Historisch Archief 1877-1940
No. 2459
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
i?*'
N.V. PAERELS
Mtublluring-Mq.
AMSTERDAM
MEUBILEERING
BETIMMERINGEN
Rokin 128 - Tel. 44541
COOK'S
BE6ROOTINGSREIZEN
niet in gezelschap, toch alle
onderdeelen volgens wensen van den
passagier vooruit geregeld
WAARBORGEN EEN
IDEALE VACANTIE
VRAAGT INLICHTINGEN
VIJGENDAM 10 - AMSTERDAM
Uw leverancier uitsluitend
Delftsche Slaolie
Plantenvet
EXTRA
DELFIA
f 1.20 per hecle, f 0.75 per halre
flejch (verpakking inbegrepen).
f 0.58 per tablet van
K.8. netto.
Let op het
Gedeponeerd Handelsmerk
%
Het feit, dat er dagelijks meer
WHITE
VRACHTWAGENS EN OVNIBUS EN
op den weg verschijnen, spreekt voor zich zelf.
De prijzen zijn concurreer end.
ALLEENVERTEOENWOORDIOINQ VOOR NEDERLAND:
N.V. Gebrs. NEFKENS' Automobiel Maatschap]
ALLEEN: AMSTERDAM, Jacob Obrechtstraat 26, Tel. 2!
UTRECHT, Nachtegaalstraat 55, Tel. 3061.
Geen filialen, ook niet in andere plaatsen.
07.
Motor- en Zeiljachten
TB KOOP, In diverse grootten en prijzen.
Lijst van In commissie staande vaar
tuigen gratis en franc* toegezonden.
BlNGHAn « LUOT
APD. JACHT AGENTUUR
Slepersvcst 1 Rotterdam
NAAR MAAT
Fr. SINEMUS
20 Leidschestraat 22 - Amsterdam
ONZE BOOMEN
Onze hoornen: hun groei en bloei door
C. Clarke Nuttall, voor Nederland bewerkt
door W. Kuhfus. Zutphen, W. Thieme & Co.
Er is zeker geen land ter wereld, waar zooveel
boeken over het natuurleven verschijnen als
Engeland. Daar loopt veel bocht onder, maar
het meerendeel is toch altijd wel geschikt voor
den een of anderen kring van lezers. In den regel
zijn die boeken overvloedig geïllustreerd en goed
verzorgd, en 't is geen wonder, dat sommige
Hollandsche uitgevers er door bekoord worden en
vertalingen er van laten bewerken voor de Neder
landers, die geen Engelsch verstaan. Het
boomenboek, dat ons ter bespreking is toegezonden, mag
?gerekend worden tot de goeden in zijn soort.
Het geeft de levensbeschrijving van een
vijfen.twintigtal soorten van boomen, die ook bij ons
in bosschen en hagen en langs de wegen voor
komen en het zou zelfs eenige aanspraak op vol
ledigheid kunnen maken indien we er de
Jene" verbes, de Vogelkers en de Accacia niet in moesten
missen. Waarom die niet en de wollige Sneeuwbal
wel? Zie je, dat komt nu van dat vertaalwerk.
Vrij uitvoerig en over het algemeen zeer juist
vertelt de schrijver hoe elk van die boomen bloeit,
hoe zijn knoppen ontluiken en hoe hij opschiet
uit het zaad, alles geïllustreerd door fraaie foto's
van bloemen en kiemplantjes. Daar loopt slechts
een enkele vergissing onder in het hoofdstuk van
den eik. De ongeduldige villa-tuin-bezitter die
la Haarzuilen alles dadelijk kant en klaar en
hoog-opgeschoten wil hebben, denkt er meestal
"niet aan, om boomen te zaaien. Ik kan echter
uit eigen ervaring verzekeren, dat er groot
genoegen in steekt, om eigen gezaaide hazelaars,
meidoorns, lijsterbessen, ahorns, esschen, dennen,
eiken, och eigenlijk allemaal te zien opgroeien
tot bloeiende en vruchtdragende boomen. Dat
geeft een heel wat intiemer omgang met die
mooie wezens. Het is zeer zeker een verdienste
van dit boek, dat het dien omgang helpt bevor
deren.
De vertaling is over het algemeen te loven,
al zijn er voor een schoolmeester wel een paar
grappige foutjes te vinden. Green fly is niet
groene vlieg, maar bladluis, druipend voor droo
ping deugt ook niet; l Augustusscheuten"
noemen wij liever Sint-Janslot, moths is heel wat
anders dan motjes. Dat Chiron, de Centaur,
in dit boek bevorderd wordt tot centurio, zal
hem zeker in het schimmenrijk nog wel eventjes
opvroolijken.
Dat zijn echter dingen, die ik niet zoo heel
kwalijk neem. Erger is het, dat dit boek, dat
voor Nederland bewerkt" heet te zijn, van de
. eerste pagina tot de laatste geheel in de Engelsche
stemming biijft: Engelsch landschap, Engelsche
citaten, Engelsche folklore en dat ons lieve Neder
land slechts af en toe om het hoekje komt kijken.
Nu weten mijn lezers wel, hoe hoog ik loop met
Engeland en met Amerika. Zonder hun litteratuur
over Natuurlijke Historie waren wij hierin Neder
land stellig niet zoo ver gekomen, als wij nu zijn.
Ook zou ik er volkomen vrede mee gehad hebben
wanneer dit boomenboek gewoonweg uit het
Engelsch was vertaald, zonder verdere pretentie.
Maar van een bewerking voor Nederland"
moeten wij meer verwachten. Ons land neemt wat
woudrijkdom betreft in de wereld slechts een
zeer nederige plaats in, doch dit neemt niet weg,
dat verscheidene van onze landschappen juist
door hun boomgroei een zeer bijzondere bekoring
uitoefenen en daarvan had ik in dit boek wel het
een of ander willen zien: de beuken op de Veluwe,
de eiken van Drente, Twente en Achterhoek,
Onze berken op Rhederoord bij De Steeg
den weelderigen boomgroei in sommige streken
van Utrecht, de strijdbare helden langs de zee.
Wat komt er terecht van onze Wilhelminalinclen
en Julianaboomsn? Hoe is het mogelijk om over
populieren te schrijven, zonder te gewagen van de
Canada's in Brabant, wier bloei in 't voorjaar
waarlijk niet onder doet voor de pracht der
bollenvelden of de weelde van de boomgaarden
der Betuwe. En de vlier ! Dat is niet, zooals men
veelal aanneemt de boom der slordige erven en
achterbuurtjes maar een zeer bijzonder sieraad
van de duinen en wilt ge hier reppen van volks
geloof, welnu dan is Ritskemoei van Ameland
er ook nog. De Zeepijn heeft voor onze duinbe
planting weinig waarde, maar er is thans alle
reden, om den Oostenrijker te prijzen en te gewagen
van de belangrijke plaats, die deze boom thans
vervult in ons landschap. Wie wat van de echte
Zeepijnen wil zien moet alweer naar Brabant.
Ja Nuttall's boek is wel in vele opzichten zeer
goed, maar de vertaler moet er nog wat meer aan
werken eer het inderdaad den titel mag voeren
van Onze boomen".
Er zit iets aandoenlijks in dat onze". Mij
behooren alleen de boomen in mijn eigen tuin en
met eenige beperking die van de natuurmonu
menten, de gemeenteterreinen en het Staatsdomein.
Doch ook alle andere boomen in ons land zien wij
aan met de oogen van, nu laat ik zeggen, den
gebruiker, meestal tot onze vreugde, dikwijls
met zorg en verdriet. In de laatste weken zijn
wij opgeschrikt door de angstkreet dat onze
boomen" bedreigd worden door een geheim
zinnige en noodlottige ziekte. Een paar jaar
geleden heeft zich de iepenziekte" geopenbaard,
thans zouden ook andere boomsoorten worden
aangetast en verbeeld u nu eens, dat al onze
boomen zouden sterven ! Deskundigen verkondigen
tegenstrijdige meeningen. en niemand weet,
hoe 't loopen zal.
Inderdaad, wanneer ge in ons landje rondkijkt
en in het bijzonder in de provincies Noord- en
Zuid-Holland, dan ziet ge doode en stervende
boomen bij dozijnen en toch wel meest iepen.
Gisteren op een ritje door Noord-Holland zag ik
er honderden, maar deed in een groot aantal
gevallen de overtuiging op, dat naast ziekte toch
ook wel heel dikwijls slechte behandeling de
oorzaak is van den achteruitgang. Verreweg de
meeste van de doode boomen staan langs de wegen
en daar wordt op allerlei manieren aan gemorreld.
Een heel rijtje was ziek geworden, doordat hun
overburen aan de andere zijde van den weg waren
weggekapt voor den aanleg van een tramwissel
en daardoor waren ze plotseling blootgesteld aan
den feilen Noordwester. Een iep is een zeer gedul
dige boom, maar als h j moet groeien tusschen een
stellen slootkant en een tot aan zijn voet dicht
beklinkerden straatweg, dan krijgt hij het wel wat
benauwd. Een andere had de helft van zijn
wortelstelsel moeten missen door den aanleg
van een zijpad. Nog andere waren geheel ont
bladerd door ringelrupsen en door de rupsen
van de bastaardsatijnvlinder. Het aanta! der ge
heimzinnige gevallen wordt daardoor al aardig
beperkt. Ook komt er nog bij, dat wij onze
bosschen aanleggen op de minderwaardige gronden
en dat, zooals prof. Stomps in het Handelsblad
zeer terecht opmerkte, de weersgesteldheid van de
laatste vijftien jaren op sommige grondsoorten
werkelijk groote moeilijkheden aan de planten
en dierenwereld heeft bezorgd. De dieren, daar
wordt niet zoo bijzonder op gelet, maar daar zou
ik toch ook wel een zeer alarmistischen boom
over kunnen opzetten.
Het is nu de vacantietijd, en wij zwerven,
hoop ik, door heel Nederland heen. Willen we nog
eens ter dege opletten? Ook in de bosschen zelf.
Het zou wel een beetje beschamend zijn, maar
toch ook wel geruststellend, indien wij ontdekten,
dat werkelijk het grootste aantal der sterfgevallen
te wijten is aan slechte behandeling. Dat zou
een reden te meer zijn, om toch altijd en overal
op te komen voor de belangen van onze boomen."
Ook vind ik het slordig, ergerlijk en gevaarlijk
dat men de doode stammen maar stilletjes jaren
achtereen laat staan.
JAC. P. T H ij s s E