Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2458
'
v
Costuum van Jean Victor Hugo voor Juliette
SOIREES DE PARIS"
II
De Cigale", een zeer comfortabel theater op
een boulevard van Montmartre, heeft gedurende
anderhalve Olympische" maand te Parijs
tusschen zijn rood en blauw geschilderde wanden het
moderne muziek-ballet en het moderne drama ge
herbergd. In gewone tijden een music-hall, is de
Cigale" tijdens de opvoeringen van de Soirees
de Paris" het rendez-vous der voorname uitgaande
?wereld geweest. Het eenige, wat aan haar vroegere
bestemming herinnerde was het rooken tijdens de
voorstellingen (een hinderlijke gewoonte overigens)
en de gelegenheid tot dansen in een zijzaal tijdens
de entre-actes. Maar had de organisator der
Soirees de Paris", de graaf de Beaumont, niet
juist de music-hall gekozen omdat hij wou, dat
zijn voorstellingen die van de music-hall zouden
zijn? De music-hall en het circus hebben een
prachtig verleden in de belangstelling der schilders
en andere artiesten gehad en zijn bezig bij de
jongere generatie van kunstenaars zich een
prachtige toekomst te veroveren", zei de graaf
de Beaumont.
Ten bewijze van het eerste exposeerde hij in
een zijzaal van de Cigale" een waarlijk uitge
zochte collectie werk van Daumier, Degas, De
Toulouse Lautrec, Feurat, Manet, Constantin Guys.
Ten bewijze van het tweede dienden de voor
stellingen zelf, die een gesublimeerde en
gestyleerde amusements-kunst willen geven, geheel
geschapen d^or eersterangsch artiesten, die voor
bereiking van dit doel hebben samengewerkt,
ieder in hun metier": poëzie, schilderkunst,
dans, muziek, decorkunst.
Een curieus schouwspel is het zeker geworden.
Veel is maar middelmatig gelukt (het programma
bleek te groot om voortdurend iets van belang te
geven) maar enkele dingen behooren tot het beste
van de moderne kunst der laatste tijden.
Men heeft balletten opgevoerd, een gedanste
commedia dell'arte op muziek van Darius
Milhaud, Salade", divertissements op walsen van
Johann Strauss, van Oliver Metra, een
paradeballet van Erik Satie Mercure". Men heeft
twee nieuwe tooneelvormen laten zien: een
tooneelstuk van Tristan Tzara, zonder kader",
d.w.z. zonder scheiding tusschen tooneel en
publiek, zoodat een gedeelte der tooneelspelers
tijdens het optreden van de anderen ter zijde zit,
zich kleedt en schminkt en met uitroepen en op
merkingen aan de handeling deelneemt men
denkt onwillekeurig aan Pirandello's: Zes per
sonen op zoek naar een schrijver" , en een be
werking van Shakespeare's Romeo et Juliette",
geacteerd met de gebaren van dansers en ge
nsceneerd als een ballet.
De muzikale werken vielen over het algemeen
niet mee. Het ballet Mercure",\waar-toe Erik
Satie mét Picasso had samengewerkt en waarvan
men reeds van te voren extravagante dingen ver
telde, bleek een slecht voorbereide en zeer expe
rimenteel gebleven poging om een mythologische"
parade uit de vroegere boulevard-theaters met
kermis-muziek en beweegbare decors nieuw ieven
te geven. Wonderlijk en verbazingwekkend waren
de mechanisch werkende en wandelende decors,
zelf tot personen in het spel geworden, zeker;
maar alles bleef te voelbaar onaf, en vooral de
muziek van Satie, die eens een prachtig-heldere
partituur schreef voor Parade" van Cocteau,
ontgoochelde ons in deze nieuwe parade door haar
weinig praegnante, wat smakeloos gerhytmeerde
melodie-bakken, die wij zooveel beter reeds
terugvinden in dat vroegere Parade" en in La
belle excentrique".
Salade", het ballet van Milhaud, dat hij zelf
contrepoint danse" noemt, in scène gebracht
door den Russischen danser Massine, die er zelf
cte rol van Polichinelle in vervult, en waarvanAlbert
Flament het scenario schreef, lijkt mij het beste
der opgevoerde balletten. Aangepast aan de latere
techniek der Russische balletten, zooals wij die
uit Noces" van Strawinsky kennen, rhytmeeren
de dansers een voor hen geschreven muziek, die
waarlijk choreographisch is gevoeld en die hoewel
sterk rhytmisch, toch waarlijk sonoor en helder
als een lichte muziek klinkt. Hier doet Milhaud
ten behoeve van het genre geheel afstand van dt
brutale en obstinate rhytmen, die men wel met
de vingers op een bureau trommelt wanneer men
zenuwachtig is." Vooral het begin van de tweede
acte, waar de beruchte kapitein uit de commedia
dell'arte met zijn soldaten opkomt om Rosetta
te vrijen is een meesterlijke operette-marsch, van
de echte heldere Fransche soort, frisch van melodie,
zonder banaliteit.
De overige balletten zijn divertissements, ge
arrangeerd uit walsen van Strauss, Metra en uit
de Morceaux en forme de poire" van Satie. Op
deze arrangementen zijn dansen geïmproviseerd,
die veelal niet zonder charme zijn ik denk
hier aan het alleraardigste Constantin Ouys-ballet,
geheel in grijs, wit en bruin, gecostumeerd volgens
het Tweede Keizerrijk, en naar Johann Strauss,
wiens walsen het geheel dragen, Le beau Danube"
genoemd doch meestal iets te lang en daardoor
de aandacht wat vermoeiende.
De beide stukken voor tooneel waren feitelijk
uit het standpunt der moderniteit, interessanter.
Het stuk van Tristan Tsara, getiteld Mouchoir.
de Nuages", is een tragedie in 15 bedrijven (feitelijk
tableaux), waarin echter het eenige dramatische
voorval is dat een bankier door twee apachen wordt
vermoord,wat noodig was om een liefdes-intrigue
te doen slagen. Het geheel echter geeft niets wat
anders dan gezocht aandoet. Het denkbeeld om
de plaats en handeling telkens door op het achter
grond-doek vertoonde prentbriefkaarten aan te
geven is geen buitengewone vondst en een kader
van zich schminkende tooneelspelers geeft een
stuk ook al geen overtuigingskracht, wanneer
noch de schrijver noch de vertolkers die er in
weten te leggen. Dat is door geen enkele moder
niteit" te vergoeden.
Veel belangrijker was de bewerking die Jean
Cocteau van Romeo et Juliette gemaakt had. Men
kon bij voorbaat sceptisch staan tegenover iedere
bewerking van Shakespeare. Wat Cocteau echter
voor zijn werk weet te redden, is dat men voelt,
dat het er weinig toe doet of dit Shakespeare is of
Costuum van Jean Victor Hugo voor Paris
niet, of hier in Shakespeare's geest wordt ge
handeld of niet: Zeker, ook dan blijft er nog veel
bedenkelijks en Cocteau heeft de bezwaren niet
geheel weten te ondervangen. Maar toch is zijn
werk belangrijk genoeg gebleken om de
resteerende bezwaren een wijle op zij te mogen zetten.
Men kan van Cocteau altijd iets bijzonders ver
wachten. Cocteau bezit inderdaad een zeldzaam
talent voor het in scène-zetten, volgens de over
tuiging: op het tooneel maakt men tooneel. Ik
streef niet naar poëzie op het tooneel, maar naar
de poëzie van het tooneel zelf", schreef hij eens.
Cocteau noemt zijn bewerking geregeld als een
ballet". De minste houding, het minste gebaar is
er in geregeld als de gebaren van dansers. Alles is
bewegelijk. De decors worden binnengedragen,
draaien om den wandelaar heen, wijken uiteen,
komen naderbij, en zijn zelf niet meer dan de
schetsmatige aanduiding van wat zij voorstellen,
met enkele witte lijnen geteekend op een zwart
fond. Zwart is de geheele achtergrond in dit spel,
waaruit de hooge witte Elisabeth-kragen der spelers
te voorschijn treden als stapten de personen uit
de lijst van een oud 17e eeuwsch portret. Het is
voortdurend een plastisch bewegen met de statige,
waardige houding, waarop zij staan afgebeeld op
de oude schilderijen. De personen bewegen nu
eens in groepen van twee of meer gelijktijdig han
delenden en gelijktijdig binnenkomenden als een
dansgroep, dan weer zijn zij scherp in profiel of
en face-stand zichtbaar. Alles volkomen rhytmisch
en evenwichtig verdeeld over het tooneel; zelfs
in de gevechten blijven de figuren volkomen heral
diek geplaatst, wat aan de handeling grandezza,
lichtvoetigheid, zwier geeft. Alle moderne
tooneeleffecten van het trompe d'oeil" zijn toegepast,
maar steeds in eenheid met het geheel. Men ziet
een hardloopenden bode met een brief in lange,
langzame sprongen naderen, als een vertraagde
film-opname. Op het bal bij Capulet dansen, op
hun plaats blijvend, drie personen op een
oudEngelsche muziek van doedelzakken, vedels en
pijpers een schijn-dans, die nochtans juist door
FOMBEBS-BIJWIELEN
De naam
op een rijwiel is een waarborg voor
KWALITEIT
Mod. H.H. in uitr. 4 F. 110.
In uitr. l F. 97.
FILIALEN EN AGENTSCHAPPEN IN ALLE PLAATSEN GEVESTIGD
JEAN COCTEAU als Mercutio (Comoedia)