Historisch Archief 1877-1940
2460
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
21
VAN AVOND ELF UUR"
(opgevoerd door het Rotterdamsch Hofstad-Tooneel)
Teekeningen voor de Amsterdammer" door B. van Vlijmen
JULES VERSTRAETE
(Ottokar)
LILY BOUWMEESTER
(Inge)
W. HUIJSMANS
(Mr. Konjunktiv)
A. TARTAUD?KLEIN
(Tante Otillie)
JAAP v. d. POLL
(Peter Peter)
BIJ EEN lOOsten GEBOORTE-DAG
ALEXANDREDUMASII (1824-1924).
Eerst een rectificatie, van goed ingelichte
zijde":
Dumas de Zoon is niet, zooals zijn grappige
maar verstrooide papa zich meende te herinneren
en de dictionnaire-Larousse verzekert, op den
29sten maar op den 28sten Juli 1824 geboren.
Mijn waarde confrater luidt een briefje
van Dumas II aan den heer Julis Martin, schrijver
o.a. van de biografische werkjes NOS Artistes
en NOS Académiciens ik ben n dag ouder.
De dictionnaires noemen den 29sten Juli als
mijn geboorte-dag. Maar ik ben op 28 Juli 1824
ter wereld gekomen en ik vind het heelemaal
niet prettig dit te schrijven in 1895!
Bien cordialement votre
ALEXANDRE DUMAS
Arme Dumas!
Vél eeuw-feesten zullen er, vrees ik, wel niet
van hem gevierd worden. Want nu, nog geen
dertig jaar na zijn dood, is hij al zoo goed als
vergeten. En zijn oeuvre" mét hem.
De Academisch-onsterfelijke schrijver van La
Princesse de Bagdad, van La Visite de Noces,
van Denise, van Francillon, van L'Etrangère,
van Monsieur Alphonse, van La Dame aux Camélias
etc. etc. etc. maakte zich trouwens geen gróóte
illusies omtrent de onvergankelijkheid van zijn
faam. Niet altijd, ten minste:
Corneille en Racine, Rossini en Meyerbeer zijn
groote geesten in verschillenden vorm. Olück is
blijven voortleven en Piccini is in vergetelheid
geraakt. Ik-zelf, die een Piccini der toekomst ben . .
schrijft hij in 1888, aan Paul Alexis, aan wien hij
vóór zijn algeheele verdwijning" den raad geeft,
om voortaan, in zijn critische opstellen af te zien
van de vergelijking, lees: de hierarchiseering, der
schrijvers en kunstenaars:
P La verité, a mon sens, la voici: certaines
oeuvres s'adressent a de certains tempéraments,
de certains milieux a un certain age." Deze
verschillen van geaardheid, van omgeving, en
van leeftijd doen de verschillen van meening
ontstaan, door geen redeneeringen te verhelpen.
Vandaar de passie vóór of tegen, bij de lezers. Bij
de eene groep de buitensporigste bewondering,
bij de andere de smadelijkste verguizing. De ncn
vinden een meesterwerk wat voor de anderen
een vuiligheid is. Alles is een zaak van persoonlijke
stemming, geinfluenceerd door de meening van
een omgeving, van een ,,school", van een krant,
of van een kletstaTel in een bierhuis . .
Verder moet men, leeraart Dumas, bij het
toetsen dezer uiteenloopende appreciaties, rekening
houden met het eigenbelang, de eerzucht, de
armoede, de afgunst, de onwetendheid, de vriend
schap enz. der beoordeelaars, met de wolven die
huilen en de schapen die volgen."
Maar dit alles hindert niet! Le temps passé,
et justice se fait," de tijd en de gerechtigheid
waarvan Dumas, met al zijn
Piccini"-nederigheid, hoopt dat zij hem, in de hiërarchie der
schrijvers en kunstenaars, een behoorlijke plaats
zullen verzekeren, de critiek ten spijt die hij bij
zijn leven te verduren heeft gehad.
De precedenten zijn immers daar!
La'Bruycre in eigen persoon mag dan zeggen
dat Molière's stijl niets anders dan koeterwaalsch
is, Molière's stijl zal een onvergankelijk voorbeeld
blijven, zooals Labruyère's stijl trouwens ook.
Alle groote critici, en, mét hen, Napoleon als
ik mij niet vergis, mogen beweren dat Manon
Lescaut een voor keukenmeiden geschreven boek
is, Manon zal vóórt-leven zoo lang er
hartstochtelijk-verliefde jonkmannen en naar op een weelderig
leven hunkerende, knappe meisjes zullen zijn,
d.w.z. ten eeuwigen dage."
En wat den vorm aangaat . .
Qu'importe Ie flacon, pourvu qiïon ait l'ivresse \
Of gij u bedient van den vorm van Rabelais
of van Jean Jacques, van Marivaux of van Balzac,
van Le Sage of van Scribe, van Bossuct of van
Béranger, van den abbéPrévost of van Zola,
eiken keer dat gij het menschelijk gemoed op de
juiste plek zult hebben getroffen, zult gij een werk
van duurzamen aard hebben geschapen."
Vél fantasie is er niet toe noodig om hier,
tusschen de regels een pleidooi pro domo te lezen
en een beroep op het oordeel der na-geslachten,
die al zoo menig vernietigend vonnis hebbun
herzien. Heeft niet La Harpe van Le Barbier de
Séville gezegd dat het stuk walgelijk onzedelijk
(d'une immoralitédégoütante)" was, en heeft
niet Geoffroy Le Mariage de Figaro gequalificeerd
als een gemeene klucht, vol zoutelooze moppen?"
Mevrouw de Sévignéwas overtuigd dat Racine's
vogue van een even voorbij-gaanden aard zou zijn als
de vogue der koffie (?Racine passera comme Ie
café") en volgens Lamartine was. Jean de La
Fontaine ,,gén dichter."
Eh ! bien . . Rosine, Figaro, Chérubin, zijn,
in gezelschap van De Wulf en liet Lam, de Krekel
en de Mier, Plièdrc en Andromaqne op weg naar de
onsterfelijkheid . . En wat de koffie aangaat,
die Voltaire vier-en-tachtig jaar oud heeft laten
worden, tenzij zij hem voor zijn negentigste
jaar gedood heeft het is aan haar dat negen
tiende der bewoners van Europa bij hun ont
waken het rst denken, hoe vervalscht de melk
ook mag zijn waarmee zij haar zullen gebruiken."
Aan het slot van zijn brief geeft Dumas aan
Paul Alexis dien hij, zalvend, mijn beste
jongen" noemt! den raad, om, in het vervolg
geen moeite meer te doen de nakomelingschap
den kost voor te kauwen," noch, voor de toe
komst, plaatsen te bespreken voor uw groote
en kleine tijdgenooten. Cliacun se casera non pas
sclon ce qn'an aura dit de lui, mais selon ce qu'il
aura fait . ."
En het epistel eindigt met een nobele tirade:
Daar is in de kunst geen classificatie, daar is,
in n woord, geen oude of nieuwe school. Daar
bestaat, door alle tijden hec'ii, datgene wat ont
roert, wat bekoort, wat verheft, wat béter-maakt,
wat léft, wat schoon en menschelijk is."
Het is schoon gezegd !
Maar van Dumas' omvangrijke productie heeft
behalve zijn nu en dan nog opgevoerde Dame
aux Camélias, weinig of niets de l (Jde eeuw overleefd.
Onbillijk lijkt deze kortstondigheid niét.
Parijs 20 Juli. A L E x A N D E R C o H t: N
De Drie Zwarte Penny's
door JOSEPHHERGESHEIMER
Uit het Amerikaansch vertaald
door CL. BIENFAIT
Geïllustreerd omslag van IS. VAN MENS
De H. en W.-Serie Deel 7
Ingenaaid f 2.90 Gebonden f 3.75
The Times" schreef: Een ongewone
roman, die men moet lezen, rustig, aandachtig
en met een gevoel van luxe".
Uitgave: Van Holkema & Warcndorf, A'darn