Historisch Archief 1877-1940
M AlTOWBAMER, WËBKftUD VOÓR'TÉ'DERLAND
No. 2459
W. O. J. NIEUWENKAMP
W. O. J. NIEUWENKAMP
(KLEYKAMP, DEN HAAG).
De vijftigjarige Nieuwenkamp (een jonkman
van vijftig is hij) werd gevierd met woorden en
met daden. Tot de woorden behooren die van den
heer van Tussenbroek en van den heer Lekker
kerker, beide namen, klinkend als afkomstig uit
het land van Maas en Waal en IJsel. De eene
vierde hem met jij en jouw", d'andere schoot
uit zijn ethnographischen slof en betrad zóó
het veld der waardeeringen. Tot de daden, waarmee
de jarige terecht werd gewaardeerd, behoort de
tentoonstelling bij Kleykamp, waar ge van dezen
bovenal graphischen werker etsen, litho's en
teekeningen vindt, maar ook schilderwerk etc. Het is
mijn Werk hier deze tentoonstelling kritisch te
bespreken, en dadelijk wordt dan de verjaardag
minder belangrijk, en de juiste kenschetsing van
het voortgebrachte belangrijk; de toastklank
vervalt de zwier van den feestdag wordt
dus vervangen door een kriterium van feller aard.
Onmiddellijk is te zeggen, dat Nieuwenkamp
is een afzonderlijke. Ik zou hem liever met dit
woord karakteriseeren, dan te zeggen, dat hij is
een persoonlijkheid. Het laatste woord toch
heeft grooteren klank dan het eerste, en het zou
mijn meening omtrent Nieuwenkamp overdrijven ;
Nieuwenkamp is een afzonderlijke; hij heeft
dingen, die hem onderscheiden van den grooten
hoop. Ge kunt zijn werk b.v. door groote gebogen
lijnen, waarmee hij graag groepen van voorwerpen
omvangt, kennen uit ander graphisch werk van
zijn tijdgenooten. Er is nog iets, dat hem van deze
onderscheidt: de onderwerpen; ten minste
beOp den Nijl W. O. J. NIEUWENKAMP
Een woning op Leti
paalde onderwerpen. Zijn steden uit Holland
heeft hij met anderen gemeen, maar etsers etc.
van Bali en van onzen Oost zijn zeldzamer.
Dat is een middel dus als het eerste, om hem te
erkennen. Een nieuwe vraag is daarna: hoe zag
Nieuwenkamp dat Oosten? Er zijn eenige uit
zonderingen op wat volgt, maar in het algemeen zag
W. O . J. NIEUWENKAMP
Edam (houtsnede)
Nieuwenkamp in gesprek met een Balischen beeldhouwer
Nieuwenkamp (de teekeningen wijzen het bovenal
uit) als een Hollander; soms zag hij het zelfs
zoo als een Hollander een Hollandsche stad ziet.
Hij ziet het Oosten nuchter; zelfs in de schijnbare
samenvattingen ziet hij het nuchter. Dat is een
verschil met Bauer en dat is een verschil in grootte;
Bauer ziet het Oosten als de andere waereld dan
het Westen; Nieuwenkamp ziet het, met andere
voorwerpen gesierd dan Holland, maar hij ziet
die voorwerpen nuchter, zelfs, ik herhaal het,
als hij den vorm saamvat, zooals in zijn waringin's.
Hij is geen schilder, wat Bauer wel is. Bij Bauer
is niet te zeggen, dat de etser verdwenen geen
Bauer bestond; bij Nieuwenkamp is dat zóó goed
als wel het geval, al zijn er ook hier Werkjes, die
ge met vriendelijke waardeering aan-ziet.
Nieuwenkamp doet door die nauwkeurigheid,
waarmee hij de dingen noteert, de ethnographen
te hoop loopen, eerder dan Bauer dat doet, maar
bij Bauer loopen de kunstenaars te hoop het
is in allen gevalle niet waarschijnlijk, dat daar
ethnographen zich zouden vergaderen, want
er zijn geen Hollandsch-geziene détails; ge kunt
daar alleen den geest van het Oosten, of van n
Oosten benaderen, en die neemt ge niet ter
keuring in de handen; die wordt alleen met een
anderen geest gemeten, niet met d'ellimaat.
Uit dit alles volgt duidelijk genoeg, naar ik
hoop, dat ik Nieuwenkamp niet een onzer belang
rijke schilders of etsers acht. Hij is daarvoor
niet genoeg persoonlijkheid ; hij geeft het algemeene
niet, altijd verrassend, door persoonlijken trek.
Hij hoort meer tot de orde der werkzamen en der
werkers, dan tot de werkelijke kunstenaars.
Hij is een Hollandsche werker tot diep in zijn
nieren. Wanneer we van hier uitgaan, en van
hier uit kritiseeren, is het begin zuiver gesteld.
Oe verwacht geen verrassingen dan, geen innige
of ontembare ontroeringen. Het is juist zoo
karakteriseerend, hoe weinig Nieuwenkamp ont
roert. Ge gaat het werk na, maar het treft nooit
bijzonder; het heeft geen gevoelsdiepte het is
vlak. Dat is het altijd, zelfs als het aardig is,
als in het vertrek (der schepen), wanneer hij lijkt
op een zeventiend'eeuwsche kaart; als in de
kampioens (27), als in de Nijl" (5); wanneer hij
grooter aandoet in de Toren van Ransdorp,
in Tropenweelde, geestig als in den Nijl etc
Nieuwenkamp is een arbeidzame, die het Oosten
ui.t zijn Hollandschheid nagaat en noteert (hoe
anders dus dan Ten Klooster bijv!)
PLASSCHAERT
Bij een bloemstuk van Dirk
Schater, pictor
De roode bloemen in hun rijke dracht
Liggen gespreid op blauw-Japansche schaal,
En van veel rijpe kleuren gloeit gestraal
Als rosse toortsen brandend in den nacht.
Een bonte draperie in plooien zacht
Glooit naar omlaag in dralend neergedaal,
En bij der warme bloemen ademhaal
Praalt vogelgroep in gouden lakwerkpracht.
O harmonie van volverzade kleur,
Het is als zweeft een fijn aroom van geur
In 't rond, het al doordringend met zijn adem.
Hier is de idee van vorm en kleur en toon,
Hier heerscht de trots van 't welbereikte schoon
In toovertint en weidschen bloemenwadem.
EDWARD B. KOSTER
Kunstzaal De Rietvink"
J. A. A. M. VAN ES,
WASSENAAR
Perminanta tentoonstelling van schilderijen.
W. O. J. NIEUWENKAMP
Helle-boomen op Bali