De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 9 augustus pagina 8

9 augustus 1924 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2460 t i Hotel de Mallejan" VIERHOUTEN, Telef. 2. CaféIR,eet ZEER RUSTIG EN GEZOND BUITENVERBLIJF In de laatste jaren de gezochte plaats. Modern ingericht hotel. 33 Kamers, deels stroomend water. Voor- en najaar f 4.50 p. p. p. d. H. MOLENAAR. HOTEL-PENSION Café-Bestaurant DECANNENBURCH" VAASSEN. Telef. 4. Van ouds het huis ter plaatse. Geheel verbouwd. Modern ingericht- 14 kamers. Ruime zalen. Pracht zitje. lederen Zondagmiddag ThéDansant. H. MOLENAAR. Clichés Van Leer AMSTERDAM Urpension ZONNENDEK Voor vacantie - Doorloopend Goede scholen Huisonderwjjs J. KIEFT, Tafelbergweg, Laren N.-H /RAVENSWAAY ?GORINCHEMDDIf* FRIESCHE ?] DDlYHEERENBAAI . JSOcTS pn r.vjm FA^IF Koopt voor vacantielectuur een deeltje uit de serie ROMANTISCHE GESCHIEDENIS FUNCK BRENTANO HET HALSSNOERPROCES Prijs ing. / 3?geb. / 3.75 ,, het als een ... ideaal roman zoo spannende geschiedverhaal." N. R. C. ... .dit interessante stuk geschiedenis." Vaderland. Wanneer men nu dit boek leest, omdat het zoo boeiend is, heeft men dan toch tevens het voorrecht een massa wetenswaardige dingen te vernemen, welke men in de gewone geschiedenis boeken niet vindt." Nederlander. MARIA BOTCHKAREVA YASHKA Prijs ing. ? 3.?geb. / 3.75 Yashka is echter nog veel meer dan een historisch monument, het is een bewijs van den adel der menschelijke ziel." Vaderland. Fictie kan niet tegelijk zoo schokkend en zoo eenvoudig nuchter zijn." F(rans) C(oenen) in Groot Nederland. Het boek heeft dus ook zijn waarde als karakteristiek van het Russische volk." Nederlander. Vraagt deze boeiende geschiedkundige werken aan Uw boekhandelaar ter inzage N. V. Uitgev. Mij. en Boekh. v/h P. M. Wink, Zalt-Bommel BOUWT IN HET OOSTERPARR TE BILTHOVEN IILICHÏIKGÜI VERSTREKT DE DIRECTIE TEL. INT. :?No. 6538 OLDEHKOm TABAR INSTITUUT OVERTOOM Amsterdam Rotterdam Overtoom 57 en 93a Kruisstraat 40 typen- Steno- Talen - Boekhouden BIJKOMSTIGHEDEN CXXXVll Toen voeren we, langzaam en zeker, ons land weer binnen. Ik zat op een koffer aan de punt van 't schip en prevelde tevreden voor me heen Jan Prins' De bruid:" De torenklok zong wat ze kon, De vlaggen staken uit;" en ik schrikte een beetje, toen de Amerikaan, positief, van me weten wilde, waarom al die kerktorens vlagden. Het is zoo dom iets niet te weten omtrent je eigen land, of om te bekennen, dat je zonder meer blij was om al dat feestelijke gewapper en dat het je niet zoo erg veel schelen kon, wat er gevierd moest worden . . Ik spande mijn hersens dus in en zei eerst iets over het groote, eucharistische congres, dat in Amsterdam gehou den was, en waarom nu zeker door het heele land.. Maar mijn interpellant merkte meedoogenloos op, dat het heelemaal niet alleen en zelfs niet in de eerste plaats de katholieke kerken waren, die zoo uitbundig hun blijheid toonden; en voor de ecla tante leugen, dat er in ons land godsvrede heerschte; dat alle kerkelijken zich gelijkelijk verheugden over het welslagen van de onderneming van n hunner, schrikte zelfs mijn vermoeide gemak zuchtigheid terug. Ik dacht er nog even over onze Koningin-Moeder de schuld te geven, omdat ze twee dagen later jarig zou zijn; op te snijden van een populariteit, die te expansief was voor slechts n dag feesten; . . maar ik had al gemerkt, dat mijn tegenpartij geenszins van mijn soort was, dat hij geen dankbaarheid en voldoe ning over de informatie zou veinzen, als hij niet wezenlijk voldaan was. Ik haalde dus mijn schouders op; zei alleen onzeker: 't Is tien jaar geleden, dat de groote oorlog begon, maar dat is niet iets om feestelijk te vieren, dunkt me." Toch bleek het laatste antwoord later vrij juist te zijn geweest, in zooverre als het begin van de namelooze ramp, de onvergelijkelijke ellende voor duizenden en duizenden samengevallen was met het begin van onze mobilisatie, die goed gelukt en tot algeineene tevredenheid na vier jaar zonder bloedvergieten weer afgeloopen was; daarom voelde men zich geroepen de klokken te luiden en op bazuinen te blazen, gedachtig aan de oud-Vaderlandsche zelfgenoegzaamheid, dat de rampen juist ons dak bezijën" waren gevallen. Tien jaar . . tien jaar sinds ik 's avonds aan 't station een vriendin wegbracht en we vele menschen zich zagen verdringen voor een tele gram. Iets bizonders?" ,,Er is in Serajewo een prins vermoord." Serajewo, waa r ligt dat ergens?'' Ik hoor nog de onverschilligheid in mijn stem, het gevoel, dat die ver-affe dingen ons toch nooit raken konden; dat ons leven was opgebouwd uit liefde, vriendschap, allerlei persoonlijke rela ties, waar geen algemeene rampen aan konden raken . . En nauwelijks twee dagen later draaf den we opgewonden drie, vier keer op een middag naar een sigarenwinkel in de buurt om de laatste bulletins te lezen, sidderden we voor onze Bel gische vrienden en stonden we op een kluitje om een verlegen militair heen, die met stuntelige stem den oproep aan alle dienstplichtigen voorlas. Toen ik daarvan thuis kwam, nam ik plechtig een in rood leer gebonden boekje, dat ik voordien nooit gewaagd had met eenige ondervinding" van me te vullen, en schreef op de eerste bladzij mijn indruk van die voorlezing bij toortslicht: een historisch moment . . Ik was er diep van overtuigd, dat er nu gebeurtenissen zouden volgen, waarvan de trouwe opteekening voor ons nageslacht van het grootste belang kon zijn; ik at boterhammen-met-niets, breide beenen voor soldatensokken, (de hiel en de voet waren te moeilijk voor me,) en bij het fantastische schijnsel van een kaars bespiegelden we over de nieuwe kunst, die komen zou, de gemeenschapskunst, de kunst voor de velen." En dan denk ik aan het congres, dat daaraan later is gewijd, in de Ridderzaal van Den Haag, een aaneenschakeling van dikwijls bloedelooze, dik wijls grootwoordige besprekingen, over de ver nieuwing, die nu of nooit toch komen moest, tot een onzer meest gevierde vrouwen, onder vier oogen, deze geniale uitspraak losliet, die voor onze sexe zeker woordelijk opgaat: Ach, al dat gepraat over den invloed van dien oorlog . . aan duizend oorlogen ter wereld heb je voor je werk toch nooit zooveel, als aan ne echte liefde." Tien jaar, en we kunnen er bijvoegen: tien jaar van voorloopigheid. Het is de oorlog met zijn duistere beklemmingen, met zijn ontbering en zijn ontgoochelingen geweest, die ons geleerd heeft, het oogenblik voor niets te tellen en altijd vooruit te zien naar den tijd, dat alles weer beter zou zijn geworden; voort te jagen naarden wapenstilstand, naar het sluiten van den vrede, naar de eerste, de tvveede, de zooveelste conferentie . . Naar het terugzenden van de krijgsgevangenen, naar het opheffen van de bezetting, naar het einde van de malaise . . Een voortjagen, dat eigenlijk een vertwijfeld terugverlangen is naar den goeden, ouden tijd, die nooit weer terugkomt. En tijdens die lange voorloopigheid" zijn we ongemerkt oud geworden. fw A N N I E S A L O M O N S Qngers' Corina Bonbons een delicatesse Bijzonder fijne smaaK

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl