De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 26 juli pagina 8

26 juli 1924 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

8 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 245» COOK's 8EZELSCHAPSREIS VOOR Nederlanders NAAR Zwitserland vertrekt 8 Augustus. Vraagt programma. Schrijft in vóór 31 Juli. Deelname beperkt. iTHOS.COOUSOII,ViipdinilO,rdain.| Oe Drie Zwarte Penny's door JOSEPH HERGESHEIMER Uit het Amerikaansch vertaald door CL. BIENFAIT Gelll. omslag van IS. VAN MENS De H en W-Serie Deel Vil Ingenaaid /2.90 Gebonden ?3.75 Uitgave van VAN HOLKEMA & WARENDORF Amsterdam Hotel de Mallejan" VIERHOUTEN, Telef. 2. Oetfé!R;@atsLTJ.rau.t. ZEER RUSTIG EN GEZOND BUITENVERBLIJF In de laatste jaren de gezochte plaats. Modern ingericht hotel. 33 Kamers, deels stroomend water. Voor- en najaar f 4.50 p. p. p. d. H. MOLENAAR. HOTEL-PENSION Café-Restaurant DECANNENBURCH" VAASSEN. Telef. 4. Van ouds het huis ter plaatse. Geheel verbouwd. Modern ingericht. 14 kamers. Ruime zalen. Pracht zitje. lederen Zondagmiddag ThéDansant. H. MOLENAAR. f VAN JCHAICKT1 MEUBELTRANSPORT-MI ! BERGPLAATSEN v. INBOEDELS BINNEN-EN BUITENLANOSCHE TRANSPORTEN j OVERBRENGEN j v.MEUBUAIR OOKPER AUTO TAPISSIEBE BOOTMSTRAAT, UTRECHT TEL 163 D/15 P.K., 4 pi. 15/2Q P.K. 6 pi-, 20 gthiel Compliet '/30 P.K., 6 pi. f 3500.?f 5200 f 6200. J. LEONARD LANG, AMSTERDAM BIJKOMSTIGHEDEN cxxxv We varen het water schuift liefkoozend langs de boot, soms klotst het een beetje, dan ruischt het weer; ineens schijnt het stil te worden, maar net, als we ons verbaasd afvragen, wat er is, begint het weer te borrelen; je moet er aldoor naar blijven luisteren, want je glijdt van het eene bedrijf in het andere, en de rivier en de schuit schijnen elkaar telkens weer op andere wijze te benaderen en elkaar telkens toch weer te verstaan, zooals in de verhoudingtusschentweemenschende gevoelens ook met hun eigen ontwikkeling mee groeien en toch tenslotte dezelfde blijven We varen de lage landen aan de rivier trekken zoetjes aan onze oogen voorbij: de koeien staan bij het water, ze hebben het warm; een paar tengere jongetjes zijn aan het baden; een groepje boomen, een roeibootje, een lange sleep Rijnaken, en wér jongetjes en weer koeien, en een sleep en boomen en van afstand tot afstand een hooggewelfde brug, als werd er langzaam, telkens op nieuw, dezelfde rolprent voor onze oogen afge draaid, fel belicht, hel gekleurd, zonder schokken overgaande van einde tot begin. We varen, en de steward begint met kannen koffie en schalen brood en boter heen en weer te loopen. Hij schuifelt voorzichtig vooruit op zijn dikke, oude beenen, en als we hem aanzien, ver bazen we met eenig ongeduld ons er over, hoe hij, telkens n peuterig blaadje met een paar kopjes voor zich uittorsend, of vier leege eierdopjes in zijn hand balanceerend en daarmee den langen, langen weg over het schip afwiebelend, er ooit in slagen zal de ontbijttafel voor vele personen gedekt te krijgen. Maar als we eenmaal over de verschan sing hangen en we zien, hoe het water onder ons geklutst wordt en wegdeint, soms opeens wonder lijk diep en doorschijnend wordt en dan wegkolkt in een werveling van schuim, dan vergeten we ons ongeduld, en als we ons eindelijk een beetje duizelig oprichten en we zien door het open raam, waareen gordijntje fleurigdoorheenen weer flapt, de tafel klaar, metfrischtafelgoed engulovervulde schalen, dan beseffen we plotseling, dat de daemon van de stad, de daemon van het drukke, moderne leven, het begrip van woekeren met zijn tijd", ons n lang oogenblik had vrijgelaten; dat we wezenlijk n lang oogenblik de jacht hadden vergeten en geleefd hadden. We varen; en we slenteren over de boot; daar is de statige, dikke vrouw van den restaurateur, die ons vraagt, of we van tuinboontjes en spek houden, en overgelukkig is, als we een voorliefde voor beide veinzen te bezitten; daar is het kleine oude wijfje, verschrompeld als een vergeten citroentje, en ook wel een beetje vies, maar heel beminnelijk, dat al dertig jaar lang vaart, en voor de bedden en de waschtafels zorgt; en dat zoodra ze ons ziet, een gesprek begint over de ernstige questie, hoe we ons bedje gespreid wenschen; ze vraagt ons instantelijk, hoe we gerust" hebben en verzekert zelf altijd heerlijk te slapen aan boord. Arm, af gesloofd zieltje, dat natuurlijk onmiddellijk weg is, zoodra ze ligt, alleen van uitputting.... en van 't goede geweten ! Daar is de administrateur, die zich gastheer voelt, en stoelen voor ons aan draagt; en dan blijft er weer niets dan de vreugde van zon en wind en de rolprent zonder eind van de koetjes en de boompjes. We varen; en al varende doen we een heel gezelschap jonge meisjes uit een pensionaat op, met een pastoor en twee zusters met huiven als blanke vogels ter bewaking.... De meisjes met verwaaide haren en lichte jurken, mooie en leelijke, gracieuse en plompe, maar allen met de charme der jeugd, vormen lange rijen en trekken zingende over het dek; misschien zou het geluid ineen kamer of in de buitenlucht op het land wat sterk zijn geweest, maar de wind verwaait de klanken, en onze droomerige oogen zien in de slierten lichte gestalten een symbool van de jeugd, die het leven blij tegemoet trekt.... De zustertjes, mee in den dans, hebben haar rokken gegord en lijken heel jong in haar onbeholpenheid.We varen; de pastoor heeft zich in een stil hoekje teruggetrokken en leest zijn brevier;maar plotseling hebben de meisjes hem ontdekten ze vormen een kring om hem heen en zingen hem spontaan een lang soll er leben", toe. Hij lacht, maar als ze er onmiddellijk en even blijmoedig een: selig soll er sterben, den Himmel soll er erben" op volgen laten, heft hij zijn mager en zacht gezicht zoo stil en bereid op, dat het ons plotseling invalt, dat hij op die erfenis gloria, Victoria" misschien niet eens zoo heel lang meer zal behoeven te wachten De jeugd na even een verlegen zich bezinnen, rijkt elkaar plotseling weer de hand en met een zorgeloos: Weiter soll er beten, weiter soll er beten, gloria, Victoria," huppelt de schare weer naar den anderen kant van het schip, waar de dikke vrouw van den restaura teur moederlijk kersen ronddeelt en de administra teur zich beijvert van elk dorpje, waar we voorbij komen, den naam te noemen. We varen; en met een diepen zucht sluiten we de oogen: waarom is het leven hier zoo goed, zoo zacht en vredig? En zoo dood-eenvoudig: lang leben ? selig sterben gloria Victoria, alles even goed.... Waarom snauwt niemand den ander af; waarom werkt niemand met zijn ellebogen, ter wijl daar ginds, aan het land de menschen ongedul dig en ruw en wreed doen? En ineens weet ik het woord: het is het tempo. Wie Europa van den ondergang wil redden, moet geen vredesbonden stichten, hij moet het niet in Esperanto of in vegetarisme zoeken, maar hij moet het tempo weer verlangzamen: vliegmachines, auto's en VAN DE WEEK Ank is 'n DOOR PAMELA WIJNNE Uit het Engelsch vertaald door CHR. MORESCO?BRANTS Prijs geb. met geïil, omslag in 4 kleinen f 2.50 Ieder kooper kans op f 100.?. Vraagt prospectus bij Uw boek handelaar of bij de uitgevers VAN HOLKEMA & WARENDORF AMSTERDAM motorfietsen, electrische trams en bloktrcinen" moeten verboden worden; in het gekalmeerde stadsverkeer met vredige vigelantes, met een paardetrammetje en een vuilniswagen-met-een oude-knol zullen de menschen ook vanzelf de rust van hun gemoed en den tijd om vriendelijk en menschlievend te zijn, terugvinden. Als we elkaar minder makkelijk kunnen bereiken, zullen we den tijd, dat we samen zijn, mér in eere houden, en minder bereid zijn elkaar in densteek te laten. De verlangzaming van het levenstempo is het behoud van den modernen mensch en van de moderne samenleving. We varen, we varen. A N N I E S A L O M O N S VAN NELLESVARINAS GOUDZEGEL 3O ets. per Pakje.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl