De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 26 juli pagina 23

26 juli 1924 – pagina 23

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND CHARIVARIA eutfc^Ionb, £>eutfct)lanb ueber SÏIIei! Gftteren maakte het gezelschap een uitoluct)t in Arnhem's omstreken." (Arnh. Ct.) SSegeeêtertng van theosophischen oorsprong. Pomona is een keurige inrichting en het is er c()ijnbaar niet duur." (HU) Kinderlooze echtgenooten adopteeren kind biêcreter affomêt tegen eenmalige ppooeMngêbeihuIp." (Adv. HU.) RULE BRITANNIA, BRITANNIA RULE THE WAVES! Voor mij is dit kringetjes draaien vrij dul! " (Tel.) Alleen op de petra staan we safe." (Af. Eeuw) Hij overklaste zijn tegenstander in ringcr»ft. Hij verkreeg een draw Cook was herhaalde malen groggy." (O. H. C.) VIVE LA FRANCE! Tentative wint met een tête". (Tel) Exacter kon het niet gedefinieerd worden." (O. H. C.) DE TAAL DER BLOEAIEN De heer Van 't Reve zeide, dat hij in de hem ge schonken bloemen een protest zag tegen het Twentsche ploertendom." (Verst. Hbl.) SYSTEEM STEINACH Tot onderwijzeres te Bergen is benoemd de heer W. Smit." (Vad.) DE "WONDEREN DER TECHNIEK .?De verguld zilveren medaille, uitgeloofd door luit.generaal Forbes-Wells, won de eerste prijs van de motorrijders." (Vad.) Van Ooethe's Tasso hebben hier gisteren avond in den Grooten Schouwburg veel te weinig menschen, dank zij Lothar Müthel, een prachtige vertolking gehad van dat edele werk." (N.R.C.) Men ontzegge dien Müthel dus voortaan den toegang. CORRESPONDENTIE V. te H. Gij schrijft in uw Ruize-Rijm Actaeon": van cypressen beschaauwd." Is dat geen germanisme? Aniw. Neen. In poëzie is van" voor door" het aangewezen, goed Holl ndsche woorJ. O. te A. Tweemaal is het voorgekomen in een tijds verloop van vier jaren, dat ik u een briefje schreef met eenige dingen, die mij voor uwe rubriek Charivaria niet ongeschikt voorkwamen. Dat u mijn inzendingen geen plaats in uw rubriek hebt waardig gekeurd, laat ik daar, maar het bevreemdde mij, dat u mij niet de eer waardig hebt gekeurd van eenig antwoord, welk het ook zij. U zult moeten toegeven, dat een antwoord al zeer onbeleefd moet zijn, om in onbeleefdheid gelijk te staan met geen antwoord. Gaarne zou ik weten of ik inderdaad zooveel onbeleefdheid heb verdiend. Aniw. Neen. Maar is onverdiend leed niet gemakkelijker te dragen dan verdiend leed, dat immers door den last van s.huidbesef verzwaard zoude zijn? Ik vertrouw dan ook, dat gij mijner ook gedurende het volgende quadriennium zult blijven gedenken. DAGBOEK VAN EEN AMSTER DAMMER Den Weledelen Gestrengen Heer Pieters, Luitenant Weledele Gestrenge Heer, BRIEVEN Mijn schrijven zal u wel bereiken. De AAN post wist Boerhave in Europa te GROOTE vinden. Zoudt gij dan onvindbaar MANNEN zijn in Nederland? Ook weet ik niet of gij luitenant ter zee, te voet, te paard, of per vliegtuig zijt. Doch ook dit komt er weinig op aan, overmits thans elk klein kind in Nederland uw naam kent. Een oude Griek moest een heelen tempel in brand steken om bij het nageslacht bekend te blijven gij spraakt slechts enkele luttele woorden en alle vaderlandsche harten zijn brandende als brandstapels, waarop lafaards als Professor van Embden, Professor Heering en heel die laffe kliek van ontwapelingen langzaam roosteren tot ze zwart zijn als hun zwarte zieltjes. Gij deedt een forsche daad door op de ver gadering van Ons Leger" hun lafheid vast te nagelen voor het front der drie aanwezige aderverkalkte hoofd-officieren, twee cathechiseermees^&Êi ters en de bewaarschooljuffrouw, die zich in het gebouw vergist had en dacht dat ze op een ver gadering van Naai- en Breivereeniging Dorcas" was. Wat ze eerst na afloop bemerkte. Ja, tienmaal ja, het is zoo als gij zeidet in alle ons omrin gende landen zou het optreden van een Professor van Embden als landverraadworüen beschouwd. Zou hij allang van zijn bed op gelicht en in den kerker zijn gestopt. En in nog iets vooruit strevender landen zou hij ver moedelijk reeds gehangen of onthoofd, in ieder geval langs een of anderen onwettigen weg vermoffeld zijn. Want dit soort mannen mannen" bij wijze van spreken behoort niet in een welgeordende maatschappij. En weer sloegt gij den vaderlandschen spijker op den vaderlandschen kop: Dit soort antivaderlandsche propaganda zou in haar konsekwentie moeten leiöen tot ondergang van den staat." Zoo is het, Weledele Ge strenge heer Luit. Want wat is de konsekwentie van Van Embden's laffe propaganda? Dat straks Nederland weerloos zal zijn, dat wij zonder leger zullen zijn, weerloos als een weerlooze maagd overgeleverd aan de politieke hartstochten der ons omringende landen, waar Van Embden allang als een landsverrader zou behandeld zijn! Zonder leger, dus zonder soldaten en dus ook zonder luits ! En wijs mij den staat, die niet ten gronde ging toen hij ophield er luitenants op na te houden! Waarom hielden noch de Grieksche, noch de Romeinsche beschaving stand ? Dezer dagen wist een andere professor te vertellen dat het de schuld van de luis, ere mot en de mug was, die de dappere Griek sche en Romeinsche legers had den opgevreten, zoodatde woeste Germanen-horden den weg vrij vonden. Reeds thans verslindt de Nederlandsche motdeNederlandsche legeruniformen en, als straks het leger moet uitrukken, zal het niets hebben om zijn heldenmoed en zijn schaamte te bedekken dan eenige lappen met gaten. Doch erger dan de mot, vreet de luis der ontwapening om zich heen en wat de mot spaart, zal de luis verslinden met andere woorden: den luit. zelf. Zoo verging het den dapperen legers der Atheners en Romeinen. Zoo zal 't het dappere Neder landsche leger vergaan en zelfs de wakkere vereeniging Ons Leger" zal aan het wreede noodlot niet ontkomen en vallen onder de slagen der landsverradelijke luis, die van Embden heet. Als mi: n dit ge wriemel te konsekwent liet doorwroeten. Doch dit zal niet gebeuren ! Van Embden moet de bak in, met Heering en met al hun geestver wante ongedierte. En als de wet dit niet gedoogt, dan de wet veranderd ! Die wel om minder in dit land veranderd is. En voor hen de strop. De kogel is een te nobel moordtuig voor deze lafbekken. Ik druk u de hand, luit, en gelijk die andere sympathieke vereeniging Onze Vloot" uiteen ging onder het zingen van het Wilhelmus"?ik misteditnoode bij het uiteengaan van Ons Le ger", al waren er verontschuldi gingen, want stond de vaderlandsche borrel niet te wachten zoo hef ik, n van zin metu.hetoude lied aan, al ware het alleen maar om de Van Embdens en de Heerings te toonen dat zij ons niet zullen hebben. Konsekwent volhouden, Luit., want het gaat erom de mot of de luit. ! De keus is niet moe i'l ij k. Met militair saluut JAN DE KLOMPENSCIIUTTER UIT HET KLADSCHRIFT VAN JANTJE : 0fc£/tff Kunst Bronsgieterij Da Kroon" Haarlem Tel. 3899 Houtmarht 23 Bronzen Baalden en Plaquettes.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl