Historisch Archief 1877-1940
No. 2460
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
13
OPENLUCHTSPEL TE
OOSTERBEEK
De Vereeniging tot Bevordering van het Vreem
delingen verkeer i te Oosterbeek heeft een
avondspel met spel- en lichttafereelen doen opvoeren,
waarbij Johan Wesselink den tekst geschreven
heeft. De titel is: De Koning komt!" en de
schrijver stelt zich bescheidenlijk op den achter
grond, in dien zin, dat hij verklaart dat elke rol
slechts aangeduid is ronder meerdere uitspinning
dan noodig is om de beteekenis der figuren en de
symboliek naar voren te brengen. Het licht en
zijn verschillende kleuren moest dan de zichtbare
symboliek zijn. «f
Zóó gesteld verwachtten wij dus een kijkspel
en in die verwachting zijn wij stellig niet bedrogen.
Het spel zou om 9 uur beginnen en reeds om
half acht togen wij het was Woensdag 30 Juli
een warme avond naar den Eendjesvijver
op den Hemelschen Berg. De regisseur Coen
Hissink was zoo vriendelijk geweest ons van te
voren de plaats aan te wijzen waar wij het best
zitten konden -om de hoofdtafereelen te zien.
Tegenover de plek waar het publiek zat, aan den
anderen kant van den vijver, stond een houten
groene bank een heel gewone alledag-bank ,
die voor deze gelegenheid den troon des konings
beduidde. De eendjesvijver was de eendjesvijver
als gewoonlijk, de eendekooi was het natuurlijke
requisiet, het eendegekwaak begeleidde het spel
zonder dat de regie daar eenigerlei werk mee had
gehad.Welkegoede dilettant-spelerszijn eenden!Wij
waren er om half acht en zagen dus
devoorbereidselen, de voorpret. Johan Wtsselink was in de weer,
vriendelijk, vlot en vlug, een praatje hier, een
praatje daar, terwijl hij telkens opgeschrikt werd
door stemmen, die hem riepen. Kleine, groene
De Koning komt
lampjes vóór den vijver werden ontstoken:]het
voetlicht, dat weerkaatste in het watervlak. Ge
dempt groen licht. In de verte tusschen de boomen
talrijke roode en gele lampionnetjes, vreugde
guirlandes omdat de koning zou komen. Dan
nog lantaarntjes met heller licht vlak tegenover
den vijver tusschen de boomen: bovenlicht. En
steeds de reflex in het water. Feeëriek,
droomstemming verwekkend. En in dde stemming
gerakend, voelde men zich mild gestemd om te
apprecieeren wat te apprecieeren viel en dat was
veel! De hoofdrollen werden vervuld door be
roepsspelers: Coen Hissink was de edele, roemrijke
koning, Truus Post de booze heks, mejuffrouw
Hildesheim, leerlinge van de Tooneelschool, het
arme maagdelijn. De tekst is naief en als illustratie
wel geslaagd. De koning komt na zijne glorierijke
overwinning. De vijanden van den Koning willen
hem vermoorden, maar durven niet. Dan verbin
den zij zich met de heks, De heks durft. De Koning
zal sterven vóór den ochtend. Zij gaat in het
vuur een gouden beker smeden en wie dien aan
raakt zal sterven vóór den ochtend. Men zal hem
den Koning schenken. Geen der vijanden echter
waagt het den kelk te reiken. De heks biedt hem
het arme maagdelijn, dat het gesprek heeft af
geluisterd. Zij zal zich opofferen voor den Koning,
neemt het geschenk en slingert het in den vijver.
Voor het naderend licht vlucht de booze heks.
De bazuinen klinken met
eendegekwaak-accompagnement. De Koning komt! Het volk heft
een lied voor den Koning aan. Een dansspel
van licht en kleur om den Koning. Het Koningslied
is vervaardigd door Tony de Ridder, waarmee
het werk van den dankbaren schrijver Wesselink,
blijkens zijn voorwoord, is verrijkt." Het lijkt
veel op een Sinterklaasvers.
De Koning bespeurt het meisje,'dat hij tot zich
roept.
De Koning met zijn edelen en bazuindragers,
omstuwd door zijn volk gaat door de lanen van den
hof naar zijn paleis," gelijk de tekst. Het meisje
blijft alleen, mijmert over den naderenden dood,
dien zij moedig en dankbaar tegemoet treedt.
Zij is bereid. De heks springt weer te voorschijn.
Het meisje echter gaat door lichten schijn. Heksen
verdragen geen licht en ook deze heks vlucht.
Uit het duister zweven lichtende elfen aan naar
den vijver.
Daar de dilettanten grootendeels figuratieve
rollen speelden waar er gesproken moest worden
was het wel eens iets te mooidoenerig kunnen
wij nog even iets over de beroepsspelers zeggen.
De regie van Coen Hissink was uitstekend. Alles
liep vlot en het was een kleurenrijk, schoon geheel.
Dit globaal genomen. Gedetailleerd: het was vol
licht en . . toch was het nog te duister. Zoo
konden wij, ondanks de flambouwen, het gelaat
der heks niet zien, noch dat der moordenaars,
noch vaak dat van het meisje. Er werd te zeer
op het HcMeffect gewerkt, waardoor . . er te
weinig licht was. Speelmogelijkheden gingen dus
verloren. Als Koning bracht Hissink het edele,
het milde, het goede, sterk naar voren. Truus
Post als heks gaf zeer mooi spel in het moment,
waar zij den gouden kelk uit den gloed haalt,
maar was te weinig spookachtig, te weinig schrik
wekkend. Eene verrassing bood het spel van
mejuffrouw Hildesheim, die buitengewoon mooi
genvtanceerd van stem het meisje in hare
schamclheid, opofferingsgezindheid, stervensmoed en
verheerlijking gaf.
Alles te zimen: eene vertooning vol poëzie,
gloed en schoonheid, waarvoor wij de Vereeniging
tot Bevordering van het Vreemdelingenverkeer
te Oosterbeek, den schrijver Johan Wesselink,
den regisseur Coen Hissink, de lieve danseressen en
de overige toegewijden dankbaar kunnen 2,ijn.
EDMOND VISSER
De dans der elven