De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 26 juli pagina 11

26 juli 1924 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

No. 2458 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 11 KLEEDING VAN DE MAAND Teekening voor de Amsterdammer" door Ella Riemersma PAEDAGOGISGHE CONFERENTIE De vorige Week kwamen hier een honderdtal genoodigden uit alle deelen des lands bijeen in het gebouw der Burgerwacht, daartoe aangeboden door de Vereeniging voor Nationale .Volksopvoe ding, terwijl medegastheer was het Nutsseminarie voor Paedagogiek. Prof. Dr. Ph. Kohnstamm leidde de besprekingen,die totonderwerphadden: de kleuter-opvoeding (van 3?7 jaar), en totdoel: concentratie te brengen in de versplintering op paedagogisch terrein en een krachtig levende er varingswetenschap der paedagogiek voor te berei den, 't Was de eerste conferentie van dezen aard in ons land, deze bespreking van de fundamenteele vragen van het voorbereidend onderwijs"; zij was bijeengeroepen op instigatie van Mej. J. M. Telders en mag, dank zij hare krachtige medewerking, zeker geslaagd heeten. De deelnemers waren allen menschen uit de praktijk, hetzij, dat hun plaats in de school is, als hoofd, onderwijzeres of leidster, hetzij buiten de school, als toezicht op deze. Deze bijeenkomst was de neutrale zone, waar zij vrijuit met elkaar kon den spreken, als persoon tot persoon. Want er werd de nadruk op gelegd, dat niemand als verte genwoord iger(ster) van een of andere vak-organisa tie was genoodigd, maar dat elk hier voor zichzelf sprak, zonder mandaat, 't Was dan ook een echte Werkgemeenschap, deze studie-conferentie, waarop nagegaan werd, wat bereikt en bereikbaar is, maar ook wat de leemtes zijn en de wegen ter verbetering in de opvoeding tot zelfstandigheid en activiteit" voor den leeftijd van 3?7 jaren. Wat men, met een onjuist gebleken naam, het voorbereidend onderwijs" pleegt te noemen, ver heugt zich in een klimmende belangstelling. Nieuwe takken van wetenschap hebben hier een nog bijna onontgonnen gebied ontsloten, en de belangrijkste ontdekking is wel geweest, de groote beteekenis van de plasticiteit der kinderen op dezen leeftijd. Reeds de psychologie had. geleerd, dat niet meer alleen de puberteitsperiode als den eigenlijken leeftijd moet worden beschouwd, waarop de persoonlijkheid word t gevormd. Ook de psycho-analyse maakte uit, dat de periode van 3?7 jaar in geen enkel opzicht minder belangrijk is, en dat het beide tijdperken zijn, waarin karakter en gewoonten hun beslag krijgen. En ten slotte kwam de biologie met de ontdekking, dat allerlei levensfuncties elk een bepaalden tijd hebben om tot haar recht te komen: word t deze tijd verzuimd, dan is daartoe later zelden gelegenheid meer(bijv. zintuigsoefeningen zijn moeilijk in te halen op ouderen leeftijd.) Door en in het spel blijkt dit ook, elk kind grijpt natuurlijkerwijs naar een zeker spel op een bepaalden leeftijd, maar niet elk kind heeft op denzelfden leeftijd behoefte aan hetzelfde spel. Ook houdt de evolutie van het spel bij een kind niet altijd gelijken tred met de ont wikkeling zijner intelligentie. Een zeker kind zal bijv. veel later uit zichzelf gaan teekenen dan zijn broertje of zusje, maar veel eerder hebben leeren loopen of praten. Het is hierbij van groot belang de opvoeding van het kind op dezen critieken leeftijd aan goede leiding toe te vertrouwen. Vele stemmen echter zijn er tegen het kind zoo jong reeds aan het huisgezin te onttrekken. Men bedenke evenwel, dat bij uitstel bepaalde vormingsmoge lijkheden allicht den daarvoor bestemden leeftijd zijn gepasseerd. De nieuwe inzichten geven ons nieuwe verantwoordelijkheid ! De vraag, die dus vanzelfsprekend op deze conferentie naar voren kwam, was: wat moet de inhoud zijn van ons kleuter-onderwijs in de toe komst? Feitelijk zou er om dit uit te maken, behoefte zijn aan een centrum van enquête op dit gebied en van voorlichting aan wetgevende col leges eenerzijds, aan het onderwijspersoneel anderzijds. Maar om alvast eenig licht op het probleem te werpen, waren een paar sprekers en spreeksters uitgenoodigd de zaak van verschillen den kant den toehoorders voor te dragen. Zoo sprak Prof. R. Casimir over De beteekenis van het spel der kinderen," de dames Hulshoff?Cupéry en Voltman behandelden De opleiding" (tot bewaarschool-onderwijzeres), de dames de Haan en Meyer gaven veel belangrijks uit haar eigen praktijk te hooren en te zien (kinder-werkstukjes) en Mevr. Prins?Werker hield een beschouwing over de Montessori-methode. Natuurlijk stonden de systemen van Fröbel en Montessori in het brandpunt der discussies. Voorstandsters van het eene, aanhangsters van het andere lieten hare stemmen hooren; en dat is juist het goede, dat menschen van zoo verZomerjapon van licht grijsblauwe voile, versierd met kleine strookjes en rozetten van witte voile. In de rozetten groene harten van knoopjessteken schillende richting (en ook van verschillende levensrichting) elkaar op zulk een conferentie ontmoeten. Het komt weer ten bate van hun onderwijs; het is er werkelijk een levenskwestie voor, want het leidt tot verdieping van het werk. Immers was hèt niet de bedoelingerover te twisten wie grooter is, Fröbel of Montessori, en ook niet de vraag of wij Fröbel's ideeën ongewijzigd moeten toepassen of wel Montessori's voorschriften slaafs volgen. Maar wel: moeten wij niet opnieuw onze fundamenten van opvoeding herzien? En laten wij ons er dan in verheugen, dat wij twee zulke sterren van de eerste grootte aan onzen paedagogischen hemel hebben. Wat Montessori betreft, van buitengewone be teekenis is hare herontdekking van het concen tratie-probleem, dat ze nu tot gemeengoed heeft gemaakt. Reeds een kind van 3, 4 jaar moet gelegenheid hebben zich op iets speciaals geheel te concentreeren; het is zeer goed mogelijk voor zulk een jong kind, om zich te verzinken in werk, dat geen spel" is, en wij mogen het kind daarin nietstoren. En het is tevens haar groote verdienste te hebben ingezien, dat het zeer jonge kind reeds een taak kan hebben. Werk" waardeert Dr. Montessori veel hooger dan spel." Als vertegen woordigster der positivistische wetenschap houdt zij rekening met de bruikbaarheid van het kind als aanstaand lid der maatschappij. Het kind moet iets leeren presteeren, niet slechts als bevre diging van zijn scheppingsdrang, maar vooral om er wat aan te hebben" voor zijn later leven. Het eigenlijk aesthetische element het scheppen de om 't scheppen alleen , dat element, dat zoo nauw verwant is aan het spel", dat ligt niet in de lijn van Montessori, voor wie het spel slechts surrogaat is voor het ontbrekende weten, aanvul ling hoogstens daarvan door de fantasie. In dit alles is Montessori georiënteerd aan de zintuigpsychologie van Wundt en de zijnen; maar we missen in haar methode de nieuwere richting in de psychologie, d ie ook de hoogere geestelijke functies tot haar recht doet komen. En deze hadden juist zoozeer de aandacht van Fröbel, den grooten vertegenwoordiger der roman tiek. Spel" is de spil van Fröbel's methode, maar dan het gekanaliseerde spel, dat voorbereiding is voor den arbeid en er ongemerkt in kan overgaan. Wenscht U Boter met Rijksmerk? O U D-B U SS E M" bezorgt U die dagelijks tegen marktprijs. Kerkstraat 187. Tel. 49344. Het spel is individueele ontwikkeling, door de aandachtsbepaling, en ook maatschappelijke voor bereiding. Het vrije verzorgen van planten en dieren is ook spel voor het kind; rnaar door die zorg is het een voorbereiding voor den arbeid. Ja, als het goed is, moet de arbeid feitelijk spel in hoogeren zin zijn, omdat men er, als uiting der vrije persoonlijkheid,de innerlijke vreugde, aan het spel eigen, in vinden kan. j» Juist nu die verschillen in beider methode en stelsel zijn van veel waarde in onze volksopvoeding. Geen wegdoezelen dus van die verschilpunten; geen oncritische dooreenmenging van beide sys temen. Want immers ons volk, dat uit zooveel elementen bestaat, elk met hun eigen aard en eigen beteekenis, heeft juist behoefte aan verschillende methoden van opvoeding. Trouwens de Fröbel en Montessori-methoden getuigen van zoo verschillendelevensbeschouwing,datde kloof tusschen beide nooit te overbruggen zal zijn. Er spreken zich meer dan persoonlijke verschillen in uit; ze zijn een botsing tusschen twee wereldopvat tingen, echter getemperd, door zoowel Fröbel's als Montessori's liefde tot het kind; de starheid van hun soms wat eenzijdige stelsels wordt weg genomen door hun beider intuïtie, hun fijn gevoelig begrip van het kind. Als men dus doordrongen is van de gedachte, dat niet n methode de ware is, omdat juist de veelvuldigheid en veelzijdigheid van ons volk zijn rijkdom is, dan zal men niet meewerken tot ver splintering op paedagogisch gebied, waarbij de verschillende systemen vijandig tegenover elkaar komen te staan, hetgeen onze volkskracht moet ondermijnen; maar men zal trachten elkaar van weerskanten te leeren kennen, om van elkaar te kunnen overnemen, wat bij de individueele be hoeften past van elk kind, dat aan onze leiding is toevertrouwd. Let op de kinderen zelf; ze zijn te verschillend dan dat ze allen volgens n stelse zouden kunnen worden opgevoed. Zoek leiding in de problemen van methodiek bij de kinderen, ik bedoel niet het kind," dat is een abstractie. Niet aan het type", maar aan de veelheid der realiteit moeten wij onze methode toetsen. Er is in den laatsten tijd vaak gezegd, dat het kind zelf 't beste weet, wat het behoeft; doch dit gaat toch maar tot op zekere hoogte op. Dit mag wel eens worden ingezien door degenen, die al te schichtig zijn om in te grijpen, ja, het kind hun hulp ont houden, uit vrees van het te beïnvloeden ! Want bij cultureele en geestelijke aangelegenheden kan het kind nog zijn weg niet weten, en daarbij is onze hulp dus noodig. De leiding aan het kind is zijn recht en onze plicht. Een kleine tentoonstelling van werkstukjes der kinderen en van enkele boeken over dit onderwerp, en, vooral niet te vergeten, de maaltijden, zoo bevorderlijk voor onderlinge kennismaking, droe gen niet weinig bij tot het welslagen dezer con ferentie. O. TE WINKEL VERZOEKE ALLE STUKKEN VOOR DE RUBRIEK VOOR VROUWEN" IN TE ZENDEN AAN HET SECRETARIAAT VAN DE AMSTERDAMMER" KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM. RINGCRS' KROKAMTE CHOCOLADE I5CTS.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl