De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 9 augustus pagina 5

9 augustus 1924 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND HET NIEUWE CHINA Hoe is de verhouding tusschen Europeanen en het nieuwe China, dat eigenlijk met het zich ontwikkelend China" beter betiteld ware? Ziehier een vraagstuk van bizonder groote beteekenis, niet alleen voor de in China wonende Europeanen, maar ook voor die landen, wier industrie en handel voor een deel op het afzetgebied in uitge strekt China zijn aangewezen. Het is niet verstandig de waarheid te ontkennen, dat wij westerlingen in China ongenoode gasten zijn, die getolereerd worden, mits zij zich aan de bestaande Chineesche toestanden onderwerpen en geen machtsmiddel gebruiken om zich speciale voorrechten te verzekeren. De Chineezen profiteeren gaarne van buiten landers, maar zoodra zij in hen geen voordeel meer zien, is de liefde geweken en in elk geval zag men het met leede oogen aan, dat Europeanen van China voordeel trokken, zonder dat het land er zelf op vooruit ging. De meerdere kennis van Europeanen wordt gaarne benut, om daarmede eigen tekorten aan te vullen, maar hiermede en met het koopen van in Europa vervaardigde machines voor electrische centralen of katoenspinnerijen, worden geen Europeesche opvattingen geaccepteerd. Wat we van jelui kunnen gebruiken, nemen wij volgaarne aan, maar voor de rest, laat ons met rust. Willen jelui hier geld verdienen en wij onder vinden er geen last van, goed, maar aanvaardt dan tevens de risiko's. Reist met onze spoorwegen, zoo je dit verkiest, maar eischt geen schadever goeding, als jelui door roovers worden opgelicht of beroofd. Willen jelui je, schoon ongevraagd, met ons zieleheil bemoeien, ga je gang, stuurt zendelingen, maar schreeuwt dan niet moord en brand, als zendingsstations vernield worden tijdens binnenlandsche onlusten en zendelingen worden ontvoerd of gedood. Het is ons goed recht in eigen huis te doen, zoóals wij dat verkiezen: dit ongeveer is de opvatting van hedendaagsch China. De kloof tusschen Oost en West is geweldig groot en hoe meer men met het Oosten bekend wordt, des- te sterker springt deze waarheid naar voren. Het is niet de kwestie, of een enkele kunste naar de Oostersche atmosfeer kan aanvoelen, maar: hoe staat de massa tegenover de massa? Wij bezien het leven geheel en al anders, hebben een geheel andere moraal dan onze gele broeders. Het is voor ons daarom zoo uiterst moeilijk van ziel tot ziel. te spreken en meestal blijven de onderhandelingen hard en koud, in het beste geval de Europeaan zich krampachtig vasthoudend aan zijn principes, de Chinees niet begrijpend waarom het menschelijk (Chineesch-menschelijk) gevoel geen woordje meespreekt. Dergelijke onderhandelingen loopen natuurlijk mis uit voor die partij, welke de minste troeven in handen heeft, tenzij de belangen van beide partijen min of meer overeenkomen. De Chinees gevoelt zich in eigen land. als een ridder in zijn kasteel en wij Europeanen worden slechts noodgedwongen geduld. Wij hebben ons in elk opzicht naar de Chineezen te schikken en hun zienswijze te laten meetellen, hoe uiterst moeilijk dit dikwijls is. In den regel neemt de Chinees niet de moeite ons tegemoet te komen, zich te verdiepen in onze opvattingen, te bedenken, dat wij Europea nen de kwesties anders bekijken. Trouwens het moge voor ons lastig zijn denChineeschen gedachte gang te peilen, voor een Chinees in China is het welhaast onmogelijk Europeanen te begrijpen. De zeer internationale verzameling buitenlanders in China vormen geen Europeesche maatschappij, daar zijn zij te eenzijdig voor. De meesten toch zijn kooplieden, in elk geval menschen hier in China gekomen, om meer geld te verdienen, dan in eigen land mogelijk was. De Chinees zal daarom in China nimmer in de gelegen heid zijn het Europeesche cultuurleven goed te beoordeelen en te apprecieeren. Als bewijs hiervan haal ik even aan, dat een Chineesche magistraat, die een uitvoering bijwoon de van een amateurs-tooneelvereeniging, niet kon gelooven, dat de in het ballet dansende dames (N.B. de meesten waren vrouwen van vooraan staande kooplieden) geen prostituees waren. De oorlog heeft het prestige van de Europeanen in China bizonder veel schade gedaan. Duizenden Russen stroomden van Siberiënaar China, waar ze in groote armoede leefden en vele mannen deden vaak werk, ais nooit tevoren door Europea nen in China gedaan werd. Van de Russische vrouwen en meisjes zal ik maar niet reppen. Nu is het een feit, dat de slechte Europeesche elementen spoediger in contact komen met de Chineezen, zij 't dan de laagstaande klasse, dan dat het goede type van Europeaan zich met hoog staande Chineezen verbroedert. Het is, geloof ik, niet moeilijk Chineezen te vinden, die aan smok kelen van opium en wapens willen meehelpen, tegen een aandeel in de winst. Juist door zijn strengere Europeesche opvattinAMSTERDAM ONTVANGT ZIJN GASTEN Teekening voor de Amsterdammer" door L. J. Jordaan LET UWE ASJEBLIEFT NIET OP M'N TWELET,.... 'K BEN KASUEEL DRUK BEZIG!" gen kan de beschaafde Europeaan zich zoo moeilijk aanpassen en vooral de manier, waarop in China handel gedreven wordt, stuit hem tegen de borst. Het is juist die aanhoudende strijd om eigen bestaan als Europeaan, die zoo enerveerend werkt, dat dagelijks vechten tegen zichzelf, dat trachten principes te bewaren, niettegenstaande de noodzakelijkheid er telkens weer tegen te moeten zondigen. Door hun numerieke meerderheid (een heel belangrijk feit) en hun sterk ontwikkeld cultuur leven, zij 't ook Chineesch cultuurleven, hebben de Chineezen zich niet alleen door alle eeuwen heen staande kunnen houden, maar alle indringers lieten zich op den duur kalmweg door den kolos opslokken. Wij Europeanen zouden ongetwijfeld denzelfden weg opgaan, indien wij niet zoozeer van cultuur leven verschilden, indien wij geen Europeanen konden blijven. E. P. B o o D E NIEUWE UITGAVEN In Psychotechniek en wetenschappelijke bedrijfs leiding (f aylorstelsel) geeft A. E. C. van Saarloos een inleidende beschouwing overde verschillende elementen der moderne arbeidskunde en de be teekenis daarvan voor den ondernemer en ar beider. Het boek verscheen bij de N.V. Uit gevers Mij. v/h Delwel, te Wassenaar. ** N. A. DE VRIES en P. VAN DER MEULEN hebben als afgevaardigden van de Nederlandsche Vereeniging tot afschaffing van alcoholhoudende dranken een reis gemaakt naar de Vereenigde Hotel des Pays Bas Den Haag Wagenstraat 102 KAMER MET DEGELIJK ONTBIJT VANAF f 3. Staten ten einde daar de werking van het drank verbod te bestudeeren. Eerstgenoemde vertelt van deze reis in een boek: De Nieuwe Wereld, Amerika 1923, dat verscheen bij J. B. Wolters' te Groningen?Den Haag. Bij denzelfden uitgever verschenen het eerste en tweede stukje van de Leesbockjes voor het tweede leerjaar door T. VAN DER BLINK en J. EIGENHUIS. Deze boekjes, die onder den algemeenen titel Langs Bloemen paden worden uitgegeven, bevatten voor het grootste gedeelte sprookjes. De teekenaar C. JETSES heeft ook in de plaatjes de sprookjes sfeer weten te brengen. L. DORSMAN en JAC. VAN DER KLEI vertellen in Dieremreugd en Leed met veel liefde over het leven der dieren. De schrijvers willen door de uitgave van dit boekje den kinderen liefde voor de dieren bijbrengen. De teekenaar H. VERSTIJNEN draagt met zijn plaatjes daartoe het zijne bij. J. B. Wolters is de uitgever. Levensverzekering Maatschappij H A A H l. E iti" W 11 H o ii s p l e i n ft DE VOORDEELIGSTE TARIEVEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl