het oogenblik de kleurige kaartenhuisjes ineen. Maar toch, niet al dit nieuwe blijkt zulk een haastig opgetrokken revolutiebouw. Op den ach tergrond, die nu zichtbaar wordt, zijn enkele bouw meesters, rustig, maar met ingehouden hartstocht, aan het werk. Hun constructies zijn gedurfd. Dit ijle en hooge, dat te gelijk zoo stevig en massief is, met zijn scherpe kanten en gladde vlakken, toont duidelijk het harde, hoekige, expressionistische"materiaal. Maar ditmaal is het geen ge zichtsbedrog. Hoe beter men toeziet, des te duide lijker blijkt, dat dit alles goed is gef und amen teerd en dat de bouwstoffen ter dege zijn beproefd. En el stelliger wordt de overtuiging, dat hier iets blijvens tot stand komt. Onder deze stille, zelfstandige werkers valt de figuur van den Oostenrijker Alusil wel het meest op. Hij had reeds een belangrijk stuk werk achter zich toen de naam expressionisme nog moest worden uitgevonden. Maar hij gaat slechts zeer bedacht zaam voorwaarts; twee novelles vijf jaar na zijn eerste boek; niets in de tien volgende jaren, eindelijk, in 1921, een tooneelstuk en onlangs nog enkele novelles. 1) Robert Musil werd in 1880 geboren. Hij studeerde voor ingenieur en promoveerde later in de psycho logie. Een uitnoodiging om als privaat-docent in dat vak op te treden wees Hij van de hand. Het is nu bijna twintig jaar geleden, dat zijn eerste boek, Die Verwirrungen des Zöglings Törless", verscheen. Deze roman werd om zijn knappe zielkundige ontleding geprezen. Maar slechts weinigen hadden destijds oog voor de eigenlijke beteekenis van dit werk. Hier werd eindelijk de vlakke, kwasi-wetenschappelijke en volkomen doellooze ontrafeling der menschelijke psyche vervangen door een nieuwe kunst, voor welke de psychologie weer middel was tot een hoog geestelijk doel. Men heeft getracht den geest van het expres sionisme te omschrijven, maar wat een kunstenaar in zijn werk uit, kan op geen andere wijze worden weer gegeven. Hoogstens is het mogelijk verge lijkingen te maken. En dan vindt men in Musil's werk hél wat meer van den geest der vorige eeuw terug dan in dat der neo-klassieken, die het gewoonlijk slechts tot ziellopze imitatie brengen. Hier is traditie in den goeden zin van het woord. Uit de schoonste, woest roode en glanzend witte bloemen, die in het bijtend herfstgetij zijn uitgebloeid, heeft hij met zorg het kiemkrachtige zaad gewonnen. Strindberg's berustenden twijfel en bitteren dee moed, den blanken, zacht doorwaaiden schemer van Maeterlinck's droomen en iets van die verre on-westersche wereld, door Dostojewski's donkeren gloed verlicht, hél het verwarrend schoone erfdeel van een in lijden ondergaand geslacht, aanvaardt hij onbevreesd, wetend dat het zelfbedrog is te zeggen: van nu af begint een rustiger, zonniger leven. Musil beseft, dat de jongere generatie alleen kan trachten sterker te zijn en zijn strijdmiddelen doeltreffender te kiezen. En ofschoon dit persoon lijke element in zijn werk nergens aan de opper vlakte komt ook daarin is hij een goed expres sionist kan toch in al zijn boeken iets daarvan worden gevonden. Het minst in zijn novelles, die soms bijna klassiek zijn, het duidelijkst in Die Schwarmer". De hoofdpersoon uit dit tooneelstuk, de privaat docent Thomas, is een Törless op rijperen leeftijd. In het verhaal van Törless' ontwikkeling gaf Musil niet, zooals de meesten, die na hem een dergelijk onderwerp behandelden, den algemeenen opstand van de jeugd. Het feitenverloop is in dezen roman niets dan de uitbeelding van een innerlijk conflict, dat alleen Törless beleeft, terwijl zijn schoolmakkers, in dezelfde verwikke lingen betrokken, geheel anders denken en voelen. Toch kan dit boek evenmin een autobiografie Worden genoemd. Het geeft geen persoonlijke herinneringen weer, maar is de expressie van een levensbeschouwing, die boven de toevallige individueele ervaringen uitgaat. Die levensbeschouwing zal men in Musil's later werk steeds terugvinden, doch zij verdwijnt al meer, achter de eenheid der beeldende visie. Wat de jonge Törless met schade en schande moest leeren, weet Thomas reeds lang. Hij is in staat over de afgronden, die Törless deden duizelen, zóó vlug heen te stappen, dat hij alle gevaren kan ontgaan. Maar er komt toch ook in zijn leven weer een oogenblik, waarin hij den jeugdigen moed vindt om nog naar omlaag te zien. Hij heeft jaren lang degelijk werk gedaan en zal op voorspraak van zijn zwager, Josef, professor worden. Maar als hij weigert met dezen ver tegenwoordiger der middelmatigheid gemeene zaak te maken tegen den verloopen fantast, die hun beider huiselijk geluk bedreigt, komt het tot een conflict. Thomas wét dat zijn rivaal een bedrieger is, maar vindt het absurd de liefde van zijn vrouw terug te winnen met bewijsstukken van een detectiven-bureau. Tot Josef, die voor zulke unpassende Geistreicheleien" geen zintuig heeft, zegt hij: Du gehst auf einem ausgelegten Balkennetz ; es gibt aber Menschen, die von den dazwischen liegenden Löchern angezogen werden hinunterzublicken." En op diens repliek : Du bist zwischen den Krankan ein Angekrankelter", antwoordt hij: Ich meine, dasz man gegen Menschen wie dich um die Berechtiging kampfen musz, hie und da krank zu sein und die Welt aus der Horizontale zu sehn". Wanneer de verontwaardigde zwager dan dreigt, dat hij iemand met zulke opvattingen niet aan een professoraat kan helpen, valt Thomas eindelijk uit : Ich pfeife auch drauf. Verstehst du ich ? pfeif ? d ir drauf. Ich möchte mir das Gefülil bewaren, durch eine fremde Stadt zu gehn, in der ich noch ungeheure Möglichkeiten vor mir habe". In ditdialoogje en vooral in deze laatste woorden komt de geesteshouding van den schrijver duidelijk tot uiting; zijn moed om afgronden te peilen, en zijn verwachting dat de twijfelaar, die de ver wondering over het leven reeds heimelijk als een begin van geluk voelt, op zijn gevaarvollen tocht eenmaal het onuitsprekelijke zal vinden. Een beeld van den strijd terwille van verwikke lingen, die vorige generaties niet tot oplossing konden brengen, met als keerzijde de wonderlijke krachten, welke de behaalde overwinning in gevaar brengen, doch haar ten slotte bezegelen, heeft Musil thans gegeven in Die Portugiesin", een der verhalen uit zijn jongsten novellencyclus, Drei Frauen". Het is de strijd der heeren von Ketten tegen den erfvijand, den bisschop van Trente, een veete, die, zooals dat in de middeleeuwen zoo vaak gebeurde, blijft voortwoekeren zonder dat iemand nog weet hoe zij is ontstaan. De ridder, die deze taak ten einde zal brengen, heeft juist zijn jonge vrouw uit den vreemde naar zijn burcht geleid, wanneer de strijd opnieuw ontbrandt. Vele jaren blijft hij in het veld, zich slechts nu en dan enkele dagen rust gunnend.?Es begannsichdie Legende zu bilden, daszersich aus Hasz gegen den Bischof demTeufel verschrieben habe und ihn heimlich besuche, der in Gestalt einer schonen fremden Frau auf seiner Burg weilte. Der Herr von Ketten, als er das zum erstenmal hörte, wurde ganz dunkelgolden vor Freude". Eindelijk weet hij een gunstigen vrede af te dwin gen. Maar op Weg naar zijn burcht overvalt hem een sloopende ziekte. Verpleegd door zijn vrouw herstelt de ridder langzaam, maar hij mist nog de geestkracht om een ongewenschten gast, jeugd vriend en landgenoot der Portugeesche tot heen gaan te nopen. Een tijd lang blijft de verhouding twijfelachtig. Maar dan gebeurt er iets schijnbaar onbelangrijks, dat door hen drieën als beslissend voor hun leven wordt gevoeld. Na lang aarzelen stemmen de drie slotbewoners er eindelijk in toe, dat het zieke, vertroetelde katje wordtafgemaakt. Dien nacht verlaat de ridder de burcht om terug te keeren door het raam van het gastvertrek. dat hij slechts kon bereiken, na met levensgevaar en bovenmenschelijke inspanning den loodrechten rotswand te hebben beklommen. Hij heeft een dolk getrokken, maar het bed is ledig. Hij zoekt zijn vrouw en vindt haar alleen; de mededinger heeft het veld geruimd. ? Wenn Gott Mensch Werden konnte kann er auch Katze werden, sagte die Portugiesin, und er ha'tte ihr die Hand vor den Mund halten mussen, wegen der Gotteslasterung, aber sie wuszten, kein Laut davon drang aus diesen Mauern hinaus". t Er is in dit slot een neiging tot het bizarre, die Musil's kunst niet ten goede zon komen, indien zij tot genre werd. Maar ik geloof niet dat daar gevaar voor bestaat. Het prachtige, zuivermenschelijk verhaal, dat dezen bundel besluit, lijkt mij een waarborg, dat Musil nooit in de smakelooze geheimzinnigheid zal vervallen, die op het oogen blik bij het Duitsche publiek maar al te gewild is. Tonka is een eenvoudig Tsjechisch meisje, dat de geliefde wordt van een jong geleerde. Zij sterft tijdens haar zwangerschap in een ziekenhuis. Aan haar ontrouw kan, naar medisch oordeel, nauwe lijks worden getwijfeld. Dit brengt den jongen man, die zich vroeger weinig heeft afgevraagd wat Tonka eigenlijkvoelde of dacht, er toe, zich te herinneren hoe zij al dien tijd naast hem heeft geleefd. De kleine voorvallen uit dat verleden pleiten eer tegen dan vóór haar. Maar, nu zij zwijgend op den dood wacht, verliest de nuchtere schuldvraag meer en E. J. VAN SCHAICK MAKELAAR Korte Jansstraat 25"" - Utrecht WONINGBUREAU ASSURANTIES TELEFOON 125 meer haar beteekenis, om plaats te maken voor het veel ontzaggelijker raadsel: wie was deze vrouw, hoe leefde haar ziel achter de lippen, die niet hadden geleerd een gevoel onder woorden te brengen ? Steeds nijpender voelt de eenzame zijn onmacht, totdat hij na Tonka's dood, bij ingeving, beseft, dat het ongerijmde vertrouwen der redelooze liefde het hoogste goed is op aarde. Dan ziet hij nog slechts het naiè've gebaar en den lach, die niet liegen kan. Het is moeilijk hier niet aan Slavischen invloed te denken, maar van navolging is hier geen sprake, veeleer zou men aan rassenverwantschap kunnen gelooven. Minder wijd van perspectieven, maar klassieker, strakker van lijn en ongewoon helder van kleur is de. derde novelle. Hier keert een motief terug, dat de schrijver reeds in zijn novelle Vollendung der Liebe", uit den bundel Vereinigungen", heeft gebruikt en dat, meer op den achtergrond, ook op andere plaatsen in zijn werk is te vinden: de voorstelling van de ontrouw als de late vrucht eener liefde. Grigia is evenals Tonka een vrouw uit het volk. Ook zij komt als een noodlot in het veilige leven van den geciviliseerde. Wanneer de geoloog naar de bergen gaat om, in strijd met zijn voorzichtige natuur, deel te nemen aan een gewaagde, fantastische mijn exploitatie, is zijn vertrek eigenlijk reeds ontrouw tegenover de vrouw, die hij lief heeft. Wat die verandering in hem te weeg bracht, blijft een mysterie, dat terug keert aan het slot van het verhaal, wanneer Grigia's man de overspeligen in een grot heeft opgesloten. Als zij dan door honger en dorst tot het uiterste zijn verzwakt, vindt de jonge boerin toch nog een uitweg. Zij is plotseling verdwenen. De ander blijft achter. Er war in diesem Augenblick vielleicht schon zu schwach um ins Leben zurückzukehren, wollte nicht oder war ohnmachtig geworden." Tusschen twee peillooze afgronden verheft zich hier een rotsvaste werkelijkheid, helkleurig en met de bedwelmende geuren van bergweiden in zomerzon. Een visioen, uit nevelen opdoemend en daarin weer verzinkend. Lijn en kleur worden langzaam aan duidelijker en vervagen dan Weer, totdat men, als uit een droom ontwakend, staart in een wijde schemering, met het gevoel van een onverklaarbaar geluk. Dit kleine verhaal is wel het meest volmaakte, dat Musil tot nu toe heeft geschreven. CHR. DE GRAAFF 1) Van Robert Musil verschenen tot dusver: Die Verwirrungen des Zöglings Törless (FischerVerlag, Berlin, 1906). ^ Vereinigungen, (id. 1911). Die Schwarmer, (Sibyllen-Verlag,Dresden, 1921). Vinzenz und die Freundin bedeutender Manner, (Ernst Rowohlt-Verlag, Berlin). Drei Frauen, (id. 1924). VANDEWEEK Mensch Alom in den boekhandel ver krijgbaar en bij de uitgevers VAN HOLKEMA & WARENDORF AMSTERDAM h.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl