De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 9 augustus pagina 17

9 augustus 1924 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD^VOORINEDËRLAND 17 JOSEPH CONRAD f ONZE KOLONIËN: Z. W. CELEBES Teekening voor de Amsterdammer" door J. G. Sinia Teodor Jozef Konrad Korzeniowski is gestorven. Bijna acht en zestig jaar oud. Hij was niet sterk. Al in 1894 kon hij, de Britse koopvaardijkapitein van Poolse afkomst, het zeeleven niet meer vol houden. Toen maakten de omstandigheden 'm tot romanschrijver. Het volgende jaar verscheen Almayer's Folly; het jaar daarop An Outcast of the Islands; weer 'n jaar later The Nigger of the Narcissus. In 1898 werd 'n bundel schètswerk, Tales of Unrest, door de Academy (geen instituut, maar 'n tijdschrift) bekroond. Jaar in, jaar uit kon men rekenen op 'n nieuw boek door Joseph Conrad". Nu is 't uit. .Hij had veel van de wereld gezien, misschien meer dan Kipling. Hij had veel gefantazeerd, hij de verbeeldingsmens, die in z'n jeugd niet met rust gelaten was door z'n voorstellingen en illuzies betreffende het zeeleven; die in z'n jeugd, zonder 'n woord Engels te kennen, genoopt door onweerstaanbare innerlike drang, dienst had genomen op 'n Engels schip. Hij had veel gefanta zeerd, misschien nog meer dan H. O. Wells. Had ie meer te vertellen, wist ie meer te vertellen dan Wells of Kipling? Het antwoord is twijfelachtig. Conrad heeft, in Engeland, 'n aantal warme bewonderaars (Walter de la Mare is er een van). Maar weinigen prijzen 'm om z'n talent als verteller. In werkelikheid is ie 'n typiss moderne verschijning op letter kundig terrein. Zoals de dichters van vers libre, wars van het oude en afgezaagde, wars ook van wat de burgerman als geach&veerdheid beschouwt, gedichten leveren, die óf lezen als aantekeningen om later uit te werken, óf als interlineaire verta lingen van hetgeen in Spaans, Arabies of Chinees, wél vormdistinktie vertoonde, zó zag Joseph Conrad af van het recht waarop elk verteller steeds aanspraak heeft gemaakt: het recht om boven de stof te staan; het recht om daarmee om te springen naar hartelust; het recht om te weten waarom Jan zus deed en niet zó, en Piet zó en niet anders. Hardy staat boven z'n stof; Conrad staat er vóór. En tracht er achter te komen. En probeert de ene inham in de rotswand na de andere, en spaart z'n lezers geen van z'n mislukte pogingen. Dat doet ie bewust, met artistiek besef. De lezer moet leren inzien, dat het zo moeilik is.tot 'n oordeel te geraken betreffende de mensen en hun al of niet in de meeste gevallen inderdaad min of meer lakens waardige daden. En heeft men eindelik alle gegevens, en zijn alle betrokken personen ondervraagd, dan is 't nog maar 't wijste, geen oordeel uit te spreken. Je kón morgen nog 'ns tegen iemand aanlopen die ook nog wat wist, 5 charge of a décharge . . Conrad wordt veel geprezen, maar zal 't nooit ofte nimmer brengen tot populariteit, 't zij die van Dickens, 't zij die van Wells. Niet omdat z'n werk kaviaar is voor de menigte. Maar wegens 'n teveel aan deeg in verhouding tot de gist. Hij is lang van stof, als Palmerin de Inglaterra. Maar bij de laatste zijn het zwaardslagen en speerstoten. Bij Conrad words, words, words. WILLEM VAN DOORN DE WALANA Een der grootste rivieren van Z. W. Celebes hoewei nog grootendeels onbevaarbaar, is de Walanaë. Deze rivier doorstroomt het landschap Soppeng van Zuid naar Noord, stort zich in het meer Tempéom dit weer in oostelijke richting onder den naam van Tjenrana te verlaten en bij Palima in de golf van Boni uit te monden. Gsduiende het droge jaargetijde een vrij onaanzienlijke stroom, welks water langzaam tusschen de hooge oevers vloeit, kan zij in de natte moesson geweldige afmetingen aannemen en het omliggende land over reusachtige afstanden overstroomen. Berucht is zij ook om de vele krokodillen en ofschoon de bewoners der kampongs langs haar oever hunne badplaatsen met een stevig paalwerk omgeven (op de teekening is zulk een paalwerk zichtbaar) toch belet dit niet dat jaarlijks aan deze ongure beesten vele menschen ten bffer vallen. ^ In verband met dit laatste herinner ik mij, dat ik eens in een klein wankel prauwtje deze rivier moest oversteken. Nu was de wankelbaarheid van dit prauwtje nog niet zoo erg, maar erge r was het, dat het een groot gat vertoonde dat gelijk met den waterspiegel kwam, toen ik met den Boeginees, die mij over zou zetten, instapte. Het water stroomde dan ook lustig naar binnen en naarmate wij vorderden zonk ook het prauwtje dieper weg. Wel trachtte de Boeginees, die aan mijn gezicht zag, dat ik mij minder op mijn gemak gevoelde, mij gerust te stellen met een aüja matau, déna megaga" (wees niet bang, er gebeurt niets) doch ik was niet eer gerust, voordat ik wederom voet aan wal zette. Maar toen was het ook, hoewel mijn Boeginees gelijk had gehad, meer dan hoog tijd, dat wij ons doei bereikten en stond het nietige ding op punt onder ons weg te zinken. J. O. SINIA JOSEPH CONRAD f H. VAN LOON. De muggen dansen. Rotterdam 1923. W. L. en J. Brusse's uitgeversMaatschappij. De boeken van den heer van Loon vallen in de eerste plaats op door hun eigenaardigen stijl. Er is in zijn saamgedrongen zinsbouw iets stroefs, iets hards, dat soms geforceerd aandoet; zijn stijl is kortademig; er is een vreemde nervositeit in; zijn schrijftrant doet mij soms aan als de taal van een kind, dat, in zijn angst om niet alles wat het op de tong heeft, te zullen kunnen uitzeggen, maar gauw alles er uit gooit, onbeheerscht, met ras over elkaar heen gooien van woorden op woorden. Zoo was mijn indruk althans uit de beide vorige romans, Trouweloozen"en Geteekenden"; deze nieuwe roman laat mij het dadelijk met vreugde constateeren geeft een veel grooter mate van beheersching aan, en toont nu tevens, dat de heer van Loon, op zijn best, veel kan. De muggen dansen" is een goed boek. De titel geeft met treffende juistheid den inhoud aan: symbool der ongewisheid van 't menschenlot. Marcel Dusar, de jonge Franschman, geslingerd door gevoel en ideaal van binnen uit zoowel als door dingen van buiten en wat voor dingen: het boek speelt in Frankrijk, in oorlogstijd, voor een groot deel aan 't front is geen zwakkeling, geen decadent. Een pathologisch geval wilde de schrijver niet geven. Het gegeven van zijn boek gaat breeder uit: naar de beperktheid van alle menschenmacht. Ik schrijf het volgende fragmentje af, als typee rend voor de manier, waarop de heer van Loon in enkele lijnen een mensen, of wat daar voor doorgaat hier een hoofdverpleegster achter het front kan teekenen: Hij haatte haar van het eerste oogenblik af. Ze had een aanmatigenden neus, een wijden, vormloozen mond als een omwalde gleuf, oogen als gifzwammen, een schrille en bedilzieke stem gelijk heel het wezen n stuk eigengereide be reddering was, die de menschen om haar heen met machteloosheid, zoo niet: met eerbied sloeg, omdat haar zelfbewuste, gehuichelde nederigheid van evangeliste, geen tegenspraak duldend, slechts weerzin, vrees en het verlangen, zoo min mogelijk met haar te maken te hebben, inboe zemde. Zij was de belichaamde deugd in haar hatelijksten vorm, elke zwakheid was haar vreemd. Met ondergeschikten had ze telkens ruzie. Als ze vriendelijk deed, was ze volslagen onuitstaanbaar. Het kronkelige doen van het pappige lichaam, het draaien van de stekende oogen, die ze lokkend trachtte te laten gloeien, het paaien van de valsche, weeëstem, terwijl de snoekemond be moedigend glom, dat alles maakte hem ziek". (bldz. 25). Zoo'n juffrouw staat er; wie kans ziet, loopt weg. ,,De muggen dansen" behoort zeker tot het beste, wat de heer van Loon tot nu toe schreef. HERMAN MIDDENDORP VAN NELLESVARINAS GOUDZEGEL 5O cis. perPakje.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl