Historisch Archief 1877-1940
, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 246@
ISRAËLS WEZEN EN WILLEN
PALESTINA, HET LAND DER CURIOSA
Palestina is zoo klein, en het heeft altijddoor
op de verbeeldingskracht der geheele wereld zoo
gewerkt, en de menschen rnet fantasie aangetrok
ken?het is geen wonder dat ge indit kleine land
de vreemdste fantasten, de uiteenloopendste
omgevingen, bijeen vindt.
Zooals hier naast het geloof het bijgeloof groeit,
zoo ook naast het Historische het Anecdotische.
Wij wandelen uit de oude stad naar beneden,
den hof van Gethsémanélangs, den Olijfberg op.
Daar staat een klein huisje. Voor eenige jaren
heeft ergens in Duitschland een jong meisje een
droom gehad : zij moest zich opmaken en naar het
Heilige Land tijgen. Daar zou zij op den Olijfberg
haar huis gereed vinden, zij zou er trouwen en een
Messias zou uit haar geboren worden.Zoo gedroomd,
zoo gedaan, het eenige huisje dat daar stond
bleek het huisje uit haar droom, een man die
voor haar Christus werd liet zich ook vinden,
nu wonen ze daar samen en het wachten is nog
maar op den Messias. Er zijn veel zulke fantasten,
op wie het Heilige Land een magische aantrek
kingskracht heeft uitgeoefend. In een kolonie
werden wij in onvervalscht Hollandsch begroet
door een Hollander met blond haar en met van
die helblauwe oogen zooals ze alleen aan de Noord
zee groeien. Die is voor twaalf jaar op een wereld
voetreis getogen en hier achtergebleven. Als
landbouwer in een Kewoatsah (= arbeidersgroep)
gegaan, Jood geworden, met een Chaloetsah
uit de groep getrouwd; zijn kinderen spreken
alleen Hebreeuwsch, en dat is ook zijn dagelijksche
taal. Maar zijn ridderlijke HoIIandsche aard ver
loochende zich niet: hij was juist eenige dagen weg
geweest, vertelde hij, naar het graf van
Trumpeldor. Dit is een jonge nationale held, een paar
jaren geleden bij de uiterste verdediging van een
vooruitgeschoven post tegen de Arabieren ge
sneuveld, zijn portret siert alle Hebreeuwsche
scholen. De rommel" bij het graf van dien volks
held had onzen Hollander te zeer gehinderd, en
voorzien van vele mooie planten en bloempollen
was hij uit zijn werk daarheen gegaan, hij had
het daar eens netjes in orde gemaakt " Het
werd alles eenvoudig verteld, ook die aandoenlijke
zorg voor het graf van den gesneuvelden vereerden
kameraad. Ja, zulke kernachtige kerels heeft
Holland te allen tijde opgeleverd en zal het altijd
blijven opleveren. Holland is immers het mooiste
en voortreffelijkste land ter wereld, en de Hol
landers hebben maar n gebrek: dat zij hun land
miskennen en niet genoeg eeren zoo verzuchten
wij HoIIandsche reizigers onder elkander.
Het jonge Hebreeuwsche geslacht dat zich hier
ontwikkelt is nog vrij wat minder eenvoudig:
als wij uit Egypte naar het land Kanaan komen,
staat er in Ludd waar wij uitstappen een auto
gereed. De chauffeur is de eerste moderne He
breeuwer dien wij op Hebreeuwschen bodem ont
moeten, in Palestina geborenen getogen. Wij kijken
hem dus goed aan; en zoo zien wij ook hoe hij,
om ons dit land binnen te voeren, zijn deeltje
Stefan George wegbergt! waarin hij juist verdiept
zat.
Lijkt u dit topzwaar, een chauffeur, die Stefan
George leest? Op de boot reeds hebben wij meer
van zulke arbeiders ontmoet. Daar was de Cha
loetsah, een meisje van achttien, negentien, als
landarbeidster op weg naar Palestina, dat mij vol
strekt de mij ontbrekende liefde voor
Dostojewsky wilde bijbrengen en niet rustte voor ik
alle deeltjes Dostojewsky die zij bij zich had
ongeveer haar eenige bagage had doorgelezen.
In de woontent van een landarbeidersgroep uit
Duitschland, in de buurt van Haifa, zag ik toe
vallig de bibliotheek: daar ontbrak de modernste
Duitsche litteratuur niet.
Er zijn ook klassieker figuren, die meer in het
kader van dit Bijbelsche landschap vallen. Die
oude vrouw,die uit Rusland gekomen was om haar
zoon te bezoeken. Toen zij kwam was haar zoon
dood. Ergens in Transjordaniëdoor Bedoeïenen
vermoord, niemand wist hoe en waar. De moeder
is hem gaan zoeken. Geld had ze niet, het land en
de taal kende ze niet. Veertig dagen is ze wegge
bleven, m dat dorre woeste land rond ge trokken.
Na veertig dagen van bedelen en vragen is ze
teruggekomen, het lijk van haar zoon voerde ze
in een doek gewikkeld op den ezel mede.
En het vrouwtje dat met acht kinderen een
jaar geleden uit Rusland was gekomen. Zij hadden
eerst geleefd in een van petroletlmblikken en leem
opgetrokken krotje. Eiken dag tegen donker was
de vrouw met de drie oudste kinderen uitgegaan.
Dan kwamen ze terug ieder een zak steenen
dragend, die ze gevonden of gesprokkeld hadden.
Die pasten ze dan op elkander, zoo groeiden de
muren. Nu woonden ze er in hun eigen gemetseld
huisje.
Veel van die jongt menschen die hier de vrijheid
komen zoeken, hebben den vreemdsten en meest
bewogen levensloop reeds achter zich. Die jonge
man is officier geweest in het leger van Denikin
gevangen doo. de Bolschewieken en tegen den
muur gezet om gefusilleerd t, worden door een
wonder als eenige ontsnapt nu werkt hij hier
in een kewoetsah" en vindt er den
BolscheWie ken-officie r die hem moest doen fusilleeren,
als kameraad terug. Dit jonge meisje is door de
Bolschewieken gevangen gezet, ontsnapt en te
voet hierheen gekomen. De ingenieur Ruthenberg
zelf, de ontwerper on uitvoerder van het groote
project tot electrificatie en irrigatie van Palestina,
ziet er niet voor niets zoo martiaal uit: hij is het
die den monnik Gapon heeft gedood, welke in de
revolutiedagen van 1905 zulk een funeste n.!
gespeeld heeft
Het zijn niet alleen de menschen, ook de milieu's
zijn hier elk voor zich zulk een kleine wereld,
dikwijls zoo onsamenhangend onderling en 'zoo
weinig met het land vergroeid dat gij er door ver
ward wordt. Wij ondernemen een tocht naar
Bethlehem. Dat is niet ver, een uur rijden van
Jerusalem. Het ligt er prachtig tusschen de
cypressen verscholen, zoodat ge het uit de verte
reeds als een Christelijk dorp herkent, want de
cypres is de Christelijke boom hier, zoo;ds de
olijf en toe t'' (een soort moerbe i) vooral Arabisch en
de Eucalyptus de Joodsche boom is. In Bethlehem
zien wij de Geboortekerk, waarbij ons door den
Christen-Arabischen gids geen enkel détail wordt
bespaard van de onstichtelijke ruzies tusschen
Armeensche, Grieksche en Roomsche katholieken.
De Armeensche patriarch meen ik heeft
zelfs een groot tapijt schuin door laten snijden,
omdat ik weet niet wie daar niet op mochten
knielen die dit toch gedaan hebben, en dat wordt
vol trots vertoond. Als wij dan weer naar buiten
komen is het landschap wel een troost voor
zooveel onheiligs, de golvende berghellingen vol
olijven en cypressen, en het dorp is lief en de
Arabische vrouwen die als Christin ongesluierd
loopen, zijn er heel bijzonder mooi,
Madonnaf.ezichten als de Huizerboerinnen.maardonkerder.
Wij rijden wat verder door een Arabisch dorp, en
klimmen dan tegen een berghelling op om er in
den tuin van het Russische seminarie daarboven
te wandelen. Een priester komt ons tegemoet en
als het dan blijkt dat een onzer Russisch spreekt,
is hij opgetogen en noodigt ons binnen. Het geheele
gebouw is verlaten: sinds den oorlog komt er
geen cent meer, de Russen hebben al hun zendings
werk in Syriëen Palestina op moeten geven. Hij
en zijn vrouw wonen alleen nog hier, in dit groote
holle gebouw, naar Rusland kunnen ze niet
terug, ze willen nu hier maar hun leven ten einde
leven. Zijn vrouw zit juist aan de thee, willen wij
niet met hen theedrinken? Wij volgen hem door
de lange verlaten gangen, en staan versteld bij
het binnentreden: in een groote zaal, aan het
hoofd van een kolossale gedekte tafel zit heel
alleen de vrouw. Het is juist Russisch
Paaschfeest, en vier enorme Russische paaschbrooden
getooid met papieren rozen staan er op tafel,
en schalen vol van de vreemdst versierde Russi
sche paascheieren. De wanden zijn bedekt met
oude portretten van Czaren en Czarinnen in
ouderwetsche kleederdrachten, en overal staan
bloemen. En op een aanrechttafel de echte Rus
sische notenkoeken en cakes en lekkers. Voor wie
staat dit alles hier klaar? wij zijn toch maar
toevallige gasten. Zitten die twee menschen hier
dag aan dag zoo, in hun Russische zaal in dat
verlaten gebouw, midden tusschen die Arabische
huisjes die als vogelnesten aan den berg hangen?
Wat zoeken al deze menschen in dat vreemde land,
in dat vreemde klimaat, waar zij hun eigen taal
nimmer hooren?
En deze menschen hebben ns nog wijdver
takt en wel georganiseerd missiewerk gedaan.
Maar wat doen de Russische nonnetjes in
AinKariem? Als wij naar Ain-Kariem rijden, ook in
den omtrek van Jerusalem, wandelen wij, aan het
dorp gekomen, te voet langs al die vruchtbare
terrasjes, waar geen duimbreed van den grond
en geen droppel van het water uit de koele
bron (dat is Ain-Kariem) ongebruikt blijft. Hoe
lieflijk en vruchtbaar is dit Arabische dorp! Wij
hooren zingen; als wij den drempel overgaan staan
wij verblind in een Russisch kerkje, waar het goud
der iconen en versieringen van de wanden straalt,
en de banken bezet zijn met knielende nonnetjes,
in 't zwart met rare zwart fluweelen popemutsen
op. Een non leest, voor het met bloemen versierde
altaar, met eentonige stem eindelooze Russische
zinnen. Telkens valt een onzichtbaar koor in,
veelstemmig en vreemd zoetvloeiend welluidend,
als Russische koren zingen. Dat gaat zoo uren
lang door, dag aan dag, geen nier-Russische klank
verstoort den Russischen ce red lenst wat zoeken
al die menschen hier? Wie zou hij het naar buiten
treden hier een Arabisch dorp in een Palestijnsch
landschap vermoeden? Wij wandelen nog
omhoog. Boven is het huisje van Zuster Anastasia,
het oude nonnetje. Een bank is er aan het huisje,
er groeien cypressen en in petroletlmblikken een
OOKT FRED J POESKE
ZANDBLAD - SIGAREN 8 enIO ets
prachtigbloementuintje van geraniums, pethunia's,
riddersporen, en al cie vertrouwde bloemen, en
de witgekalkte steenen muurtjes rondom, het is
alles zoo verzorgd en zoo lieflijk, zoo heel anders
dan het pathetische landschap vlak om Jeruzalem.
Later, beneden in het dorp, spreken wij weer een
Hollander, een voormali^en Witten Paterdie nu
met een Arabische vrouw getrouwd is en hier in
Ain-Kariem zijn tuinbouwland heeft. Hij wil
ons wel graag zijn kindje laten zien en hij roept
zijn vrouw. -Maar zij is een Arabische vrouw, ze
wil niet te voorschijn komen.
Arme Arabische vrouwen! In Egypte zijn ten
minste hun oogen vrij. In Palestina en Syriëloopen
zij altijd met dichte, meestal zwarte, sluiers voor.
Als in den ganschen omtrek geen man te beken
nen valt, slaan zij ze soms op?en dan ziet ge dat
hun teint van het bedekken niet frisscher wordt.
Zij hebben een hard leven: hoe dikwijls zagen wij
niet tegen den avond de mannen op ezels huis
waarts rijden, de vrouw met de last op de schou
ders erachter loopend. Zij werken heel hard op het
veld. De mannen ook, maar dikwijls dragen de
vrouwen dan nog kinderen, o p hun rug, in een doe k,
of op den schouder....
In en buiten Jerusalem, overal zijn de fantasten
te zoeken die dit land gehypnotiseerd heeft.
Wij zijn in de Amerikaansche kolonie genoodigd.
Hoe ie door Zweden gesticht is, kunt ge in
Jerusalem van Selma Lagerlöf lezen een heel
geslacht dat hierheen getrokken werd. Nu is
Mrs. Vester, die van de Zweedsche familie afstamt,
het hoofd der Amerikaansche kolonie. Zij leven
met vijftig, zestig man in een groot huis van de
opbrengst der souvenirs en snuisterijen die zij zelf
vervaardigen en verkoopen; maar Mrs. Vester
leeft toch met haar eigen gezin afzonderlijk.
Wij zullen er te dineeren gaan. En als wij nu de
donkere straten zijn doorgeloopen waar nog wat
armelijke Arabieren tegen de tuinmuren hurken,
langs de Jeschiaw's" (= talmoedleerscholen)
waaruit de eentonige zingzang van het
talmoedleeren opklinkt, dan komen we aan in een prachtig
met kaarsen hel verlicht huis, waar de
beeldschoone gastvrouw de gasten ontvangt in een
kring van roze-blonde dochters en boomen van
zoons, allen van ouder op ouder Palestijnen, en
allen zoo frisch en blond of ze in het hartje van
Engeland van een tennis-match kwamen. Wij zien
ook de verzameling opgegraven glaswerk uit den
Romeinschen tijd en ouder nog, een merkwaardige
verzameling van irrizeerende tranenvaasjes, doos
jes, Phoenicische kommetjes en zeldzame kost
baarheden. Die zou, tezamen met zulk een rijke
amulettenverzamelingalsikbijeen Jeruzalemschen
medicus zag, de kern van een fraai museum kun
nen vormen. Wat is hier nog veel te doen, te ver
zamelen, op te bouwen....
Het sterkst heb ik het anecdotisch-historische
van den mikrokosmos die Jeruzalem is, gevoeld
op het avondfeest bij den Hoogen Commissaris.
Te bedenken dat dit Paleis boven op den Olijfberg
is gebouwd door Keizer Wilhelm, in den tijd van
het toppunt van Duitschland's macht en glorie,
in den tijd van het pas gesloten verbond tusschen
Turkije en Duitschland. Bij gelegenheid van dat
zelfde bezoek aan Jeruzalem, waarop Herzl als
gunst werd toegestaan, zijn plannen voor een
Joodsch Nationaal Tehuis den keizer voor te
dragen. Die plannen werden versmaad als fan
tasterij en luchtkasteelen.... Keizer Wilhem
is gevallen, Duitschland vernederd. En in ditzelfde
Paleis zetelt nu de Joodsche Hooge Commissaris
van een Joodsch Nationaal Tehuis, door den
Volkenbond erkend. En hij ontvangt er de
Engelsche dignitarissen en al die Joodsche, die
zich dag aan dag inspannen om dit tehuis in wer
kelijkheid op te bouwen....
J. O R N S T E I N?H O O F I N
VRAAGT BEKNOPT PROSPECTUS