De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 26 juli pagina 13

26 juli 1924 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

No. 2458 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND de illusie Sterker indruk maakt dan de werke lijkheid zelf zou doen. De gekruiste beenen van de dansers drukken een spiraalbeweging uit, de schouders zijn opgetrokken, de ellebogen staan uit. De danseres is in haar dans eveneens een fictie, met haar uitstaande rok en haar voort durend overgaan van het eene been op het andere. Inderdaad, Cpcteau heeft in zijn ensceneering merkwaardige dingen bereikt, die volkomen nieuw van effect mogen genoemd worden, al blijkt uit de inzinking, die hier en daar voelbaar wordt, dat het drama van Shakespeare niet geheel en al in tableaux is weer te geven en de tekst niet alleen al reciteerend is te zeggen. In deze opvoering, die zes jaar is voorbereid en twee maanden lang dagelijks ingestudeerd, en waarvoor Jean Victor Hugo de costuums en decors maakte, heeft Cocteau, om de overige spelers aan te vuren en een voorbeeld te geven, zelf de rol van Mercutio op zich genomen; Romeo was Marcel Herraud, goed getypeerd met zijn Schotsch mutsje en zijn kort wandelstokje, Jujiette Andrée Pascal, die minder gelukkig in stijl bleef onder het spel en soms ontaardde in de gebaren van een pop met menschelijke gevoelens. Beiden waren hier beter dan in hun rollen bij Tzara's Mouchoir de nuages". Merkwaardig was dat de mannen over het algemeen veel meer in stijl bleven in deze nieuwe manier van bewegen dan de vrouwen. CONSTANT VA* WÜSSEM DE LEVENSVERZEKERING ONDERNEMING NEDERLAND EN DE OLYMPISCHE SPELEN Teekening voor de Amsterdammer" door L. J. Jordaan 2ooals men weet, is ervan oudsher een schat van Nederlandsche literatuur op het gebied van levens verzekering. Bij de Verschijning van een nieuw, algemeen werk l) over dit vak rijs t dus vanzelf de vraag: door welke bijzonderheden onderscheidt het zich van zijn voorgangers en vult het eene leemte aan. Op die vraag geven de schrijvers van dit boek in hun voorbericht geen antwoord, tenzij dit gezocht moet worden in de omschrijving van het doel, dat zij zich voorstelden: een beeld te geven van het levensverzekeringsbedrijf, zooals dit in ons land door private ondernemingen wordt uitgeoefend", een beperkter doel dus dan beoogd werd door andere auteurs, die meer in het algemeen de levensverzekering" behandelden. De beper king van het doel bracht mede, dat slechts bij uit zondering en voor zoover noodig over buitenlandsche toestanden werd gesproken, dat de publieke" (publiekrechtelijke) verzekering ten onzent op den achtergrond bleef, evenals de techniek, terwijl men zich van theoretische bespiegelingen zooveel mogelijk onthield. In het centrum van der schrij vers beschouwingen stond het volksbelang, dat door dit bedrijf wordt gediend. Hun boek is bestemd voor allen, die in de levensverzekering werkzaam zijn of zch daartoe bekwamen. Laat mij maar dadelijk mogen zeggen, dat aan de velen, die aldus worden aangeduid, dit uitvoe rig, duidelijk geschreven werk zeer goede diensten zal kunnen bewijzen; zij zullen daardoor zeer om standig worden ingeleid in en ingelicht omtrent allerlei, dat met het zooveel omvattend onderwerp nauw samenhangt. Dit was ook wel te verwachten: de H. H. Grootenen Dr. Dorsman zijn directeuren eener levensverzekeringmaatschappij, van die n.l. welke in vakkringen bekend is als het N. O. G.", de verzekerings-instelling, waaraan de naam van het Nederlandsch Onderwijzers-Genootschap is ver bonden. Als mannen van het vak, met de eigen aardige eischen, die de beoefening van dat vak stelt, vertrouwd, zijn zij zeer goede gidsen, aan welker leiding veilig zich kan overgeven wie daar van kennis verwerven wil. Gaarne stel ik dit voorop, om daardoor den in druk te weren, als zouden eenige bedenkingen, die bij mij gerezen zijn, voortspruiten uit mindere waardeering van het voor ons liggend werk. In de eerste plaats zou ik willen vragen, of toch niet in het kader der te veel plaats voor de techniek is ingeruimd : reeds een vluchtige blik in de inhouds opgave doet ons zien dat heel het 4de hoofdstuk van het eerste deel (blz. 21 tot 142 !) aan de techniek" zoo in theorie als in praktijk gewijd is. Een tweede vraag, die eenigszins ligt in de lijn der vorige, luidt: of ook elders de schrijvers niet te veel hebben gegeven; ik denk hier o.a. aan de meer dan 100bladzijden, waarin gesproken wordt, over de staten bedoeld in het Regeeringsw?/»wp"; men weet: deze staten zijn uit de wet gelicht en zullen (bij bestuursmaatregel, de Verezekeringskamer gehoord) worden vastgesteld: wat daarom trent aan de schriftelijke en mondelinge gedachtenwisseling tusschen Regeering en Parlement 1) Levensverzekering. ,De Nederlandsche private levensverzekering-onderneming en haar bedrijf, door J. Grooten en Dr. C. Dorsman, directeuren eener levensverzekering-maatschappij. 1924. N. V. Uitgevers-Maatschappij v/h. G. Delwei. Wassenaar Bekroond \' viel te ontleenen, heeft dus slechts historisch6 beteekems. En hoeveel ontleenen deze schrijvers niet aan de Handelingen ! Wat de heer van Braam beek zeide en wat Mr. Heemskerk antwoordde, wat weer een ander opmerkte, het wordt ons alles in extenso medegedeeld. Ware het niet verkieselijk geweest, dit alles kort samen te vatten, de ver schillende gezichtspunten tegenover elkaar te stellen? Verkieselijker nog, met dit alles te wach ten, totdat straks de wezenlijk geldende staten zijn verschenen. Want de lezer, die in het levensverzekeringsbedrijf werkzaam is of zich daartoe wil bekwamen, komt, met dit boek, niet verder dan tot de kennis van wat op dit stuk had kunnen zijn, maar niet is. Tot slot zoude ik eene opmerking van meer algemeenen aard willen maken. Het was natuurlijk het goed recht der schrijvers overde vele en velerlei aangelegenheden, die met het levensverzekerings bedrijf en de uitoefening daarvan in een private onderneming samenhangen, hun persoonlijke op vatting, hun eigen inzicht te geven. Van dat recht hebben zij ruim gebruik gemaakt. Ik zal niet zeggen, dat zij niet juiste gronden voor hun mee ning hebben bijgebracht, maar ik moet er wel op wijzen, dat hun werk door deze eigenaardigheid een vrij sterk uitgesproken subjectief karakter heeft gekregen, in die mate, dat een mede-vak man, dit boek lezende, telkens geneigd is in margine streepjes, vraagteekens en uitroepteekens te plaatsen. Dit nu moge voor de collega-lezers het werk pikant maken, het komt mij voor, dat b.v zij, die aan handelshoogescholen studeeren en dit boek ter hand nemen, meer gebaat zouden zijn geweest met een vlakker", als men wil kleurlooze, nuchtere beschrijving van de wijze, waarop het levensverzekeringsbedrijf in Nederland door pri vate ondernemingen wordt beoefend. Daarbij behoefde men dan niet voor vraagpunten te wijken; verschillende opvattingen konden tegen over elkander worden gesteld, redeneeringen pro en contra weergegeven. WesliÉster-Klokken met Schriftelijke Garantie. VIJZELSTRAAT 83 TEL. 40464 DILLNED Maar ik geef graag toe, dat het boek dan heel anders was uitgevallen. Deze schrijvers wilcen getuigen; zij hadden wat te zeggen en hebben het telkens en duidelijk, gezegd. Wat natuurlijk op zichzelf sympathiek is. Te meer, daar liefde voor het mooie vak hen dreef. Toch ware ook hier min der" in zekeren zin meer" geweest. H. SMISSAERT Verlangen voor Bart O, eenmaal nog den zuivren dag t'ontvangen dat 't licht te spelen gaat langs d' oude paan, en vogels luid zijn en uit groot verlangen de bloemen met wijdopen bladen staan , den bloei der ruime korens te begroeten, het gras, de kruiden en den wilden wind, de brcede boomen en een zingend kind, en 't varen van de verre wolkenstoeten . O, niets dan geur en kleur en klank t'ontvangen bij 't licht beloopen van de oude paan , en eindlijk gillen uit hernieuwd verlangen! , en met een lach aan een klaar water staan. JAN H. E E K H o u T.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl